Volkswagen Golf. De geschiedenis van de eerste generatie

Op 29 maart 1974 rolde- na een tamelijk lange ontwikkelingsfase- de eerste Volkswagen Golf van de band. De Golf was, na de Passat en de Scirocco (die twee maanden eerder dan de Golf in productie ging) het derde product van de nieuwe VW generatie. Die was noodzakelijk nadat de VW directie te lang vast had gehouden aan het oude concept van Kever & Co. Hoewel de Kever nog altijd werd verkocht in aantallen waar menig fabrikant jaloers naar keek, kwam zijn opvolger als geroepen. De Golf werd -en is nog steeds- heel succesvol.

Volkswagen zat in de zoektocht naar een Kever-opvolger met de handen in het haar. Reeds in 1969 toonde Wolfsburg het project EA276 met voorwielaandrijving én de aloude boxermotor in het vooronder. Het was de opmaat naar de volgende ontwikkeling. Volkswagen nodige in januari 1970 Giorgetto Giugiaro uit, en hij werd designtechnisch heel belangrijk voor Project EA339. Hoewel VW baas Leiding zijn bedenkingen had, leidde EA339 tot de eerste generatie van de Volkswagen Golf. Die kreeg van VW net als de Passat en de Scirocco (de coupébroer van de Golf) watergekoelde motoren met een bovenliggende nokkenas. De motoren werden voorin dwars en hellend geplaatst. De eerste Golfseries werden geleverd met 1.1 (50 PK) en 1.5 motoren (70 PK, dit waren de S en LS versies). De voorwielen waren onafhankelijk opgehangen en werden dankzij het Mc Pherson systeem afgeveerd. De achterwielen waren indirect met elkaar verbonden door een zelfstabiliserende achteras met wielgeleidingsarmen.

Mooie lijnvoering, aanvankelijk veel imperfecties

Voor het carrosseriedesign was Giorgetto Giugiaro dus verantwoordelijk. De combinatie van Italiaans ontwerpraffinement en Duitse constructievaardigheid was aanvankelijk geen gelukkige. In 1974 (na de productiestart) was de Volkswagen Golf eigenlijk nog niet klaar voor serieproductie. Tijdens de reportage, die wij in 2016 met de oudst bekende productie Golf ter wereld (7-5-1974) maakten, vertelde eigenaar Michel Gaastra van Wagenfolks uit Drachten het volgende. “De eerste Golf kwam veel te snel. Mede daardoor was de eerste productieserie van de Golf zo slecht dat Volkswagen een hele reeks van die serie terugkocht. Daardoor zijn bijna alle exemplaren verdwenen. De belabberde kwaliteit van de allereerste Golfs noopten Volkswagen om in korte tijd tot drie keer toe diverse modificaties door te voeren. Schroeven, staalprofielen, parafans, isolatiematerialen en andere onderdelen werden tot de wijzigingen van april 1975 regelmatig verbeterd. Pas daarna had VW de zaken beter voor elkaar.”

Diesel, GTI en actiemodellen

De Duitse pers, liever gezegd auto motor und sport,  twijfelde openlijk aan de houdbaarheid van de nieuwkomer en noemde de Kever nog steeds een prima alternatief. Dat, en de aarzelende start stonden het succes niet in de weg. VW schoot met de Golf midden in de roos, en wijzigde het model vervolgens gedoseerd. De zwaluwstaartversies maakten vanaf 1975 plaats voor versies met een recht paneel tussen de achterlichten, tevens kregen nu alle versies schijfremmen aan de voorwielen. Wolfsburg verving daarnaast de 1.5 krachtbron door de 1.6 motor. De 1.1 motor bleef ongewijzigd. In 1976 lanceerde Volkswagen voor de Golf de diesel, volgens velen de eerste zelfontbrander die in staat was om qua prestaties gelijke tred te houden met benzinemotoren met hetzelfde vermogen. En eerder had VW de Volkswagen Golf GTI gebracht, met de krachtbron uit de 80 GTE (110 PK, 1.6 motor), een oliekoeler en geventileerde remschijven. De Golfbal op de pook en de ruitjesbekleding waren andere kenmerken, evenals de zwarte accenten (zoals rond de ruit in de achterklep). De eerste Golf GTI wordt door velen nog steeds als de eerste hot-hatch gezien. Ondertussen voegde VW  ook het uitrustingsniveau GL toe. Vanaf dat moment presenteerde Volkswagen -tot het einde van de productie- ook regelmatig actiemodellen zoals de Sprinter, de M, de MX, de LX en de GX.

Schokabsorberende bumpers en beter plaatstaal

Voor 1978 keerde een nieuwe 1.5 liter motor terug, nu met 1.457 cc. Hij verving de 1.6 carburateur motor (de FP) van de S de LS en de GLS.  Voor modeljaar 1978 vond een belangrijke wijziging plaats. De Volkswagen Golf kreeg schokabsorberende bumpers en beter plaatstaal. VW nam afscheid van het recyclede blik, en voor de roestpreventie was dat een goede zet. Voor 1979 breidde Volkswagen het motorengamma uit met een 1.3 krachtbron. Dat was een directe afgeleide van de 1.093 cc motor van de EA 111 motorengeneratie. Verder werd de Cabriolet gepresenteerd, en die had een lange loopbaan voor de boeg. Het was niet alleen de open versie voor de Golf één; hij hoorde ook bij het leveringsprogramma van de tweede Golf-generatie.

1980:Laatste facelift

In de herfst van 1980 kreeg de Golf één zijn laatste upgrade. VW plaatste een gewijzigd dashboard. Verder was de gefacelifte Golf herkenbaar aan de brede achterlichtunits. De 1.5 diesel ging met pensioen, de 1.6 diesel kwam ervoor in de plaats. De GTI versies kregen vanaf 1982 de 1.8 motor (code DX). Die ontplooide nauwelijks meer vermogen dan de 1.6, maar legde wél meer souplesse aan de dag. Zeer gewild was de Pirelli uitvoering. In 1982 introduceerde VW ook de Golf Turbodiesel, die dezelfde cilinderinhoud kende als de reguliere 1.6 diesel.In het begin van de jaren tachtig paste VW ook het zuinigheidsprogramma “Formel E” toe.

Basis voor jarenlang succes

De eerste generatie van de Golf, die ook als uitgangspunt diende voor de Jetta en de Caddy, werd een groot succes. Hij legde de basis voor de populariteit die de Golf nog altijd kent. De eerste generatie van de Golf werd liefst 7 miljoen keer gebouwd, voordat hij in 1983 werd opgevolgd door de tweede generatie. Daarnaast werd hij in Amerika als Rabbit verkocht en gebouwd. In Zuid-Afrika was de eerste Golf zelfs tot 2009 de basis voor het daar gevoerde model Citi, terwijl de Cabriolet tot 1993 werd gebouwd. In totaal zijn er meer dan 35 miljoen Golfs (alle generaties) verkocht, en generatie acht is aanstaande.