De Honda CX 500 is een motorfiets met een tweecilinder 496 cc motor. Eerste productiejaar was in 1977. Helemaal in het begin waren er wat probleempjes met de nokkenaskettingspanner. Maar toen die onder verregaande coulance waren opgelost werd de CX wat hij bleef: onverwoestbaar.
Hoe goed die dingen waren?
De Honda CX 500 behoorde tot de standaarduitrusting van de genadeloos rijdende Londonse motorkoeriers. Omdat ze heel wendbaar waren door de gunstige ligging van hun zwaartepunt en onder bijna alle omstandigheden heel beleven (en omdat er een handige techneut was die de distributieketting kon vervangen met de motor gewoon op zijn plek, zodat de Honda CX 500 er maar een half uur voor uit de vaart moest. En voor Amerika was er een 650 cc uitvoering. Die zie je niet vaak hier. Kenmerkend voor de ex-Amerikanen hier is dat ze maar een enkele schijf in het voorwiel hebben. Die enkele schijf is echt te weinig voor de best mollige CX.
Er is een tijd geweest dat ook een perfecte Honda CX 500 bijna waardeloos was
Dat was het moment dat allerlei vaak technisch minder begaafden zich er op storten om de dappere V twins te transformeren tot bobbers, customs, rat bikes en dergelijke. Intussen zijn nette, originele Honda CX 500’s allang niet meer waardeloos en het uiterlijk daarvan, dat zo lang als lelijk werd ervaren, wordt nu als eigenwijs bekeken.
De Honda CX 500 was voor zijn tijd een bijzonder moderne toermotorfiets
Vooral doordat hij werd aangedreven door een cardanas in plaats van een ketting en waterkoeling had. Om het kantelmoment van de krukas te compenseren, draaide een deel van de transmissielijn in tegengestelde richting. Het V-twin blok was eigenlijk juist ouderwets, omdat het gewoon een stoterstangenblok was. Er zat een slimmigheidje in. Om de zaak ter hoogte van de koppen slank te houden waren de cilinderkoppen met de inlaatkanten ‘naar binnen ’gedraaid. In zijn tijd had de CX 500 maar één echte concurrent: de Moto Guzzi V50. Die was mooier om te zien, maar wat de kwaliteit betreft aanzienlijk minder dan de Honda CX 500.
De CX is een oerdegelijke motor
Het is niet zeldzaam een exemplaar tegen te komen met 200.000 km op de teller. Van deze motor zijn heel veel verschillende modellen uitgebracht: het toermodel, de custom, de turbo, de sportuitvoering en als een soort mini Honda Goldwing, de Silverwing. Met de drie motoren 500 cc, 650 cc en 400 cc (speciaal voor de Japanse markt) en de verschillen tussen de Europese en Amerikaans/Canadese uitvoeringen bestaan er totaal bijna 30 varianten op het concept.
Het laatste jaar waarin de Honda CX 500 in zijn oervorm werd gebouwd was 1982
In vergelijking met het model uit 1977 had deze onder meer een klein ruitje op de koplampunit, zwarte, in plaats van aluminiumkleurige sterwielen en een verchroomde radiatorkap.
Lees ook:
– Honda CB450 DOHC (1965-1974)
– De Honda CBF900 Bol d’Or. Ook een klassieker
– Honda CBX550 F. Met die rare remmen
– Een Honda CB 750 SOHC (1969-1978)
– Honda DN-01. Nu al voorzichtig gezocht
Heb een aantal jaren met heel erg veel plezier een Honda CX 500 Turbo gereden. Het was werkelijk een voor die tijd een bijkans technisch wonder. Kende vrienden en vijanden. De laatsten konden niet uit de voeten met het flinke turbo gat en de meedogenloze acceleratie als die eenmaal op stoom was. De liefhebbers waar ik me mee associeerde, konden na een (korte) leercurve feilloos met het turboeffect spelen: heerlijk apparaat! Respectabel ook, hoe een stoterstangen blokje zonder een krimp te geven 10.000 omw/min draaide, altijd perfect rond liep dankzij de perfecte processor gestuurde injectie. Enig euvel van de 500 serie( nog geen 2.000 stuks) was de kwetsbare dynamo: de wikkelingen van de stator sneuvelden na zo’n 40.000 km door de extreem hoge olietemperaturen. Het euvel is met de opvolgende 650 Turbo opgelost.
Heb er nog altijd spijt van, dat ik hem verkocht heb, hoewel mijn volgende: Ducati ST 4 met getuned 916 blok ook geen muurbloempje bleek…
Een kennis van mij stapte over van een R75/5 naar een CX500 om toch wat moderners onder zijn kont te hebben, maar wel de voordelen van een V-twin en behoud cardan, zelf onderhoud etc etc. Hij was alweer gauw klaar, kon maar niet wennen aan het ‘hoge’ toerental wat de Honda draaide: dat kon nooit lang goed gaan… De tijd heeft het tegendeel bewezen, alhoewel: Honda zat in een identiteitscrisis: CB’s modellen verjaard, de racerij flopte (NR) maar de vooravond van de DOHC’s kwamen eraan: 750 en 900 KZ/F-bol d’ or en…. CBX/6. Mooie tijd, ingezet door de CX, een 8 kleps, stoterstangen waterkoeler V2 met cardan en dubbele schijf voor!!
maar op de foto is een gl500, wel t zelfde blok als de cx.
Fijn zo’n artikel, dank! Ik heb mijn CX500 in 1986 gekocht en heb hem nog steeds. De basis voor de Nederlandse club, http://www.hondacx500.nl Inmiddels rijdt het hele gezin CX ( beide dochters) of Silverwing (echtgenote).
Een cx uit 78 vele jaren in mijn bezit gehad en veel km gemaakt in mn rijschool. Heerlijke motor om mee te rijden. Met 187.000 op de teller verkocht aan een leerling die er vervolgens nog een een ruime 40.000 bij gezet heeft. Toen was die op.
Kortom een nagenoeg onderhoudsvrije motor die overal met mee kon
Mijn neef had een CX650. Dat ding had altijd water in de olie. De doorsnede tekening van het blok bekeken, kon dat alleen maar als het ‘snotgaatje’ van het seal van de waterpomp dicht zat. En zo bleek het ook te wezen. Een vorig eigenaar en onverlaat bleek het gaatje dicht gekit te hebben om dat gedruppel weg te krijgen!!! Gaat open ‘gevrot’ en toen stroomde het water eruit!
Blok geopend om het seal te vervangen en meteen de distributieketting maar vervangen. Het ding heeft nog lang dienst gedaan en hij liep best lekker. Het opeens steeds erger worden van het fenomeen ‘tank slappers’ bleek aan zeer zwaar lopende scharnierpunten van de achterwielophanging te liggen. Dat gerepareerd en gesmeerd, de grote afstelbeurt gedaan en het was een waar zonnetje om te rijden met een heerlijk motorgedrag. Lekker plezier mee gehad 😎
Dat is een prettige aanvulling! Bedankt!
Mijn schoonvader had een bordeauxrood exemplaar uit ’78, dat het stug volhield om maar op 1 cylinder te lopen..
Wat er er ook aan vervingen, wat we ook deden…stug volhouden.
Totdat het ding bij Joost werd ingeleverd: “maak er maar een plantenbak van”..en er een BMW voor in de plaats kwam.
Kijk, dat verwacht je niet van een Honda!