De bancaire 0% rente regeling heeft nogal wat kille investeerders veranderd in kopers van klassieke motorfietsen en auto’s. Want hoe ongeloofwaardig het is: het wemelt buiten onze vriendenkring van de mensen waarbij het geld over de plinten klotst.
Even een BMW R75 scoren voor een ritje langs het strand
Zo werd ik benaderd of if ik een militaire BMW R75 combinatie te koop wist. Binnen twee weken. Ongeacht de prijs. Ik weet er drie te zitten. Maar daarvan waren er twee niet te koop en wachtte de derde op restauratie. Later hoorde ik dat de zoeker zo’n machine zocht om in Normandië het 75 jarige bevrijdingsfeest te vieren. Hij vond en kocht er eentje voor – naar mijn info – ruim het dubbele van de gangbare waarde. De machine werd in Denemarken met het vliegtuig opgehaald en naar Frankrijk gevlogen. Toen bleek de koper weer met iets bezig om nog meer geld te verdienen en had hij geen tijd om naar Normandië te komen. Dus als er nog iemand is die de hoofdprijs voor een R75 driewieler wil neerleggen?
Eerst waren ze gewoon oud
In de tussentijd zijn sommigen onder ons zo ongeveer van de leeftijd dat we veel van die onbetaalbare klassiekers nog gewoon als ‘oude motorfietsen’ hebben gekend. Waarbij we voor het gemak vergeten dat 200 gulden voor een 750 cc Harley zijklepper nog best een bedrag was in 1960. In dat jaar was bijvoorbeeld 200 gulden bijna een half bruto modaal maandsalaris.
Gelukkig is het nog steeds zo dat je voor behapbare bedragen klassiekers kunt kopen. Alleen zijn dat dan doorgaans geen V-twins uit Amerika of Italië en geen Abarths of AC Cobra’s meer. En het zijn ook niet de tot in perfecte nieuwstaat gerestaureerde exemplaren van de toppers van toen. De wens om zo’n topstuk te kopen is gewoon de voortzetting van onze jeugddromen. Toen ik ooit aan een bouwdozenverkoper vertelde dat ik een bouwdoos van een Triumph T15 Trident zocht omdat ik zelf zo’n ding had, was de verkoper verbaasd. “Mensen kopen juist de bouwdozen van motoren en auto’s die ze niet hebben.” Wat dat betreft had ik meer succes met het scoren van een bouwdoos toen ik zo’n dertig jaar geleden een bijna perfecte Black Bomber kocht. Die Honda kostte me 3.000 gulden. De bouwdoos kostte 39,50.
Een schrale troost?
Zoals gemerkt zijn er nu dus mensen die wel het geld hebben om dromen van toen te kopen. Terwijl anderen zich nog steeds troosten met de gedachte dat je dromen het best blijven als ze dromen blijven. “Het bezit van de zaak is het einde van het vermaak…” Ik erken dat dat een zwaktebod is. Maar toch.
Maar er zijn plenty kansen
Als we een klassieker in eerste instantie blijven zien als een passie en niet als een investering, dan zijn er ook nu nog heel veel mogelijkheden om voor het befaamde ‘weinig’ een heel leuke klassieker te scoren. Daarbij moet je alleen geen trendvolger zijn. Voor de goed rijdende Ducati 750 GT die ik voor 2.200 gulden kocht zou ik nu zomaar € 16.500 hebben moeten aftikken. Maar voor mijn heel nette 1985’er Moto Guzzi V65C betaalde ik dit jaar € 1.500. Daar kwam nog eens iets van € 500 bij om hem te krijgen zoals ik hem wilde. De Guzzi wordt bijna dagelijks gebruikt en hoe vaak ik al heb gehoord “Maar dat is een mooi oudje!” heb ik niet eens bijgehouden.
Zeg: “Tussen de twee en de vier…”
Voor bedragen tussen de € 2.000-4.000 kun je nu een heel trotse en tevreden klassiekereigenaar worden als je het op twee wielen zoekt. Maar ook op automobiel vlag worden nog lang niet alle bedragen met vijf cijfers geschreven. Want laten we wel wezen: 24.500 euro voor een Lelijke Eend is de waanzin voorbij. Maar voor een mille of vier heb je een heel nette Dyane. En als er wat werk aan je nieuwe aanschaf zit? Dan bof je. Want dan heb je tot april om hem helemaal in orde te krijgen.
Daar til je zomaar een ton voor af
Die kostte twee mille
Staat te koop voor 2500 euro
Op school, met wekelijks 5 gulden zakgeld, kocht ik in 67 mijn eerste Jawa van een broer van een vriendin van mijn zus voor 85 gulden want ik kon echt geen 36er Harley kopen voor 250 gulden. Toen ik mijn rijbewijs haalde in 68 werd die Jawa opgevolgd door een BMW R25 van een neef van mijn vader. Gelukkig kon ik thuis geld lenen toen in 69 een heel mooie voorbij kwam en zo is het begonnen. Maar een half maandsalaris van 200 gulden? Dat had ik best wel willen verdienen.
Dat was volgens het CBS modaal….
Waarbij we voor het gemak vergeten dat 200 gulden voor een 750 cc Harley zijklepper nog best een bedrag was in 1960. In dat jaar was bijvoorbeeld 200 gulden bijna een half bruto modaal maandsalaris ?
Ik denk niet dat dat duur is.
Je mocht willen dat je tegenwoordig een 750 cc Harley kan aanschaffen voor een half maandsalaris.
Als freelancer kan ik die droom delen 🙂
Ik wacht nog steeds op het moment dat de Audi 80’s van rond 1990 zo’n status bereiken…
Je hebt een goede smaak. Maar de haalbaarheid hangt van je leeftijd af 🙂