Pruttelend zeulde dit noeste werkpaard een ton aan Ost-Zeug in de rondte, zonder morren of kapsones.
Prestatie
Met 42 pk tussen de voorstoelen leek dat nog een hele klus. De kleine tweetakt driecilinder had er echter weinig moeite mee, zolang het maar niet met duizelingwekkende snelheden hoefde. Bovendien produceerden die 990 cc meer pk’s dan een T1 op de achterwielen losliet. De Barkas B1000 werd door dit krachtpakket voortgesleurd via de voorwielen. Zonder die duizend kilo aan lading aan boord was 100 km/u al een prestatie van formaat, met een beetje wind op de bolle kop een utopie. Een hoge topsnelheid zat er dus niet in, een hoge leeftijd haalde hij met gemak. De bolle bus bleek oerbetrouwbaar.
Schijn bedriegt
Dat had deze Ost-Bulli na dertig jaar immers wel bewezen. In 1961 kwam de Barkas B1000 in de DDR op de markt als moderne en aantrekkelijke besteller. Pas in 1991 viel het doek voor dit muilezeltje op wielen. Tegen die tijd was hij volledig uit de tijd en achterhaald, tegenwoordig bijna überhip. Dat is beslist niet altijd een aanbeveling, maar de Barkas B1000 is wel erg sympathiek. Aandoenlijk bijna, alsof hij geen vlieg kwaad doet. Maar schijn bedriegt. Hij plette niet alleen insecten met zijn voorruit en enorm guitige bakkes, de uitbundig walmende tweetakter daarachter sloopte onbedoeld zowat het hele leefklimaat met een nietsontziend fanatisme. Maar daar was nog vrijwel niemand druk mee.
Veelzijdig
Het busje zelf was dat wel, met van alles en nog wat. Er werden in de loop der jaren talloze varianten uitgebracht, voor elk vak of discipline leek er een Barkas op maat leverbaar. De Barkas B1000 sputterde door het oostblok als ambulance, personenbus, politieauto, camper, takelwagen, pickup, trekker-oplegger, brandweerauto, winkeltje of de Stasi mocht weten wat. En altijd naar hartelust rokend, net als iedereen toen. Onverwoestbaar deed de Barkas B1000 wat er van hem gevraagd werd, je moest alleen even rekening houden met zijn ochtendhumeur. Eenmaal op gang hield niets hem meer tegen en hij vroeg er weinig voor terug, in de vorm van onderhoud of andere bijzondere aandacht. Genoeg benzine en veel olie, dat volstond.
Succes
In 1990 werd de Barkas B1000 flink gemoderniseerd en leverbaar met een viertakt motor van Volkswagen. Deze B1000-1 werd geen succes: na minder dan 2000 gebouwde exemplaren ging de oubollige Barkas een jaar later definitief uit productie. Van zijn voorganger werden ruim 175.000 exemplaren gebouwd. De bolle en betrouwbare Bulli stopte laat met roken, maar werd er best oud mee. Een terecht en markant succes.
Barkas werd ook op het einde van zijn carriere geleverd met een dieselmotor van Ford
De Oost Duitsers hadden meer producten die in de basis (maar niet in de uitvoering) beter waren dat de producten van de West Duitsers. Dit is er een mooi voorbeeld van. Want voor de gelauwerde T-serie van VW was niet alleen veel brandstof en olie nodig, maar ook lenigheid van de chauffeur en passagiers om uit een gekantelde T aan de dood te ontsnappen. En een elastieke monteur om door het kleine luikje achteraan te sleutelen. Leve de Barkas!
de buurman ( had een taxi bedrijf ) deed ook ambulance werk kocht ooit een hagel nieuwe barkas nooit anders mee gemaakt dat als koos uit moest rukken de hele buurt achter dat kreng moest lopen duwen om hem aan de praat te krijgen ( leuk detail de hoorns waren voorzien van knijpballen 🙂 je moest zelf knijpen in de goede volgorde ) er werd al zeer snel een mercedes ambulance aan geschaft