Het communisme en mooie dingen? Daar zat een spanningsveld tussen. Dat blijkt uit de Tatra JK2500, de fantastische schepping van Július Kubinský. Een droom die bijna uitkwam.
De Tatra JK2500
Sportauto’s of echte GT’s in de zin van Gran Rusismo? Natuurlijk waren er oprispingen, maar ze eindigden allemaal in meer of mindere mate in de mist. En vaak was dat door de interventie van de communistische regering. Denk aan de Škoda 110 Super Sport uit 1969 of zelfs de oudere Škoda 1100 OHC uit de jaren ’50.
Maar niet alleen het bedrijf Škoda produceerde concepten die niet in productie mochten worden genomen. Bij Tatra hadden ze ook zo hun dromen en de schoonheid op de foto’s is daar het bewijs van. Het is de Tatra JK2500, die in de eerste helft van de jaren 50 door Július Kubinský werd ontworpen. Hij had jaren werkervaring aan andere auto’s, waaronder die ‘Volkswagens’ van KDF. Hij bouwde vlak na de Tweede Wereldoorlog ook racewagens met Alfa Romeo en BMW-motoren.
Kubinský en de mooie Tatra
De Tatra JK2500 is de negende door Július Kubinský ontworpen auto en hij stamt uit 1951 – 1952. Kubinský werkte toen in Brno en het management van zijn bedrijf piekerde erover wat de volgende stap moest zijn als de militaire productie gestopt zou worden.
Gelukkig bleef er na het uitbreken van de oorlog nog genoeg dreiging over om heel succesvol verder te scoren met de Praga V3S vrachtauto’s. Maar sommige dromen kunnen wel uitkomen. In 1952 creëerde Július Kubinský samen met 16 andere werknemers van Karosa het grootste deel van de Tatra JK2500, maar daarna moest hij het project uitstellen tot 1955. Op dat moment had hij het voltooid, in zijn vrije tijd en in zijn eigen garage.
Leentjebuur spelen werkt
De vooras was een gemodificeerde as van de Duitse KdF auto en uit de werkplaatsen van VW / Porsche kwam ook de besturing. Achteraan zat een De Dion-as, met het differentieel bevestigd aan het chassis. Vergeleken met moderne McPhersons of dubbele trapezoïden ophanging ziet het er vrij ouderwets uit, maar voor 1951 was het heel wat.
De prachtige body van de Tatra JK2500 is geboetseerd over een ruimtelijk frame waarop de panelen zijn bevestigd. Die werden met de hand geklopt onder leiding van carrosseriebouwer Jan Heger. De spaakwielen hadden een diameter van 16” en kwamen, net als trommelremmen, van de Lancia Aurelia.
Twee benzinetanks
Drinken deed de Tatra uit twee brandstoftanks, elk van ongeveer 30 liter, die zich achter de achterwielen bevonden. De achterste overhang van deze auto is ook daardoor niet erg klein, omdat de Tatra JK2500 een wielbasis van 2300 mm bij een lengte van 4050 mm heeft. De lege JK 2500 woog 1160 kg en de gewichtsverdeling was 51:49.
Van zes-in-lijn naar V8
Onder de kap zat aanvankelijk een 2,5-liter zescilinder Alfa Romeo in lijn, die 90 paarden leverde. Maar er waren al ideeën om deTatra luchtgekoelde V8 te monteren. De vierversnellingsbak kwam ook van Alfa Romeo. Het scoren van zo’n V8 voor een semi-privéproject was zeker niet eenvoudig. Maar het lukte.
De luchtgekoelde Tatra achtcilinder, met oorspronkelijk slechts 75 pk, woonde samen met het reservewiel onder de motorkap. Ook dankzij het feit dat de grote Alfa Romeo radiatoren daar niet meer nodig waren. Warme lucht uit de motorruimte werd direct achter de voorruit als verwarming naar binnengeleid, maar de warmteafvoer onder de kap bleek toch te gering. Daarom kwamen er achter de voorwielen verchroomde ventilatieopeningen, waardoor de hete lucht uit de motorruimte kon ontsnappen.
Ook interessant:
- ŠKODA Felicia, onbetwist pronkstuk
- Cultauto van ŠKODA: de 1000 MBX
- Aan het eind van het alfabet: de Zastava Yugo
- Barkas B1000. Bliksemse best(s)eller
- Leningrad Sport Custom… Russische sportwagen
Sloeg in als een bom
De auto werd officieel geïntroduceerd in 1958 in Kopřivnice, hoewel het al in 1956 in de ‘World of Engines’ verscheen met de titel “We can do it”. Het was een zeer succesvolle presentatie, maar trok ook de aandacht van de autoriteiten. Deze vonden het zinloos kapitalistisch en uiterst decadent. Van Tatra kwam echter onmiddellijk aanbod voor de productie en aanschaf van vijf exemplaren.
Die productie van de Tatra JK2500 vond uiteindelijk niet plaats, maar de auto werd twee weken lang getest in Kopřivnice. Op dat moment zat er een fabrieksverse V8-motor, zoals in de Tatra 603, met 140 pk, onder zijn motorkap. Er verschenen ook nieuwe lichtmetalen velgen van vijftien inch onder de auto. Daarvan brachten de gaten tijdens het rijden de koellucht naar de trommelremmen. Ze hadden een kleinere diameter dan het origineel, maar zouden effectiever zijn.
Július Kubinský reed toen 13 jaar met deze auto, maar de productie?
Dat werd helemaal niets. Maar overal trok de alle Tatra JK2500 bekijks. Deze auto was een openbaring op Tsjechoslowaakse wegen. Er is nooit iets communistisch geweest dat meer op een Ferrari leek. Later verkocht hij auto en waar hij nu is, dat weten we niet. Misschien wacht hij ergens in de schuur te wachten om ontdekt te worden. Meld het ons even als u hem gevonden heeft.
Wat een beauty. Hoewel ik me afvraag of die primitieve Tatra V8 nu zoveel beter was dan het geavanceerde Alfa Romeo blok.
Zelf heb ik ooit eens een Tatra luchtgekoelde V8 diesel bediend. Die was gemonteerd in een Franse zelfbouw lier voor zweefvliegtuigen. Het vermogen was ternauwernood toereikend. Maar dat is ook alweer 30 jaar geleden.
Iig geval gehoord dat de Duitse bezetters de achterwiel aangedreven V8’s niet meer als oorlogsbuit gebruikten omdat de Duitse chauffeurs er te vaak achterstevoren mee eindigden