Ooit de enige gebruikte auto die nog minder waard was dan een Citroën BX: de Volvo 340. De auto die eigenlijk een DAF was. Een auto die gelanceerd werd inclusief kinderziektes die je bij Britse of Italiaanse auto’s zou verwachten. De auto met de doorontwikkelde traploze aandrijving van de DAFjes van voor die tijd. Deze ‘zo goed als Volvo’s’ overleefden hun moeilijke jeugd en werden braaf burgerlijke compacte middenklassers.
U kunt vandaag de dag nog steeds een DAF 340 kopen. Alleen is daar nu wel een groot rijbewijs voor nodig. DAF’s met de 340 aanduiding zijn momenteel vrachtauto’s. Maar eerst werden de personen DAF’s Volvo’s.
DAF wordt Volvo
In 1974 kocht het Zweedse Volvo onze nationale trots DAF. Met in het achterhoofd de gedachte om ook in het compacte segment voet aan de grond te krijgen. Het is duidelijk dat ze zin hadden in de DAF 77, die toen in ontwikkeling was en een opvolger moest worden voor de 66. De 77 kwam nooit als DAF op de markt, maar werd in 1976 geïntroduceerd als Volvo 343.
Als personenauto’s evolueerden de DAF’s dus tot instant Volvo’s. De 300-serie met een 4 in het midden (340, 344, 345) had een Renault-motor aan boord. En of ze ooit het Echte Volvo gevoel hebben gegeven? Ach, ze deden hun best.
Ze groeiden naar perfectie
De inmiddels Volvo 340/360 serie rijpte door een constante modelzorg uit tot prima auto’s voor brave mensen. Alleen de tweeliter versie zorgde voor wat spanning in het verhaal. De gewone veertienhonderds draaiden allen fors toeren zonder dat er veel wilds gebeurde. Door de goede geluidsisolatie bleven ze er wel aardig stil bij. De auto’s kwamen terecht in het laagste prijssegment in de occasion rubrieken. Ze sneuvelden daarna massaal door gebrek aan onderhoud en corrosie. De vroege exemplaren lijken bijna allemaal de strijd met het roestspook te hebben verloren. Maar deze 343 DL is een zeldzame uitzondering.
Een perfecte overlevende in een gedetailleerd verhaal
Erik van Putten tekent de Volvo 340 historie met veel details op aan de hand van een zeldzaam mooi overlevend exemplaar, dat onlangs werd afgestaan door zijn eerste eigenaar, die de Volvo op 7 mei 1987 nieuw kocht. En hem daarna 33 jaar koesterde. In die 33 jaar reed de automaat 58.000 gedocumenteerde kilometers.
Het verhaal gaat over de historie, de techniek, de details. En over de emotie van het bezitten van een Volvo 340. Intussen zitten de Citroen BXsen duidelijk in de populariteitslift. En waar die kleine hydrauliques scoren met hun unieke veersysteem, daar pakt de 340 punten met zijn unieke variabele transmissie.
Onverwachte dynamiek
Heel lang en vastberaden werd de Volvo 300-serie (vooral in de CVT-uitvoering) gezien als vervoermiddel voor de wat oudere, erkend rustige mensen. Dat de Volvo 300-serie ook een erg dynamische tweede persoonlijkheid had, bleek wel uit het feit dat veel 360’s hun laatste dagen sleten op allerlei circuits. Waar ze heerlijk – en goedkoop – speelgoed waren door hun conventionele achterwielaandrijving met een starre De Dion-as. Ook was er voor sportieve Volvo rijders het R-Style Volvo Competition and Performance Parts programma met motor tuning kits, speciale remmen, verlagingssets, sportsturen, sportuitlaten, spoilersets, en verstralers en mistlampen. Zo’n R style Volvo (in wording) vonden we bij Theo Voskuil. En de wedergeboorte van de DAF – HERSTEL: Volvo – was er eentje uit passie. De opdrachtgever beseft volkomen dan zijn heel zeldzame Volvo nimmer ‘zijn geld zal opbrengen’.
Ook beslist even lezen:
– De Volvo 740 stationcar. een Echte Volvo
– Rijden met de Volvo 240. Therapeutische oerkracht.
– Volvo 242 custom restauratie
– Volvo blikt terug op veiligheidsinnovaties en introduceert databank
– De eerste drie decennia van Volvo, negentig jaar Zweeds autobouwer
Ja die 340 voor de vrachtwagens was de aanduiding van het aantal paarden aan boord, en die Renault motoren ach waren zo slecht nog niet in een personen Volvo,een ander verhaal ben zelf lang vrachtwagen chauffeur geweest en de Volvo vrachtwagens de F en de FH hadden in het begin RENAULT onderblokken met Volvo cilinderkoppen en die waren met normaal gebruik niet stuk te krijgen maar er waren altijd chauffeurs die alles stuk reden wij grinnikte dan altijd 1 paard extra aan boord die niet stuk gaat, enkel hun eigen ros hielden ze heel.
Daf 340 een truck ? Heel apart ! Vooe zover ik weet bestaan de Daf modellen uit de LF-, CF- en XF-serie
Vele politiekorpsen reden met ‘onze’ Volvo 340/360, want rechtstreeks van DAF’s tekentafel ingezet worden als een Volvo betekent ook dat het model eigenlijk ‘van ons’ was.
Heerlijke auto, niet snel maar hij bracht je waar je wezen moest.
Wordt nog niet zo gewaardeerd als de 440-serie, maar mogelijk komt dat nog.
Is het tegenwoordig ook weer niet ‘kewl’ om in een oud Dafje te rijden?
Ja, die hoge toerentallen.
Gepland was om niet de Cleon-Fonte 1400, maar de Cleon-Alu uit de Renault R16 in te bouwen. De Variomatic, pardon, CVT, kon dat aan. Maar het zou de auto te duur maken. En hij was al duur. De merknaam Volvo staat ook voor een heleboel research en veiligheid dat uiteindelijk in de prijs terechtkomt.
Een van de kritiekpunten van Autovisie was, dat de eerste 343 net zo duur was als een Volkswagen Passat. En een Passat gold als een klasse hoger dan deze edeldaf. Met de 1600-motor was de auto nog eens zo’n 1500 gulden duurder uitgevallen en bijna onverkoopbaar geworden.
Uiteindelijk werd dus de al uit de Renault R8/R10 stammende Cléon-Fonte gebruikt, door Volvo B14 genoemd, die zijn vermogen van 72 pk uit 1400 cc, een registercarburateur en een hoog toerental moest halen. Een kwestie van wennen voor de eigenaars maar het was voor nieuwe klanten vaak wel een bezwaar tijdens de proefrit.
En nee, heel stil was die eerste 343 niet. De motor niet en de CVT onder de ietwat dun uitgevallen achterbank ook niet. Mooi was het allemaal wel.
Olav, bedankt!
Uiteindelijk krijgt alles erkenning. Mooi is dat!