2018 is een jaar, waarin tal van illustere automodellen hun jubileum vieren. Wij blikken terug op het autojaar 1968, waarin diverse historische auto’s het levenslicht zagen. Deel één en deel twee van het drieluik presenteerden wij eerder dit jaar. Vandaag tonen wij het derde en laatste deel met auto’s, die dit jaar Abraham zien.
Citroën Méhari
Op het platform van de 2 CV presenteerde Citroën in autojaar 1968 haar uit ABS kunststof vervaardigde recreatieauto, die naar wens open en gesloten kon worden gereden. Diverse (afneembare) canvasdelen zorgden voor de nodige beschutting in de technisch eenvoudige Citroën, die in de bijna 20 jaar van zijn productie een cultstatus verwierf. In 1979 lanceerden de Fransen nog een 4 x 4 versie, die tot in 1984 werd gebouwd. Overigens werden alle Méhari’s voor particulier gebruik met de luchtgekoelde 602 cc motor geleverd. In totaal werd de Méhari 144.953 keer geproduceerd.
Renault 6, eerste serie
Renault toonde in autojaar 1968 de opvolger van de Dauphine aan het publiek. Het nieuwe model was technisch grotendeels geënt op de R4 en kreeg de aangepaste 845 cc motor uit de Dauphine Gordini. Renault positioneerde de R6- qua lijnvoering geënt op de R16- aanmerkelijk hoger in de markt dan instapper R4. Dat gold ook voor de prijsstelling, en die vormde een reden voor de enigszins tegenvallende verkopen. De R6 kreeg in het begin van de jaren zeventig ook de grotere 1.108 cc motor en werd ook leverbaar in twee uitrustingsniveaus. Tot de facelift voor modeljaar 1974 (andere grille met vierkante koplampen, minder chroom) wist Renault bijna een miljoen exemplaren van de Renault 6 te verkopen.
Rover 3500
De Rover P6 bestond al enige jaren, en bood voor de Engelse fabrikant ruimte voor een upgrade. En wat voor één! De onvolprezen V8 licentiemotor met 3.528 cc vond zijn weg in het vooronder van de P6 en de 3500 was geboren. Deze bekoorlijke automobiel was leverbaar met een Borg Warner automaat en werd geprezen vanwege het fraaie ontwerp en forse prestatiecapaciteit. In 1970 werd de serie gefacelift en lanceerde Rover ook de 3500 S. Deze werd standaard geleverd met een handgeschakelde vijfbak. De P6 3500 werd in twee series 80.190 keer gebouwd, om in 1977 opgevolgd te worden door de evenzeer fraaie SD1.
Ford P7b
Slechts één jaar had de Ford P7a (de grote M) de catalogi opgeluisterd, voordat in Keulen de aangepaste P7b van de band rolde. Het oorspronkelijke P7 model werd alleszins redelijk verkocht, maar de lijnvoering mocht op veel kritiek rekenen. De knik in de taille verdween bij de P7b en de vormgeving was over de gehele linie rechtlijniger. De P7b was in diverse motorvarianten leverbaar (van 1.5 tot 2.6 liter) en de koper stond een keur aan carrosserievarianten ter beschikking. Verder was de P7b als sedan verkrijgbaar met twee en vier portieren. Ook een hardtopcoupé en een vijfdeurs station konden worden aangevinkt. Alle modellen werden met schijfremmen geleverd. Top of the line: de 20m RS én de 26m, die beiden geleverd werden met de 2.550 cc Kóln V6 motor. Voor 1972 kondigde Ford de Consul/Granada serie aan. Het betekende het einde van Fords fraaie P7b serie.
Alfa Romeo 1300 Spider Junior (Duetto)
Alfa Romeo was een meester in het bereiden van smakelijke cocktails op basis van voorhanden zijnde carrosserieën en techniek. Op basis van de Duetto lanceerde Alfa in autojaar 1968 de 1300 Spider Junior, die de krachtbron van de 1300 GT Junior aangemeten kreeg. Het was de bekende 1290 cc motor, met dubbele bovenliggende nokkenassen en in dit geval met 2 Weber 45DCOE14 carburateurs. Hij produceerde 89 DIN PK. De topsnelheid was 170 km /h. Feitelijk was de auto in deze configuratie twee jaar leverbaar. Opvallende kenmerken waren de puntige achterzijde, de diepe profielen in de flanken en de niet overkapte koplampen. In 1970 werd de onder meer de staart van de Duetto gewijzigd en dat resulteerde in een nieuwe Spider episode. Vandaag de dag is de Duetto 1300 een zeer zeldzaam relikwie.