Klassiekers en investeren? Ze passen doorgaans niet in een oude sok onder het bed. Maar ze zijn investeringstechnisch best interessant met de trend van de huidige rentes. Bovendien: als de rente negatief wordt, dan komt er een tekort aan oude sokken in dit land. Wees, als het zover komt, voorzichtig met het openen van de voordeur als er wordt aangebeld.
Het geld in een oude sok kun je alleen maar ‘s avonds tellen
Denk aan Dagobert Ducks tragische situatie. Maar van het spaargeld in de vorm van een mooie klassieker? Daar kunt u, daar kunnen liefhebbers echt van genieten. De aanschaf van uw eigen tijdmachine is daarbij goed verdedigbaar, zelfs tegenover de meest kritische schoonmoeders. Want dat je er niet op hoeft af te schrijven of er zelfs blij aan kunt winnen? Dat maakt de pret alleen maar groter.
Klassiekers zijn tegenwoordig allang niet louter een passie meer die per definitie geld kost. Klassiekers zijn ontdekt door mensen die erin investeren en speculanten. En op de kwelbuis of je beeldschermpje zie je hoe klassiekers voor miljoenen per stuk onder de hamer gaan. De kopers zijn waanzinnigen met onbeperkte saldo’s. Pieker en niet meer over. Amerikanen zijn gek. Saoudi’s zijn gek. Alle lieden uit de Golfstaten zijn gek.
De mooiste klassiekers zitten – denken wij – nu het hoogst in de boom qua prijzen. Als korte termijn verdienmodel zien we er niet veel meer in. Maar of die topstukken waardevast blijken en blijven? Daar geloven we in. Zeldzame, mooie dingen blijven hun prijs verregaand houden. Want er zijn intussen zoveel mensen dat er altijd mensen met veel geld (en een gepaste dosis hebzucht) zullen zijn.
Klassiekers kunnen een gezonde investering zijn
Maar klassiekers als investering zijn binnen de menselijke maat zo gek nog niet. Dan kan dat net zo goed een (bijna) perfecte Trabant, een Opel Ascona, een Riley of een Citroen CX zijn. En patina is momenteel meer waard dan showroom shine. Maar verwar patina niet met tekenen van verwaarlozing en ontbinding.
De tijd dat opknappers of auto’s met werk gezochte handel waren is voorbij. Net zoals de generatie van garagisten en liefhebbers die met vuil onder de nagels en een zwarte veeg in het gezicht geboren een gepasseerd station zijn.
Het restaureren van een klassieker kost doorgaans (veel) meer dan dat de waarde van het lijdend voorwerp ooit zal zijn. En met alleen ‘verkoopklaar’ maken, maak je nog geen waardevolle klassieker.
Investeren is ook nadenken
Bij het aanschaffen van een klassieker met het idee dat er aan te verdienen valt moet je voorloper – early adopter – zijn en niet direct morgen al de klapper van je leven willen maken. Van alles dat gangbaar of gewenst is, zijn de prijzen mondiaal bekend. En dankzij Internet oriënteert iedereen zich op die prijzen. En veel van die prijzen zijn droomprijzen.
Voor de smetteloze witte op de foto Rus werd 18.000 euro gevraagd. Hij ging weg voor vier mille. Een perfecte lelijke eend? Daar wordt momenteel zomaar krap 20 mille voor gevraagd. Dat is geen blije investering meer.
De kans dat je voor kleingeld een bijna perfecte E-type, Gullwing of Porsche van een keurig oud dametje vindt is tamelijk klein. Maar een bijna perfecte Toyota Crown uit de nalatenschap van een echtpaar dat de Japanse edelkoets alleen gebruikte om bij het ter kerke gaan indruk te maken op de geloofsgenoten? Dat kan een gouden greep zijn.
Een mooie Lada is ook de overweging waard, net als een vroege Polo die zijn leven als derde- of vierde auto binnen de familie heeft geleefd. We zagen onlangs een ZGAN Visaatje voorbij komen. Voor 600 euro. Daar ga je geen tonnen aan verdienen. Maar wat moet je met zoveel geld? Als u zoekt op wat is mijn auto waard, dan vindt u over het algemeen genoeg websites die een goede indicatie kunnen geven over de waarde van uw auto.
Er zijn heel veel klassiekers – of youngtimers die ‘bubbling under’ zijn. Auto’s die in goede tot zeer goede staat nog heel prettig geprijsd zijn. Dat zijn doorgaans auto’s uit het segment tot en met de hogere middenklasse. Auto’s die niet per definitie bewaard en gekoesterd zijn. Auto’s waar we nu al de prijzen voorzichtig van zien stijgen.
Maar koop, hoe mooi en goedkoop hij ook is, geen diesel meer. Het milieu vindt dat niet goed omdat het Schiphol belet te groeien. De uitstoot van deeltjes is bij die oude klassiekers overigens veel minder gezondheidschadelijk dan die bij de nieuwste diesels. Oude diesels stoten fijnstof uit dat u gewoon kunt ophoesten. De veel fijnere deeltjes van nieuwe diesels gaan direct de bloedbaan in.
Beste Dolf,
weer een mooi “kritisch” verhaal over klassieke investeringen.
Helaas wordt de maatschappij, nadat de overheid is terug getreden, door de markt geregeerd. De overheid besteed nu zelfs de controle uit aan de markt en houdt zo de “regie”. We zien dus dat de auto-lobby in Den Haag haar kans heeft gezien. Subsidies eerst op Hybride, dan weer full-electrisch etc. Er wordt niet gekeken naar het werkelijke effect. De FOOTPRINT.
Het milieu effect van de accu’s (Tesla) blijkt erg slecht te zijn. “De terug verdien tijd” van een benzine auto is meer dan 100.000 km, voor een elektrische auto tussen de 500 – 700 K. (men verkoopt na 200 K de lease auto)
Hoelang mogen we nog door rijden met onze mooie klassieker totdat de marktlobby in Den Haag ons verbiedt?