Net als bij de Volvo’s waren bij Peugeot de breaks, de stationcars, een stevig deel van het verdienmodel. En waar er onder mensen nogal wat verwarring heerst over wat ons na ons definitieve vertrek op ons wacht, daar was het antwoord op de vraag als het Peugeots betrof: “Afrika”.
Het laatste leven in de oude koloniën
In de voormalige Franse koloniën en andere ex-wingewesten waren de grote Peugeots helemaal ‘hot’. Ze waren sterk, groot en technisch eenvoudig. En dat er bij al die 504 breaks een hoop zaten die hier geen APK of handelswaarde meer hadden? Geen probleem!
Bij importeur Nefkens in Utrecht was de export van gebruikte Peugeots naar Afrika een serieus verdienmodel. Ze gingen met wagonladingen weg van industrieterrein Lage Weide. In Afrika werden de auto’s behandeld als de lokale ezels of kamelen. Zonder verstand, begrip of respect. Daarbij bleven ze aanzienlijk langer functioneren dan de concurrentie op vier poten.
Klassiekers in de zon
Het idee om dus klassiekers te gaan scoren in wat we voor het gemak ‘Afrika’ noemen is dus geen wereldidee. Het enige voordeel in de regio is dat er niet gestrooid wordt. Even terzijde: Originaliteitsliefhebbers moeten zich ook niet blind staren op de veel bezongen Cubaanse klassiekers. Er rijden daar meer Lada’s dan US tanks. En veel van die Amerikanen hebben intussen een Lada viercilinder onder de kap.
Wat wel voor de lokale bevolking spreekt is dat ze improviseren tot nieuwe, grootse hoogtes hebben gebracht.
Kansen en gevaren
In vroeger tijden waren er in – daar gaan we weer – ‘Afrika’ nog wel vondsten te doen. Nadat er diverse koloniale verledens waren afgesloten waren er nog veel auto’s en motoren achtergebleven. Voorzover ze niet gewoon vergeten werden als de benzine op was, werden ze gebruikt totdat ze boven het toenmalig technisch niveau van de lokale bewoners stuk gingen. Dan werden ze gewoon neergezet. En vergeten. Dat gebeurde ook op overheidsniveau.
En zo werd er een jaar of twintig-dertig geleden nogal eens een loods met vergeten Jeeps, ambulances of staatslimousines ontdekt. Maar intussen zijn al die ex kolonies door ondernemende zakenlui uitgeplozen op moois. Natuurlijk bestaat er nog steeds een kans dat er nog een keer een hele partij ZGAN Ford Transits of Harleys uit Griekenland komt. Maar die kans is klein. In voormalig Brits India zijn alle oude schuren en garages van de lokale maharadja’s trouwens ook al leeggehaald.
Maar toch…
Toch kan het leuk zijn om straks, als we weer voor kleingeld de wereld rond kunnen vliegen, eens wat ‘Afrikaanse’ landen te bezoeken. Of om daarover te dromen. Want we kennen iemand die dat plan ook had. Hij had een heel netwerk opgebouwd en stond op het punt om de vondst van zijn leven te doen. Hij werd vervolgens door zijn lokale zakenpartner gekidnapped en zijn familie moest losgeld betalen. Dus mocht u op uw ontdekkingsreis in Kananga tegen een vriendelijke klassiekerliefhebber aanlopen die u foto’s van zijn collectie laat zien waar hij helaas afstand van moet doen… Laat hem lopen.
Ach. Dromen is leuk. Je doet het bij voorkeur in bed. Maar waarom zou je naar Afrika reizen om klassieker te kopen terwijl mensen uit alle continenten juist naar Nederland komen om klassiekers te kopen. Toch?
Beste Redactie
Ik kom al vanaf 1982 in West Afrika en voornamelijk Benin. Daar rijden nog een heleboel Peugeots 404, 504 en 505. Ikzelf heb voor mijn werk een Peugeot 404 pick up gereden en privé heb ik in Afrika een 504 en 2 x een 505 gehad. Ik heb in Nederland nu een 504 en een 404. De 504 gebruik ik voor dagelijks gebruik. Ik heb dus een heleboel foto’s van Peugeots in Afrika en ik zou het heel leuk vinden deze hier te tonen.
Paar jaar met veel genoegen en zonder roest in mooie donkerblauwe 504 Familiale gereden tot die te klein werd voor ons gezin. Ingeruild voor 2 x 305 break, ook hele fijne wagens!
Beste Peter en Jan,
Mercedessen roesten ook!
JP , daarom erger ik mij altijd aan die indianen verhalen , bij Opel en Ford waren ook de wielkastranden niet aan te slepen , bij de Capri vielen de koplampen uit de schermen , bij de Escort rotte de deuren eruit enz Zelfs bij een Rolls bleef er geen plaatwerk over achter de koplampen . Heb 12 jaar voor Peugeot gewerkt en zelf 4 typen 504 gereden waarvan 1 inderdaad een minder exemplar was , maar zoals gezegd een Spaans gefabriceerde . En met wat aandacht voor de bekende plekken viel het best mee . Daarbij , de klagers hadden 00k geen 400 gulden over voor een serieuze anti-roest behandeling .
De 504 & 505 werd tot 2004 nog steeds gemaakt door PAN (Poegeot Automobile Nigeria),
alle regerings auto’s waren zwarte 505’s, toen ik daar werkte van 2000 -tot- 2004.
Nu kom je in Senegal nog heel veel 504 ”Familia’s” (stations 9 zitters) tegen,
waarmee mensen vervoerd worden naar omliggende landen.
Binnenland Mali hebben nog heel veel boeren een 504 pick-up.
Motoren van deze auto’s schijnen ”Bullit Proof” te zijn, want het rijd nog steeds !!! …
In Gambia (Ex Engelse kolonie) niet -1- 404 / 504 / 505,
maar in de omliggende (ex Franse Kolonies) nog heel veel !!! …
Neem een taxi van Dakar Senegal naar Banjul Gambia,
of van Dakar naar Bamako Mali,
geheid je zit in een 504 Familia.
Ook op de taxi centrales in Gambia, waar de taxi’s aankomen uit Guinea – Cokancry,
staan heel veel 504 Familia’s.
Leuk, zo maken ze auto’s niet meer, die 50 jaar mee gaan,
en die je met -1- hamer en schroevendraaier aan de praat kunyt houden !!! …
Bart.
Senegambia , the Gambia.
Bart , het mooie van de 504 / 505 ,maar ook sommige andere motoren b.v. in de 104 , is dat de motoren voorzien zijn van los te vervangen cilinderbussen ( natte voeringen ) , dus als het draaiend gedeelte versleten raakt kun je gewoon een set zuigers met bussen en lagerschaaltjes bestellen .
Daar zit ook een pakkingset bij met ringen in verschillende dikten voor onder de cilinderbussen die het koelwater scheiden van de motorolie , Heel veel van de koppakking problemen bij de 504 / 505 kwam omdat er niet de juiste ringen waren gebruikt ( om de bus iets boven het blok uit te laten steken . En deze sets zijn nog , wil niet zeggen makkelijk , aan te schaffen . dus een motorrevisie is eigenlijk heel eenvoudig .
Altijd weer die sterk overdreven roest verhalen . Er waren inderdaad roestgevoelige jaargangen bij , dat zich vooral aan de onderzijde voorschermen , rond de kentekenplaat achter en onder de onderste ruitlijsten R en L voordeden . De enige echt slechte exemplaren kwamen rond 1978 en 1979 uit de spaanse assemblage , Franse hadden securit ruiten , het spaanse merk weet ik niet meer . ook maakte het wat uit of de tellerklokken waren geleverd door Veglia of Jaeger , die met Jaeger en Frankani verwarmingunits waren over het algemeen iets beter , Heb er zelf 4 gehad van GL tot Ti Automaat met leder , en alleen de Spaans geassembleerde gaf inderdaad wat sterker roest gedrag . Verder veel Automaten en injectie motor modellen omgebouwd voor de export , Saoudi Arabie en afrikaanse landen wilden geen automaten en injectie motoren ( Kugelfisher ) hebben , hadden ze geen verstand van , Dus complete cilinderkop over met spruitstukken , Versnellingsbak met tussenas en koppelingcilinders en pedaalstelsel over ( alles paste zonder meer , alle bevestigingen waren er , alleen moest er een busje om de ruimte tussen de stuurbekrachting ( die wel mocht blijven ) en motorblok te overbruggen worden gedraaid . De rest van de donor ging hier naar de sloop , en een voormaligTI og Ti automaat ging als GL met stuurbekrachtiging de grens over . Leuke tijd
Oh, de 504 breaks (waar komt dat woord vandaan?) van mijn vader, halverwege/eind jaren `70. De eerste ??-SL-45 een goudkleurige en, als mijn geheugen me niet bedriegt, met stuurversnellng, rug en billen zaten uitstekend op de beige bekleding.
“Dat komt door de metallic lak mijnheer Van Oudheusden”. Het antwoord op de vraag van mijn vader waarom er na pakweg een jaar al een bloemkoolkwekerij op o.a. de dorpels van de break verscheen. Ondanks opknappen maakte de “SL” plaats voor een metallic loze bordeaux rode, 504 break. Deze DZ-69-JZ werd geleverd in “Familiale” uitvoering, met een kek extra bankje helemaal achterin. Voor ons kinderen de iedere keer punt van twist wie er nu weer plaats mocht nemen helemaal achterin de “rode bus”.
Overigens hield de laatste, met vloerversnelling, het iets langer uit dan de eerste 504, voordat hij plaats maakte voor, als ik het goed heb een VW Polo,
Break komt van de Nederlandse benaming van een type koets met huif, de brik!
Er wordt gezegd dat het woord BREAK afkomstig is van BRIK, dat was een rijtuig in NL. Het was de naam die (André) citroen gaf aan de stationwagens. Ook weer vreemd, want André was toen volgens mij al lang dood.
404 uit 1971, idem. De plakken plamuur vielen helaas na drie weken weer uit de spatborden…ik was niet zo handig of niet snel genoeg om de roest bij te houden!
Lucky Luke schoot sneller dan zijn eigen schaduw. Misschien is zoiets met plamuren ook aan teleren
Mijn vader heeft ooit 3 nieuwe auto’s gekocht op 7 jaar tijd, allemaal 504GL.
De eerste (vóór 1974 met deurgrepen bovenop) had plaatwerk van betere staalkwaliteit. (geen roest na 5 jaar)
De 2e was na 3 weken in de prak gereden,
Daarna gemakshalve maar weer dezelfde besteld (1976) Deze had verzonken deurgrepen en was vreselijk roestgevoelig. Deze auto is na 4 jaar verscheept naar Afrika toen de trekhaak er spontaan afviel.
Mijn oom had ook een 504 besteld in 1978. Deze kreeg na 9 maanden overal roestblaasjes.
Motorisch en mechanisch waren het topauto’s. Een Mercedes 200 benzine was toen 3x duurder.
Als ik er eentje zou kopen, zou ik persoonlijk voor de bouwjaren 1967-1974 gaan, vanaf 1975 zou ik ze laten staan wegens de roestgevoeligheid.
Ah… Er wordt over nagedacht. Bedankt voor het aankoopadvies!
Mijn eerste en tot heden laatste ervaring met stuurschakeling had plaats in een semi-APK-waardige Peugeot 504 break. Inmiddels 30 jaar geleden. Maar het schakelde soepel en ‘zonder erbij na te hoeven denken’.