Het idee is dat vroeger iedereen restaureerde en dat klassiekers nu alleen in tip-topstaat worden gekocht door investeerders of nieuwe rijken op zoek naar leuke lifestyle dingetjes. Dat verdient een kanttekening. Want als je in ‘het klassieke wereldje’ zit, dan kun je doorgaans zo een handvol lotgenoten noemen die op zijn minst zelf sleutelen en mogelijk de helft daarvan heeft in elk geval een restauratieverleden.
Er is dus niet alleen een vraag naar, maar ook een aanbod van klassiekers die om een wedergeboorte smeken. Zelf de zaak aanpakken heeft voor veel mensen een te hoge drempel. Het is hem de angst die ze in de weg zit. Want waar begin je aan? Kun je het wel of kun je het wel leren. En wat kost zoiets wel niet?
Om bij dat aanpakken te beginnen: Jongens, het is maar domme techniek
Met een normaal – niet het nieuwe normaal – werkend verstand en geduld kom je een heel eind. Daarbij heb je nu YouTube waar zowat alles wat je moet en kunt doen op filmpjes wordt uitgelegd. En als het even te moeilijk wordt? Dan spoel je terug en bekijkt de zaak nog een keertje.
Bovendien is al het onhaalbare vakgereedschap van vroeger nu met een muisklik bij een van onze adverteerders voor een prettig prijsje te koop. En ermee werken? Dat leer je al doende. Voor de dingen die echt buiten je macht liggen zijn er intussen plenty specialisten. Want je trots op het netjes en strak garagepad spuiten met de ‘rattlecans’ van de Action doet afbreuk aan eerdere werkzaamheden. En je buurman wordt mogelijk narrig van de zweeflakzweem op zijn bijtellingsvriendelijke elektrogebakje. Maar zelfs van dat spuiten kun je een hoop voorwerk gewoon zelf doen. Draag er wel een masker bij. En doe het als het buiten gebeurt met respect voor de windrichting. De buren zullen er niet blij mee zijn als hun koikarpers door een fijne laag lakstof naar de muggen eten happen. Of wat die beesten dan ook doen.
Een goed begin
Er is een regel die de richtlijn voor een happy end is: Een project moet hard en compleet zijn. ‘Hard’ als in: er mag wel oppervlakkige roest aanwezig zijn, maar er mogen niet te veel dingen doorgeroest zijn. Met de huidige metaalbewerkingsgereedschappen en de goede lasapparatuur (plus een lascursusje en wat oefening vooraf) is bijna alles te herstellen. Maar alle laswerk is werk. Compleetheid is ook wel een dingetje. Zeker bij de aanschaf van een project. Want de kans is dat dat project nu net gestrand is omdat de eigenaar de hoop heeft opgegeven om bepaalde onderdelen te vinden.
Een hobby die kan renderen
Maar met de goede basis en de goede insteek kan het restaureren van een klassieker je helemaal Zen en gelukkig maken. En als je daarbij even wegdroomt en vergeet hoeveel uren je in de klus hebt gestoken, dan kun je ook nog een keer een prettige winst maken bij de verkoop. Een kennis heeft vanuit die optiek zes klassiekers in elf jaar gerestaureerd. Hij heeft schik van de bouw en het er (even) rijden gehad. Maar onder de streep gezien heeft hij zijn doel bereikt. Want in het twaalfde jaar van wat de Britten en zo zijn ‘journey’ noemen heeft hij waar het allemaal om begonnen was: Een Facel Vega. Er zit nog wel wat werk aan.
We kwamen trouwens op dit stukje toen we de Big Healy zagen die Joop Stolze binnen kreeg. De vraagprijs is 18.500 euro. Een topper doet al gauw 50-60 mille. Tel uit je winst!
Lees ook:
– Nog een keer: de (MG) Metro
– Healey Fiesta
– Gereedschap en sleutelen. Omdat het rotweer is
– Goed gereedschap is belangrijk
– Handig gereedschap en sleutelen
Wat denken jullie van een ” meedenkende,” of beter nog, een ” meewerkende ” vrouw ??
Die 3 liter vrachtwagenmotor verwacht nogal wat voertuigbeheersing in de Healy. Bij menige Tulpenrallye die ik reed zagen we deze auto’s in de berm.. of erger.
Om met een autorestauratie te beginnen is het tot je beschikking hebben van ruimte ook wel een dingetje. Dan is je huurwoningschuurtje al (niet) groot genoeg. Voor een automobiel heb je al gauw vier keer zoveel ruimte nodig. Trouwens als ik de pogingen zie om ’tiny homes’ populair te maken zullen garages wel gaan verdwijnen omdat auto’s ‘deelautos’ moeten gaan worden, en de schuurtjes zullen zeker niet gaan groeien🤢. Dus zou ik voor restauratie van de 850 van mijn betere helft hem eerst doormidden moeten zagen, en de ene helft bij de tiny home buurman in zijn tiny home schuurtje moeten zetten. Glukkig pas mijn motatorretje wel in een schuurtje (net)