in

MG Sebring. Een bijna echt exemplaar

In de auto-industrie is imago erg belangrijk. En de op de B volgende zescilinder MG MGC GT had stoerheid nodig. Daarom werd de strijd gezocht.

Dat begon met een viercilinder

Het zou daarbij de laatste viercilinder fabrieksrace-inzet van het merk zijn, en hoewel de Sebring van ’67 de eerste score was, zou het nog indrukwekkender worden en zou zo’n MG als tweede eindigen in de klasse op de Targa Florio uit 1968. Nogmaals, de ooit als wat saai geziene GT versloeg een hele kuddes 911’s, Alfa Romeo’s en een Ferrari Dino.

Voor de uiteindelijke MG MGC ‘GTS’ of ‘Sebring’ zescilinder racewagens werden speciaal vervaardigde aluminium carrosseriepanelen besteld. De meeste daarvan zijn gemaakt op reguliere matrijzen van Pressed Steel. Spatborden waren een opvallende uitzondering: ze waren met de hand gemaakt en ze hadden agressieve brede schouders die passen bij oversized banden.

De vastgeschroefde panelen werden gemaakt van aluminium inplaats van staal: de voorste volant, de voorspatborden, de deurbladen en GT-kofferdeksels. (Aluminium motorkappen waren al standaarduitrusting.) Aluminium achterspatbord verbreders werden geklonken op gemodificeerde stalen zijpanelen en de klinknagels werden verborgen onder de carrosserievuller en verf. De aluminium daken werden ook geklonken en vastgelijmd.

De huidige aftermarket Sebring kits van nu zijn trouwens van kunststof

De onderliggende structuur van de MG MGC GTS-carrosserieën bleef echter in wezen standaard. Sterkte en stijfheid werden gegarandeerd door middel van extra puntlassen. Gewichtsverminderingen waren niet beperkt tot de carrosserie. Zo werden motorblokken en cilinderkoppen van aluminiumlegering speciaal gegoten om gewicht te besparen in vergelijking met de ijzeren blokken en koppen die worden gebruikt in productie auto’s.

Hoeveel sets aluminium Sebring panelen zijn er gemaakt? Daarover is duidelijkheid: In alle opzichten genoeg voor zes complete auto’s plus enkele reserveonderdelen.

Van vier naar zes cilinders

Een fascinerende rimpel in het MG GTC GTS-verhaal is dus dat de eerste GTS-raceauto debuteerde met een viercilinder motor en een gewone MGB-motorkap. Deze zelfde auto werd geüpdatet met een zescilinder motor en een andere motorkap, en werd in 1968 en 1969 op Sebring geïntroduceerd. Dit waren roerige jaren voor MG en voor de afdeling Comps. De bedrijfsovername had een wissel op hun toekomst getrokken. In 1969 was ‘British Leyland Motor Corporation’ de officiële naam van de deelnemer toen MGC GTS-raceauto’s deelnamen aan de Sebring Twelve Hour race. Dit was de laatste ‘fabriekswedstrijd’ voor het MG-merk.

Onze Sebring

Dat is een nepper. Met een viercilinder. Over de historie is de breed glimlachende eigenaar, Sander Buitink uit Zelhem, duidelijk: “Vorige week was hij nog niet van mij”. En: “Het is gewoon een lekker ding om mee te stoeien”. Waar Frans Mandigers tegenwoordig auto’s en motoren van instant patina voorziet, daar heeft deze MG echt getuigenissen van een avontuurlijk leven. Voor puristen is hij natuurlijk hoe dan ook ‘Voud!’. Maar hij is absoluut tijdsorigineel en hartveroverend. Deze replica uit de vrije hand is als een ouderwetse straatjongen: Hij is niet erg welgemanierd, heeft een grote bek, maar hij redt zich prima. En hij is betaalbaar en inzetbaar.

De zo goed als Sebring heeft een getuned 1800 blok met grote Amals, een hete nokkenas en een big bore uitlaat. Maar de echte Sebring? Dat is andere koek: De 2912 cc ‘C’ serie zespitter daarin levert zo’n 220 pk en ademt in door drie 45DCOE Webers en heeft een MGM5C nokkenas. De auto heeft een vierbak plus een Quaife ATB differentieel en heeft voor onafhankelijke wielophanging. Achter heeft de MG een starre as in semi elliptische veren. Rondom zitten er schijfremmen onder.

Lees ook:
Rijden met de MG MGC GT
MG MGB Roadster (1964) en Triumph Spitfire IV (1977) 
Elektrische MG Midget, de e-Midge
MG Midget – De MG van de dokter
Voer voor puristen: verbeteringen aan een MGB

MIS GEEN ARTIKEL MEER

REGISTREER GRATIS

EN WE STUREN U ELKE DAG ONZE NIEUWSBRIEF MET DAARIN DE LAATSTE VERHALEN OVER KLASSIEKE AUTO'S EN MOTOREN

Selecteer eventueel andere nieuwsbrieven

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

 

 

 

7 Comments

Leave a Reply
  1. Prachtige auto! Kleine opmerking: de carburateurs zijn de standaard SU HS4’s, geen “grote Amals” zoals ze in de tekst worden genoemd.

  2. Gaaf ding zeg. Btje jammer van de “niet zescilinder”. Zelf heb ik een rubberbumper GT met een kente-ken uit 1976 gehad. Een geboren Belg maar hoe lang hij daar heeft rondgereden, geen idee. Onder mijn bewind is de GT gerestaureerd (roesttrauma opgelopen) en ergens in 1994 verkocht. Volgens de RDW verloopt zijn APK in september volgend jaar, dus leeft-ie nog?
    Naast MG zescilinders is er door Ken Costello ook een aantal V8 GT’s gebouwd, met de Rover (Buick) V8’s. Hij was dit project ge-start toen bleek dat de door MG geleverde GTC te log bleek.
    “Au” deed een been van MG, probeerden Costello tegen te werken en produceerden er zelf zo’n 2600 stuks. Leyland had MG inmiddels ook geconsumeerd en wilde naast o.a. de Triumph Stag geen concurrentie uit eigen stal hebben.

  3. Prachtig verhaal over een heel fijne auto, lijkt me. In de 60-er jaren reed ik zelf een “tartan red”: MGB die ikzelf enigszins getuned heb. Hoewel ik veelpleger had aan mijn “B”, lekmik wel verlekkerd naar en “Jacques Coune” versie van de MGB-GT, met prachtige ingebouwde koplampen ala Jaguar E-type.
    Momenteen heeft mijn oudste zoon een B-GT die hij aan het ombouwen is naar een verbrede/verlaagde uitvoering met onafhankelijke achterwielophanging (van BMW) en met 4,6 liter V8 in het vooronder om er lekker mee op circuits te kunnen spelen. Als dat af is en ik dan nog fit genoeg wil ik ook nog wel wat rondjes maken, zoals ik vroeger niet mijn B deed op de publieksdagen in Zandvoort.

  4. Ik heb deze wagen nooit eerder gezien en vind ‘m zeer apart van design. Zo’n wagen waar je vanuit een floeren zetel alleen al, urenlang kan naar kijken. Een beter kijkcijfer kan ik niet bedenken. Ik heb dat ook met de mooiste Mini’s uit de sixties. Die karaktertjes zijn gewoon àf, daar kan een moderne Mini niet aan tippen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

The maximum upload file size: 8 MB. You can upload: image. Links to YouTube, Facebook, Twitter and other services inserted in the comment text will be automatically embedded. Drop files here




Nu in de kiosk

Bekijk de bijna veertig pagina's tellende preview via deze link of een klik op de omslag.

Het decembernummer, met daarin:

  • Alfa Romeo Giulia 1300 Super
    Erik van Putten verkent de tijdloze charme van de Alfa Romeo Giulia 1300 Super, met beelden van Bart Spijker en hemzelf. Het verhaal duikt in de wereld van Alfa-liefhebber Koen de Groot, wiens familie diep geworteld is in de Alfa Romeo-cultuur. Koens' bijzondere relatie met zijn Giulia, een auto die hij al jaren koestert en die binnenkort een indrukwekkende upgrade krijgt, wordt uitgelicht. De Giulia symboliseert autoliefde en erfgoed, een passie verrijkt door Koens vader Frans, een Alfa Romeo-expert en -liefhebber.
  • Dubbel Gebruikte Typeaanduidingen
    Peter Ecury ontrafelt fascinerende verhalen uit de autowereld in de 32e aflevering van zijn serie over dubbel gebruikte typeaanduidingen. Deze editie biedt een update over de geruchten rond Peugeot en Porsche en duikt in de geschiedenis van de typeaanduiding '142', gebruikt door merken als Volvo en Austin. Ecury bespreekt ook de evolutie van de term 'GT' en het controversiële gebruik van de letters 'SS' in autonamen na WOII, met voorbeelden als de Chevrolet Impala SS en de Alfa Romeo Giulietta SS.
  • Ducati 750GT, 860GT en 900GTS
    Hans Smid belicht de Ducati rondcarters, geproduceerd van 1972 tot 1974, die minimalistische schoonheid combineren met unieke techniek. Dit artikel beschrijft Ducati's innovatiedrang en de creatie van deze modellen, benadrukt de uitdagingen en kosten bij het verzamelen ervan, en toont Ducati's reis van bijna ondergang naar iconische status.
  • Horex Imperator
    Marina Block vertelt het verhaal van de Horex Imperator, een iconische motorfiets uit de jaren 50, bekend om zijn sportiviteit en geavanceerde techniek. Ondanks de sluiting van de fabrieken bleef Horex bekend, mede door stripfiguur Werner en recente heruitgaven. De Imperator, met zijn innovatieve parallel twin en bovenliggende nokkenas, inspireerde latere ontwerpen en wordt geprezen om zijn kwaliteit en design, ondanks beperkte verkoopsuccessen.
  • KlassiekerPost
    Lezers van Auto Motor Klassiek delen hun ontdekkingen en ervaringen. Eddy Joustra ontdekt een Peugeot 203 pickup in Heerenveen, terwijl Robert Reessink in Italië een unieke Moto Guzzi bromfiets fotografeert. Verhalen variëren van Chris van Haarlems Schotse scooteravonturen tot Bram Droogers vondst van een Rolls-Royce Corniche en twee FIAT 850's. Ben de Man vindt een bijzondere Chevrolet Step-Van in Nederland, en lezers delen correcties en aanvullingen op eerder gepubliceerde artikelen.
  • Nissan Silvia 1.8 Turbo
    Aart van der Haagen onthult de geschiedenis van een zeldzame Nissan Silvia 1.8 Turbo, oorspronkelijk als bedrijfswagen geregistreerd. De eerste eigenaar transformeerde de auto naar een gezinsvriendelijk voertuig, en Jan Manenschijn koestert nu deze ongerestaureerde parel met slechts 67.000 kilometer op de teller.
  • Peugeot 205-collectie Team VCC Twente
    Aart van der Haagen belicht de verzamelpassie van Team VCC Twente voor Peugeot 205-modellen. De broers Peter en Niek Olde Veldhuis verzamelden unieke exemplaren zoals de GTI en CTI, en zelfs een zeldzame 1.9 GTI Dimma. Hun collectie toont de transformatie van een ooit gewoon model naar een bijzondere klassieker.
  • Volvo en Klassieke Auto's
    Alain Pondman van Volvo Lotte spreekt over de echte waarde van klassieke auto's. Hij bekritiseert de trend van goedkope, slecht onderhouden klassiekers op Marktplaats, benadrukt het belang van het maken van herinneringen met oldtimers, en adviseert kopers om te investeren in kwaliteit en duurzaamheid.
  • Volkswagen Kever 1955 - Tweede leven
    Max de Krijger vertelt het verhaal van Hendrik Jan Hofman, een gepassioneerde Kever-restaurateur. Hofman bracht een zwaar beschadigde 1955 Kever weer tot leven met een toewijding aan perfectie en detail. Deze groene Kever, compleet met handgemaakte kinderstoel en open dak, weerspiegelt zijn vakmanschap. Hofman overweegt nu de verkoop van de Kever om zich op een nieuw project te richten.
  • KlassiekerPost
    In de KlassiekerPost-rubriek van Auto Motor Klassiek delen enthousiaste lezers hun unieke vondsten en persoonlijke ervaringen. Eddy Joustra stuit op een zeldzame Peugeot 203 pickup in Heerenveen. Robert Reessink legt in Italië een unieke Moto Guzzi bromfiets vast op camera. Chris van Haarlem deelt zijn Schotse scooteravonturen, inclusief een onverwachte ontmoeting met een Austin A30 op het eiland Skye. Bram Drooger spot een elegante Rolls-Royce Corniche en twee FIAT 850's. Ben de Man ontdekt een bijzondere Chevrolet Step-Van in Nederland. Deze rubriek illustreert de diversiteit en diepgewortelde passie van klassieke auto- en motorliefhebbers, met verhalen die variëren van lokale ontdekkingen tot internationale schatten. Daarnaast bieden lezers waardevolle correcties en aanvullingen op eerder gepubliceerde artikelen, zoals P.B.T.M. Matthijssen's input over de Ardie/Dürkopp Dianette, wat bijdraagt aan de rijke en veelzijdige inhoud van het tijdschrift.
  • Opnieuw bijna twintig pagina's korte berichten over van alles en nog wat, wat met klassiekers heeft te maken
  • En natuurlijk onze rubriek 'Klassiekertjes' waarin u lekker rond kunt shoppen op zoek naar uw volgende klassieker.

Het perfecte leesvoer voor een avondje of meer ongestoord weg te dromen. Hij ligt nu in de winkels. Een abonnement is natuurlijk beter, want dan mist u geen nummer meer en u bent nog eens veel goedkoper uit ook. Niet verkeerd in deze dure tijden.

Vroeger hadden we nog winters – column

Citroën Ami

Citroën Ami 8