Onlangs hadden we een berichtje over de nieuwe Méhari koetsjes voor zo’n drie mille. Uit nieuwsgierigheid namen we contact op met de makers van dat moois. En zo kom je dan terecht bij een bedrijf dat al 35 jaar innig met Citroën samenwerkt.
Een Méhari maken? Dat is zo simpel nog niet
En dan blijkt dat er voor het malen van een ´nieuwe´ Mehari meer nodig is dan alleen de bodyshell. Dat het verhaal wat gecompliceerder is en dat de Fransen eigenlijk veel liever praten over hun meest recente troetelkind de Eden. Dat is een helemaal nieuw gebouwde, UV bestendige Méhari. Met een elektromotor. Tevreden meldt de andere kant ´van de lijn´dat er voor dat moois zelfs een Nederlandse importeur is: Duckville uit Diepenheim.
Duckville kenden we al
Het bedrijf heeft een verhuurvloot van zo´n 14 2CV´s en mogelijk een paar Dyanes en een op echte brandstof rijdende Méhari. Plus nu dus – als officiële importeur – ook een Electro Méhari. Die is nog niet geschikt voor de verhuur. De actieradius van ca. 80 km is daar net wat te klein voor. Grappig: Zo´n elektrische Méhari heeft natuurlijk alleen nut als hij legaal de weg op kan. Om een echt nieuwe auto op kenteken te krijgen? Dat kost kluiten geld en je moet er bergen administratie voor verzetten. In de tijd van Olivier B. Bommel spoorde de wat dommige beer zijn slimme vriend Tom Poes aan: `Bedenk een slim plan jonge vriend!` In het kader van die aanpak is dat de auto – want laten we het zo maar blijven noemen- gekeurd en gekentekend is als quad. Dat houdt in dat de motor op 15 kW is geknepen en dat er aan de voorkant geen nummerplaat hoeft te zitten. Hij is er snel genoeg mee.
De motorisering is elektro 1.0
De boxermotor en de tank er uit. De elektromotor en het accupakket er in. De motorisering gebeurt daarbij op de makkelijkste manier: de E-motor drijft de gewone versnellingsbak aan. Een nieuwe Eden kost zo´n dertig mille. En dat is duurder dan een mooie Méhari. We hebben intussen allerlei naar E gebruik omgebouwde klassiekers voorbij zien komen. Van een Bentley tot en met een Saab en DS aan toe. Voor ons gevoel voegt dat allemaal weinig toe, is het zonde er een klassieker voor op te offeren. Maar voor deze Méhari op batterijtjes hebben we wel een zwak. Natuurlijk omdat Méhari´s altijd ´speelgoed autootjes´ zijn geweest. Voor dat spul kun je gewoon mild zijn.
Blijft dat de bedenkers: De 2 CV Méhari Club Cassis een heel serieuze toko is.
De 2CV Méhari Club Cassis is gelegen op een terrein van 10 hectare met 8000 m² aan workshops en heeft ongeveer vijftig medewerkers in dienst voor de 5 belangrijkste bedrijfssectoren die volledig zijn gewijd aan de 2CV, Méhari en Dyane:
De productie van originele reserveonderdelen (platforms, stoffering, carrosserie, bumpers, accessoires, enz.).
De verkoop en distributie van al deze reserveonderdelenreferenties voor deze 3 belangrijkste modellen en hun verschillende derivaten.
Restauratie en complete reconstructie van tientallen van deze voertuigen per jaar.
Revisie van de motor en transmissie
Ontwerp, assemblage en distributie van EDEN, de op de Méhari geïnspireerde elektrische auto.
In Diepenheim vertellen Duckvillers Dibert Ketting and Hella Markink dat het met een bodyset transplantatie veranderen van een Eend in een Méhari minder simpels is dan gedacht. Onder en om het plestik van de Méhari koets zitten nog aardig wat framedingetjes en zo. Het interieur en het dakje zijn ook niet inbegrepen bij de kit. Dibert schat in dat het ´zelf maken´van een Méhari aan spullen en uren bij uitbesteding ongeveer net zo veel kost als het kopen van een prima exemplaar dat officieel als Méhari op kenteken staat.
En de Kawasaki op de foto is een typisch geval van verkeerd afgelopen. De motor is van een kennis van Dibert.