In september 1962 beleeft de eerste voorwielaangedreven auto van Ford Duitsland zijn marktpremière. De Taunus 12M P4 is het vierde na-oorlogse model dat door de Duitse tak van het Amerikaanse concern wordt geproduceerd. De ontwikkeling van het model vindt, in de jaren voor het marktdebuut, niet in Duitsland plaats. Dat gebeurt in de Verenigde Staten. Of meer specifiek: in Dearborn.
Voorbestemd als Amerikaanse concurrent van de Volkswagen 1200 ontwerpt Detroit de Cardinal. Later zal dat in nauwe samenwerking met de Duitse Ford tak gebeuren. Keulen wil een opvolger voor de P1 modellen lanceren. Er is een voorstel naar Dearborn gestuurd, maar dat wordt later afgekeurd. De Cardinal wordt bestempeld als nieuwe wereldauto van Ford. Wanneer het onder regie van Robert Mc Namara geconcipieerde model zo goed als productierijp is, blijkt dat een nieuwe marktanalyse van Ford vooraf niet de gewenste uitkomst biedt. De Cardinal is gelukkig serierijp, maar de laatste verfijningen moeten met stoom en kokend water in Duitsland worden toegepast, zodat de Taunus 12M P4 helemaal klaar is om in september 1962 de oude Taunus op te volgen. Dat is broodnodig, want de Meisterstück klasse is aan vernieuwing toe. Het pakt het Amerikaanse concept noodgedwongen alleen op, verfijnt het en maakt het Cardinal project in Europa tot een succes.
In de schoot geworpen
De Taunus 12M P4, de kleine Falcon variant voor Europa, is uitgerust met de watergekoelde 60 graden V4 motor van 1183 cc, die 40 PK aan vermogen levert en sterk is verbeterd. Om een trillingsvrije loop te garanderen monteert Ford al in de proeffase een balansas in het blok, dat later ook als basis zal dienen om in diverse modellen van Ford én andere Europese merken ondergebracht te worden. De centraal geplaatste nokkenas wordt aangedreven door tandwielen, en de compacte bouwwijze maakt dat ook de andere bewegende delen in de motor vrij eenvoudig op de distributie zijn aan te sluiten.
Uitbreidingen op motorisch en carrosserievlak
De Taunus 12M P4, die in het begin als twee- en vierdeurs leverbaar is, krijgt in 1963 uitbreiding van een fraaie coupé en een praktische combinatiewagen. Intussen heeft Ford ook twee 1.5 V4 varianten aan de keuzelijst toegevoegd. Het gaat om de 50 PK en 55 PK variant, waarbij de laatste wordt verenigd met de luxere 12 M TS, die niet alleen een snellere krachtbron krijgt, maar ook twee aparte voorstoelen, vloerbedekking en een luxere afwerking. Die motor wordt in 1964 vervangen door een nog sterkere variant: de 65 PK, die ook zijn weg weer vindt in de Touren Sport (TS). Verder brengt Ford in de laatste fase van de P4 productie een coupévariant met 50 PK. Bijzonder zijn verder ook de cabrioletversies van Deutsch die op basis van de Taunus 12M P4 worden gebouwd.
Onderstel en evolutie
Het onderstel is redelijk conventioneel, waarbij in de eerste jaren de voorwielophanging (triangels onder, bladveren boven) een geheel vormt met de aandrijflijn. Aan de achterzijde worden bladveren en een starre achteras geplaatst. In de loop van de jaren wordt de ophanging verfijnd, en dat komt de wegligging ten goede. De Ford is erg comfortabel geveerd, en om dat te neutraliseren verstevigt men de achterwielophanging. Verder vervalt de achterste stabilisator en worden de voorste bladveren steviger bevestigd. Tot slot worden steviger schokdempers gemonteerd.
Elke maand AMK in de bus voor € 3,75 in plaats van € 5,99?
Stijlkenmerken bewaard
De Taunus 12M P4 modellen worden zo aardig bijgepunt. En in 1965 worden schijfremmen aan de voorzijde standaard. Wat blijft zijn typische stijlkenmerken. Om een paar voorbeelden te noemen: het taps naar voren toelopende ornament op de flanken en de druppelvormige achterlichten geven de Taunus 12M P4 blijvend een eigen gezicht. Ook de enkelvoudige droge plaatkoppeling en de stuurschakeling zijn typische kenmerken, evenals het moderne kachel-/ventilatiesysteem.
Belangrijk voor Ford Duitsland
De Taunus 12 M P4 vervult een belangrijke rol voor Ford Duitsland, dat na verloop van tijd dit model ook in Genk gaat bouwen. In augustus 1966 wordt de P4 vervangen door de P6, die in grote lijnen en in technisch opzicht gelijkenissen kent. De P4 mag met pensioen na een productie van 680.274 exemplaren.
Op alle gebruikte afbeeldingen rust het copyright van Ford.
Lees ook:
– Taunus 12m
– Ford Duitsland, de Taunus
– Taunus 12m en 15m Weltkugel. De voorliefde van Dimitri Corveleijn
– Taunus 12M P4
– De Ford Taunus van Janneke
Ik heb er 3, coupé al ruim 40 jaar (gekregen van mijn opa), een zeldzame kastenwagen en een 4-deurs. Als je het koelsysteem in orde hebt zijn het probleemloze wagens.
Mijn eerste auto was een 2e hands Ford Taunus 12 M coupe van eerste helft 1966 (19-36-AT) Ik kreeg heb met 20.000 KM en 2 jaar oud maar helaas van een oude man die met slippende koppeling had gereden. Bij 23.000 dus nieuwe koppelingsplaten erin. Omdat ik toen jong en helaas onstuimig met auto’s omging (met koude motor volle kracht vooruit en op de autosnelwegen altijd maar planken) gaf de motor het na 3 jaar en 75.000 KM op. Revisie laten plegen maar helaas bij 90.000 KM keek een automobilist in ALkmaar van links niet uit en trof mij op de Tkruising precies achter mijn rugleuning met 40 Km per uur. Reden dat hij mij niet zag was dat hij naar straatbordjes zat te kijken. Tegenwoordig doen ze dat in de reklameblokken naar plafonds. Enfin Total-Loss en toen maar een Audi 90 Super gekocht van 1970 met 6.000 Km op de teller maar dat wordt dus t.z.t. als AKM die auto gaat beschrijven een ander verhaal.
Ik heb er twee gehad, de eerste kocht ik met een defecte motor. Ik naar de sloop het woonwagenkamp ik vroeg naar een motor voor mijn 12M die man zei daar in die stationwagen ligt nog een heel goed motorje.
Hij moest er 150 gulden voor hebben gekocht heb er twee jaar van Bergen op Zoom naar Moerdijk mee gereden en dit zonder problemen.
Een keer door de achteras gezakt i.v.m. met te veel laden heb toen hoofdpladveren zonder krul laten maken en die tussen het bestaande pakket gebouwd dit op advies van een Ford monteur.
In Bergen op Zoom had je toen nog smidje Verhoeven.
Machtige auto, veel beter dan de drei Simca 1000 ik heb gehad.
En op het laast van zijn leven de motor overgelegd in een andere 12M en de achteras net als zovele gebruikt voor een aanhanger.
Vergeet niet te melden dat de achteras van de P4 uitermate geschikt was om een aanhangwagen van te maken! Ik zie ze nu nog rijden (Gemakkelijk te herkennen aan hun wieldop).
Hierdoor leeft de P4 toch nog, weliswaar beetje onherkenbaar, voort.
De P4 had geen ventilator tegen de radiator,?maar een leuke oplossing voor het heetlopen van de motor: je zette de verwarming aan, en er was een klep die die warmte naar buiten stuurde….
Mijn vader had wel interesse in deze auto en toog naar de Ford (Centraal Autobedrijf) in Den Haag. Hij vroeg aan de verkoper wat de belangrijkste verschillen waren tussen deze Ford en de Cortina. Als antwoord kreeg hij van de verkoper dat er feitelijk geen verschillen waren, het waren dezelfde auto’s. En dat terwijl de Cortina achterwiel aangedreven was. Mijn oudeheer was zo gedesillusioneerd mbt de adviserende rol van deze verkoopspecialist dat hij wegliep en ter plaatse besloot naar een Kever te gaan kijken. Die werd het… Autoverkopers!
Deze werd als eerste model gefabriceerd in in het Belgische Zutendaal in een oude legerkazerne omdat de fabriek in Genk nog niet helemaal klaar was de fabriek in Genk was een onderdeel van Ford Keulen.
In 1982 zat er iemand op mijn klas die dit model gekregen had van zijn overleden grootvader.
Deze Taunus was toen 20 jaar.
Hij vertelde vaak welke speurtochten hij (toen al, in 1982) moest ondernemen om aan de meest noodzakelijke slijtageonderdelen te komen.
Dit is nu 40 jaar geleden.
Geen wonder dat je ze nergens meer meer ziet rijden.
Een vriend van mij heeft (waarschijnlijk) de oudste 12M P4 van Nederland in de goedkoopste uitvoering. Zo nu en dan mag ik ook in de auto rijden en moet zeggen dat het niet verkeerd rijst voor een auto uit 1962. Simpele techniek, waar je zelf nog aan kan sleutelen.
Zo’n Ford is toch veel ruimer (en beter) dan een Kever? Of waren ze qua prijs vergelijkbaar? Onbegrijpelijk dat de Kever zo populair was.
Het is nu ook onbegrijpelijk dat VAG auto’s zo populair zijn met hun motoren met gemiddeld korte levensduur.
De kracht van reclame misschien?
Wat ben ik weer lekker negatief vandaag…
De Taunus was in ieder geval een veel betere keuze dan de kever, qua mechaniek, misschien niet qua roestvorming, daar waren de kevers tot begin jaren 60 wel goed in
Wat betreft de ‘down sizing’ motoren in de Golfjes 6, is het bij veel van die 1,4 turbo motoren idd een soort van drama geworden. Massa’s zuigers zijn gesneuveld. En bij de motoren met ‘start/stop’ systeem gingen de distributiekettingen ook vaak naar de filistijnen. De Golf V met (bijvoorbeeld) de 2.0 BVY atmosferische motoren zijn dusver een stuk beter gebleken.
En eerlijk gezegd waren de auto’s vroeger (pakweg voor 1980) ook niet bepaald super veel beter. Bij ruim een ton op de teller was het toch ook vaker een kwestie van ‘laat maar staan’ en zoek er maar eentje met minder kilometers op de teller. Dat dus toch wel. Nu zijn auto’s gemiddeld een stuk beter dan vroeger maar als het stuk gaat wordt dat dus, begrijpelijk, abnormaal gevonden en reparatie is hedendaags ook relatief echt een stuk duurder.
Ik durf zelfs te zeggen: “propaganda”.