In 1968 was de Kever hoogst gedateerd en smeekte de markt om een grotere, luxere en moderner auto. En volgens VW moest die nieuweling ook nog eens serieus concurreren met bijvoorbeeld de Opel Rekord, waarvan Opel er op jaarbasis zo’n 300.000 van verkocht. Ook de Ford Taunus 17M en de Peugeot 504 waren duidelijk auto’s waarvan de verkoopsuccessen de Wolfsburgers erg irriteerden. De Volkswagen Type 4, werd als Volkswagen 411 van 1968 tot 1972 en als Volkswagen 412 van 1972 tot 1974 gebouwd.
De neusberen
De auto kwam op de markt als een sedan met twee of vier deuren en als Variant met drie deuren. Die Variant versie werd populair omdat je er zowat een heel huishouden in kwijt kon. De Volkswagen 411/412 was een ruimere middenklasse auto dan de tot dan toe leverbare 1500/1600. En het was de grootste luchtgekoelde Volkswagen aller tijden. Hij was 6,5 cm langer dan de VW bus.
Wel zeldzaam, niet duur
De auto is nu een prima voorbeeld van klassiekers, hun zeldzaamheid en hun waarde. Want: Zeldzaam=Duur. Nou ja: dat is het idee. Volkswagens doorstart naar de grotere luxere klasse is nu best zeldzaam. Er staan er in Nederland nog minder dan 85 op kenteken. Maar een Volkswagen 411/412 is (nog) niet onbetaalbaar. De huidige insteek is echter wel “Vind er maar eens eentje”.
Luchtgekoeld dus
Helemaal volgens traditie werd ook deze auto aangedreven door een achterin geplaatste luchtgekoelde boxermotor. Beide aspecten waren indertijd al wat gedateerd. Er was een 1679 cm³ en een 1795 cm³ versie leverbaar.
Deze lijn grote, luxe VW’s was daarbij de eerste VW met een zelfdragende carrosserie. De McPherson veerpoten waren daarbij nog niet helemaal harmonieus in het concept opgenomen. Ze stonden feitelijk wat ‘te steil’. En dat was een bijdrage aan het wat aparte weggedrag van de grote VW.
De auto had een fastback-achtige vorm en in de vormgeving zat een serieus spanningsveld. De achterkant was getekend door Pininfarina, maar de voorkant kwam uit ‘eigen huis’ en zag er feitelijk nogal… Tja… stuntelig uit. Bij de Volkswagen 412 werd dat zoals we zullen zien eleganter aangepakt. De dubbele koplampen maakten de auto een stuk serieuzer en de 412 raakte er zijn Playmobile snuit mee kwijt. De binnenruimte was okay en het veercomfort was ook niet fout.
Maar voor de rest bleef deze serie VW’s een beetje apart
Met de viercilinder 1,7 liter boxer van 68 pk was de grote VW feitelijk ondergemotoriseerd. Dat maakte hem erg dorstig. En om de acceleratietijd naar de topsnelheid van 145 kilometer per uur te bereiken had je eerder een staande klok dan een stopwatch nodig.
Eenmaal op snelheid was de VW ook binnenin daarbij stevig lawaaiig
En de gewichtsverdeling over de wielen maakte dat iedere berijder een optie aanschafte die niet op de lijst stond: Een zandzak voor in de kofferruimte in de neus. Later bedachten kenners een meer subtiele aanpak: beton in de bak voor het reservewiel. Maar zelfs met die ballast in de neus bleef de wegligging avontuurlijk. Want in bochten moest je oppassen. In eerste instantie moest de Volkswagen 411 echt de bocht in geduwd worden, maar als dat met te hoge snelheid. Of op een glibberig wegdek gebeurde, ging het onderstuur opeens over in enthousiast overstuur.
Ondanks het beperkte vermogen kon je dan ook zomaar achterstevoren in de berm belanden. Net als bij het karten. Hoe fout het weggedrag van deze VW’s nu eigenlijk was: Gijs van Lennep reed er een paar keer de Rally van Monte Carlo mee.
Meer artikelen over Volkswagen via deze link
Ook interessant om te lezen:
– Volkswagen 1600 Variant
– Volkswagen Karmann Ghia Cabriolet restauratie
– Volkswagen Golf. De geschiedenis van de eerste generatie
– Volkswagen Polo. De grote autoliefde van Koen IJff
– De NSU die Volkswagen werd: de VW K70
In 1975 had ik een tijdje een rode driedeurs 412 met open dak. Een 1.8. Het was best een comfortabele auto met goede stoelen en ruimte voor vijf personen. Nadeel was dat hij persé beste vrienden wou worden met de Shell pomp… Het weggedrag was trouwens toentertijd niet zo beroerd, tenzij je ermee ging scheuren.
Van de Peugeot 504 zal hij nog geen last gehad hebben , kwamen beiden ongeveer het zelfde moment op de markt
Mijns inziens had de Peugeot geen last van de VW……..
Snapte als kind al niet hoe men zo’n vehikel op de markt durft te brengen, nu nog steeds niet!
411 betekende volgens een Duitse grap destijds “vier deuren maar elf jaar te laat”. Het was de allerlaatse luchtgekoelde VW die onder Heinrich Nordhoff werd gepresenteerd, de man die ooit bepaalde dat de Kever “eeuwig en onveranderd” moest blijven, terwijl de concurrenten jaar na jaar klandizie weglokten met frisse kleuren, watergekoelde motoren, veel glas en veel kofferruimte.
De 411 was echter niet alleen in alles “de laatste” maar ook “de eerste” vierdeurs Volkswagen, de eerste met zelfdragende carrosserie, de eerste met benzine-injectie (de 1700 E-motor had een Bosch D-Jetronic) en de 412 kreeg de eerste Wolfsburgse halogeenkoplampen. Die trouwens afgekeken zijn van de Braziliaanse variant van de 1600.
De 412 werd in zijn laatste jaar in Salzgitter in elkaar geschroefd. In Wolfsburg moest hij plaats maken voor de op de Audi 80 gebaseerde Passat. Met waterkoeling en voorwielaandrijving. De laatste Nordhoff-VW was niet meer.
Bedankt voor deze aanvulling. En die grap kende ik nog niet. Het is een goeie