Kleinschaligheid lijkt vaak een gepasseerd station. Maar vaak is kleiner leuker. De week voor het Pinksterweekend vroeg buurman van een paar huizen verder of hij een motor kon lenen om naar een Oldtimerdag in Babberich te gaan.
Hij had als 80+ er zijn eigen motorfietsen weg gedaan
Maar dat was uit rationele overwegingen. Hij was uitgenodigd voor de rondrit. En het leek hem toch het leukst om dan maar zelf weer eens te rijden. Om zijn oude vrienden weer te zien. Ik had hem al eerder toegezegd dat hij altijd wat van me kon lenen indien nodig. En ik schatte hem nog steeds als fit en wakker genoeg in om die belofte gestand te doen. Verdorie, Gert is op zijn 82’ste scherper dan menig veertig plusser die ik ken. Hij vroeg me of ik mee wilde rijden.
Eerst een rondje om de kerk
Op eerste Pinksterdag reed hij een kennismakingsrondje op de Moto Guzzi California. Dat ging goed. Tweede Pinksterdag gingen we al vroeg naar Babberich. Daar organiseerde de Schutterij St. Anna een oldtimertreffen, inclusief en serieuze, maar heel kalme, toerrit met uitlopers tot over de grens. De deelnemers kwamen bijna allemaal uit de regio. Veel er van kenden elkaar. Al jarenlang. Erg leuk was dat het leeuwendeel op motoren reed die ze al (heeeel) lang hadden. Het deelnemersveld varieerde tussen een Zündapp KS100 tot en met een Triumph Daytona zijspancombinatie.
Die motoren waren in een nette, maar vaak.duidelijk gebruikte staat. Natuurlijk waren er ook wat top gerestaureerde exemplaren. Maar ook die machines waren weer zo mooi gemaakt om er echt mee te rijden. Bij sommige treffens en dat soort dingen heerst soms ‘poch&show’ factor. Op het vertrekpunt in Babberich heerste alleen broederlijke gezelligheid van mannen die allemaal al een heleboel kilometers hadden gegeten. Kleinschaligheid was troef. Alleen niet voor wat betreft het aantal mee gemaakte motor avonturen.
Einde verhaal
Een kilometer voor het eindpunt van de rit ging het vuur onder de frieten van Gerts geleende motor uit. Geen vonken meer. Er stopte iemand waarvan ik dacht dat hij veegploeg was. Maar het was gewoon iemand met een motorfietsaanhangertje. Die vond het geen probleem om even wat om te rijden. De Guzzi werd opgeladen en naar het huis van een bekende van Gert gebracht. Die bekende was ook motorrijder en verzamelaar. Maar omdat hij ook aan de rit mee deed was hij niet thuis.
De motor waar ik zelf op mee reed is definitief een solofiets. Maar als de bestuurder van zo’n eenzitter gewoon op de tank gaat zitten en de passagier op het zitje plaats neemt en de bestuurder stevig omarmt, dan kom je een heel eind. Ook als elk van de opzittenden ruim boven de 1m80 meet. Het voorstel om het transport zo op te lossen kwam trouwens van de 82 jarige zelf.
En zo kwamen we toch bij het schuttersgebouw waar alle motoren, klassieke auto’s en tractoren verzameld waren. De eigenaar van het huis waar de dode Guzzi was geparkeerd meldde dat hij eens naar de twin zou kijken (hij bleek ook een complete werkplaats te hebben) en hem in elk geval aan de lader te zetten.
We lummelden nog tevreden wat rond en bekeken wat er binnen en buiten aan moois was opgesteld. Gert raakte aan de praat met iemand die hem een lift naar huis aan bood. Ik stapte op mij eigen klassieker voor alle dagen die nu al bijna drie ton op de klok heeft.
Grote en grootste evenementen zijn erg indrukwekkend. Maar ik kan niet anders dan concluderen dat het soort kleinschalige en lokale of regionale evenementjes hart veroverend zijn.
Helemaal mee eens Dolf !
Ed