De tweede wereldoorlog is 75 jaar voorbij. Maar is nog steeds ‘levend’. Er is nog nooit zoveel aan re-enactment gedaan als nu. En of dat nu een eerbetoon of gewoon soldaatje spelen is? Het doen alsof wordt aardig ver doorgevoerd. Want heel veel legermotorfietsen die voor Duitse zijspancombinaties door moeten gaan? Dat zijn gewoon gepimpte Russische machines. Als dat M72’s zijn, dan is dat bijna niet te zien. De – vroege – M72’s waren af fabriek 99,7% BMW R71 replica’s. Maar Ural of Dnepr kopkleppers inzetten als Wehrmachtgespann? Dat is een beetje te gemakkelijk.
Dan komen we meteen op de BMW R75 en de Zündapp KS 750
Dat zijn verre van gewone zijspancombinaties. Het zijn eigenlijk niet eens gewone motorfietsen meer. Het zijn speciaal ontwikkelde terrein-waardige alleskunners op drie wielen. Ze zijn technisch gecompliceerd, erg zeldzaam en erg duur. Ze voldoen daarmee helemaal niet aan het ‘legermotorfietsen idee’.
De Tweede Wereldoorlog was de eerste echt gemechaniseerde oorlog
En in het denken over de mechanisering pasten legermotorfietsen als snel, effectief en wendbaar. De machines zouden vooral erg handig zijn bij verkenningswerk en om berichten en documenten snel van de ene naar de andere plek te brengen.
Ook interessant: Legervoertuigen van na WOII
In verband met de te verwachten werkomstandigheden moesten die machines niet te zwaar, wel snel genoeg en eenvoudig zijn. Het vooroorlogse aanbod van motorfabrikanten uit alle landen gaf keuze genoeg in die context. Het was de tijd dat zijkleppers nog in al hun eenvoud glorieerden en 350 cc respectievelijk 500 of zelfs 600 cc best indrukwekkend genoeg waren. Een zijklepper was na een kwast legergroen al een heel eind op weg naar een nieuwe, spannende toekomst. Die zijkleppers hadden zich al tientallen jaren in al hun eenvoud bewezen. De kopkleppers die als legermotorfietsen in beeld kwamen werden doorgaans voorzien van een lagere compressie vanwege het gebruik van laagwaardiger benzines in oorlogstijd.
Aan ‘onze’ kant kwamen de meeste legermotorfietsen uit Engeland: Het waren Norton, BSA’s, Ariels en Matchlessen. Vanuit Amerika kwamen er scheepsladingen Harley-Davidson WL modellen, de 750 cc zijkleppers die hier befaamd werden als ‘Liberators’ maar die feitelijk te lang, te laag en te zwaar waren om echt wilde dingen te doen op het verwoeste Europese wegennet. Ze werden ingezet voor (militair) politiewerk en als ordonansmotoren.
Veel DKW’s
Aan de Duitse kant waren er dus de technisch über superieure BMW’s en Zündapps, maar de Duitsers gebruikten ook veel tweetakt DKW’s. Toen de tweede wereldoorlog uitbrak was DKW de grootste motorfietsfabrikant ter wereld. De NZ350 tweetakt DKW was een succes in de oorlog. Ten opzichte van de viertakt legermotorfietsen was de DKW licht, snel en aardig terreinwaardig. Toen alle aluminium in 1944 nodig was voor de Duitse vliegtuigbouwers kregen deze DKW’s gietijzeren blokken.
De Russen bouwden massaal BMW R71’s na en noemden die M72
Die zijspancombinaties zouden net zo goed ‘Liberator’ (of laat het ‘освободитель’ zijn) mogen heten. Ze hebben daarbij duidelijk veel meer frontervaring gehad dan de Harley’s met die trotse koosnaam. Ze zijn daadwerkelijk actief in gevechten ingezet. Op de ‘optielijst’ van de M72 stond immers een machinegeweer steun. En een machinegeweer. De Russische zijspancombinaties zijn zelfs geleverd met een 130 mm raketwerper.
De tijd dat legermotorfietsen uit de tweede wereldoorlog belangrijk waren voor de wederopbouw van het bevrijde Europa is allang voorbij
De tijd dat die stukken geschiedenis niets waard waren ook (in 1961 betaalde de vader van een vriend 110 gulden voor een goede Liberator). Maar legermotorfietsen uit WOII zijn betaalbaarder gebleven dan dingen zoals Sherman tanks en Jeeps. Een gerestaureerde Jeep kan nu meer dan 30.000 euro opbrengen. Die Jeeps luidden trouwens het eind in van de militaire motorfiets als snelle alleskunner. Jeeps waren minstens net zo snel, maar konden veel meer.
Het aanbod van ex WOII motoren met geallieerde roots is nog best indrukwekkend
En de onderdelenvoorziening ervoor is vaak nog verrassend goed. Voor Duitse legermotorfietsen ligt dat wat anders. Er zijn minder overlevenden en het is heel lang ‘not done’ geweest om je bezig te houden met voormalig Duits oorlogsmaterieel. Intussen is dat anders. Tijdens re-enactment activiteiten zie je zelfs weer mensen in Waffen SS uniform. En rijden als BMW vermomde Russische boxers ook dapper ronkend rond, net als in de Indiana Jones films trouwens.
Al die veteranen inclusief heel zeldzame stukken uit bijvoorbeeld Italië, Frankrijk en België zijn nu volkomen museumwaardig
Maar in praktijk nog vaak gewoon best inzetbaar. En waar het colonnetempo voor auto’s in de tweede wereldoorlog op zo’n 40 km/u lag, daar draafden de legermotorfietsen vrij rond. Daarom is een Chevrolet truck met spatsmering nu geen echte verkeersdeelnemer meer. Maar voormalige legermotorfietsen uit WOII? Daar kun je op rustiger wegen nog heel serieus mee onderweg zijn.
En dat een rit van 350 kilometer vanaf Utrecht naar Mariembourg er 10 uur op duurt? Laten we maar gewoon zeggen dat de berijders van dit soort machines minder tijd voor terrasstops hadden dan dat wij nu hebben.
Kijk voor meer mooie veteranen maar eens op motorworld by v.sheyanov / мотомир в.шеянова. Vyacheslav Sheyanov heeft zijn geld verdiend met het lanceren van satellieten vanaf drijvende platforms. En hij heeft zijn geld heel goed besteed!
In je verhaal vergeet je gemakshalve dat de Russen ‘slechts’ een krappe 10000 IMZ (Ural) motoren hadden, en bijna 3 x zoveel WLA’s “geleend-leased” kregen.
Deze werden net als de IMZ van een M72 zijspan voorzien en draaiden dapper mee in de frontlinie.
Velen kregen ook 19″ IMZ-velgen, zodat er in het veld maar één type band op voorraad gehouden hoefde te worden.
De Duitsers reden ook veel op Zündapp’s Derbi (DB200) tweetaktjes, en hele lichte RT-tjes.
Bij de Duitse tweetaktmotoren mis ik de ‘Wustenfuchs’, de 250 cc dubbelzuiger TWN met roterende inlaat. Behalve het dubbelzuigersysteem en de roterende inlaat is de dubbel uitgevoerde bediening van de versnellingsbak (toen al een soort cassettesysteem) wel opvallend: links voetbediening en rechts handbediend. Een passagier van een eventueel gemonteerd zijspan kon ook de bak bedienen.
Toch weer prachtig dat het twee- dan wel driewielig materieel uit de ellendige periode van 75 jaar geleden zich nog op veel aandacht mag verheugen. Dat de WLA Harley’s ook na de oorlog zich als bekende gebruiksfiets ontpopten, kwam goed uit. Althans, voor mij dan. Het zou de eerste motorfiets zijn waarop ik ooit mijn eerste kilometers reed. Met 16 jaar, dat dan wel weer. De voetkoppeling was even wennen. De voorrem was verbijsterend waarna de noodtrap op de achterrem, de achterband meteen liet roken.
Zo, dat was dan mijn eerste kennismaking met een motorfiets.
Een pracht herinnering, al zeg ik het zelf.