Hoe de Taunus Transit werd

Auto Motor Klassiek » Artikelen » Hoe de Taunus Transit werd
Er classics inkoop

In 1951 was Duitsland erg druk met het vergeten van de Tweede Wereldoorlog. En dat gebeurde uiterst succesvol. De wereldbrand was geblust. Er kon weer gebouwd worden. Dus lanceerde de Keulse Ford Werke AG de FK-serie bedrijfsvoertuigen, FK staat voor Ford Köln, met voertuigen van verschillende afmetingen (FK2000 met 2 ton laadvermogen, FK3000 met 3 ton laadvermogen, FK3500 met 3,5 ton laadvermogen, enz.) De FK-serie was de opvolger van de vrachtwagens ‘Rhein’ en ‘Ruhr’. In 1953 werd de FK-serie afgerond met de lichte bestelwagen FK1000 / FK1250 (1 ton / 1,25 ton laadvermogen), in concurrentie met de Volkswagen Type 2 VW Bus, de DKW Type F89L Schnellaster of de Vidal & Sohn Tempo Matador.

De voorlopers van de Transits

Voorganger van de Britse en in Duitsland gebouwde Transit, de eerste productie-Ford die het ‘Transit’-logo droeg, was dus een bestelwagen gebouwd in de Ford-fabriek in Keulen. Hij werd in 1953 geïntroduceerd als FK1000 (met een gewicht van 1000 kg) met een 1,2-liter vier-in-lijnmotor uit de toenmalige Taunus. En het werd een doorslaggevend succes. In 1955 werd de cilinderinhoud vergroot tot 1,5 liter. Vanaf 1961 heette dit voertuig de Ford Taunus Transit. En die Transit schopte het zover dat zijn typenaam in bepaalde landen gewoon de algemene naam voor busjes en sobere pickups werd. De productie van dit model stopte in 1965.

De eerste generatie Ford Transit heette Ford Taunus Transit

Hij werd aanvankelijk alleen aangeboden in West-Europa en Australië. Daar werd hij als werkezel het Alfa en Omega voor talloze kleine ondernemers. Melkboeren en kleine aannemers reden de vroege rondneuzige scharreldieren met absolute veronachtzaming van het maximum laadvermogen.

Ze moesten werken als Griekse ezeltjes

De meeste Taunussen/Transits werden gezien en gebruikt als gereedschap. En waar ze al zorg kregen, daar ontbrak het aan TLC. In hun latere leven moesten ze het vaak doen met veel slaag en weinig vreten. Tel daarbij dat er indertijd vanuit de fabrieken domweg geen aandacht aan roestpreventie werd gedaan en je snapt waarom er veel meer Ferrari GTO’s zijn overgebleven dan – vroege – Transits.

Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen die de regel bevestigen

Heel soms duikt er nog wel eens een net exemplaar op. Dat is dan van een Fordje met een verleden als brandweerwagentje of ambulance. Bij de voormalige brandweerwagentjes is het beroepsgerelateerde water vaak een bron van roest en rot geweest. Maar het gebeurt vaker dat een vermoeid busje of bakwagentje liefdevol gerestaureerd wordt. Technisch zitten deze werkers zo’n beetje op het niveau van een baksteen. Technische componenten zijn nog wel te vinden of te reviseren/repareren. Origineel plaatwerk vinden is wel een dingetje en snuisterijen voor het interieur zijn er al helemaal niet meer te vinden.

Entree Jan Tinga, de man die u kent uit zijn advertenties in AMK

Als u zijn telefoonnummer belt, dan krijgt u ‘de baas zelf’ aan de lijn. En dan komt alles goed. Jan transporteert klassiekers door heel Europa, vooral voor rallydoeleinden. Maar en route laat hij zich niet afschrikken door de smalste weggetjes en zo vindt hij binnendoor kruipend en sluipend de leukste klassiekers. Maar ook in Nederland worden nog schatten gevonden.

De Taunus op de foto’s is heerlijk herboren. En de vraagprijs er van is beduidend lager dan die van een Ferrari GTO.

Lees ook:
Ford Transit – de eerste generatie
Ford Taunus Transit
Een Transit die geen camper of foodtruck werd
Peugeot J9: Verbouw eens een busje
Een Buitenaardse Bus

REGISTREER GRATIS EN WE STUREN U ELKE DAG ONZE NIEUWSBRIEF MET DAARIN DE LAATSTE VERHALEN OVER KLASSIEKE AUTO'S EN MOTOREN

Selecteer eventueel andere nieuwsbrieven

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

Als het artikel bevalt, deel het dan ook even…

9 reacties

  1. Mijn eerste auto-ervaring. Het was 1959 en mijn vader kocht een nieuw Taunusbusje. Ik was vier en vond het geweldig. Mijn vader was aannemer en heeft er verscheidene gehad, ook een pickup met dubbele cabine. Konden we als personenwagen gebruiken voor het gezin, maar ook voor de zaak. Was geen succes, De melkboer had een VW-busje, maar doordat de motor achterin zat, kon je er bijna niets kwijt.
    Nee, dan het Taunusbusje, ik herinner me nog dat we met 8 personen, inclusief 8 fietsen en een volledig huishouden als bagage naar ons vakantieadres in Twente reden, een wereldreis, er kwam geen eind aan! Vader achter het stuur, moeder op de passagierszetel, grote broer op de motorkap tussen de stoelen in en ik op een vissersstoeltje voor mijn moeder. Achterin nog een broer en een zus, een vriendin en een neef op een zelfgemaakte bank. Hoezo veiligheid?, hoezo veiligheidsriemen of kinderstoeltjes? We hebben het allemaal overleefd, zonder ongelukken. Pas in 1966 ging het zo goed met de zaak, dat mijn vader zich een luxe auto kon permitteren en wel een taunus 17M. Dat was een enorme vooruitgang, maar de goede herinneringen aan de Taunusbusjes blijven. Jammer dat je ze niet meer ziet, destijds reden er heel veel rond.

  2. Op mijn 15e heb ik leren rijden in een Transit MK1.
    Als zaterdagsbaantje mocht ik met andere collega’s het wagenpark van een plaatselijk dakdekker poetsen. Auto’s in de poetsrij zetten en ook klaar beladen voor de maandag. Achteruit in de loodsen parkeren met aanhangers en al. En het is allemaal heel goed gegaan ook. Rij ervaring voor het leven. Ik heb er onuitwisbare mooie herinneringen aan. De hoge zitpositie was heel handig en die Transits waren toch een soort van onverwoestbaar. Ze konden veel hebben. Echte heel trouwe werkezeltjes.

  3. De FK 1000 / FK1250 Taunus Transit is zeker een onder gewardeerd type tegen Volkswagen T1. De FK Transit waren leverbaar met 1200 zijklepper uit de 12m werelbol vanaf 1955 een 1500 kopklepper uit de 15m wereldbol en vanaf 1957 ook een 1700 moter uit de 17m p2

  4. @Peter.
    Heb begrepen dat die Buchanka sinds kort een “nieuwe” motor heeft gekregen om weer nieuw in de EU verkocht te mogen worden. Dus dan is ie weer helemaal millieu.

    • De Buchanka met 2700 cc motor is wel een heel stuk beter te doen dan mijn MK1 Transit met 1700 cc 72 pk (en ook 1500 cc) voor een gewicht van meer dan 2000 kg (Ford)
      Met kruissnelheid 80km/uur werd je constant voorbijgestoken door vrachtwagens. Top was 115, maar sneller dan 80 was alleen maar goed voor heel even, dus bijna niet meer te doen in het dagelijks verkeer.
      De UAZ Buchanka is voor mij eventueel nog wel het overwegen waard om nieuw aan te schaffen.
      De Buchanka lijkt qua karosserie heel veel op de eerste Transit, geen Ford maar wel heel goed bruikbaar in het huidige verkeer en ook met een grote aaibaarheidsfactor.

    • De Buchanka (dat is zijn koosnaam, “broodje”) is inderdaad in Nederland nieuw te koop en stamt ook uit de na-oorlogse tijd, maar wezenlijk verschil is dat de UAZ naast een nostalgisch busje ook een volwaardig terreinvoertuig is met dito bodemspeling en flinke rijklaar-massa. Wel een heel leuke auto natuurlijk en niet duur in de aanschaf.

  5. Deze eerste serie Transit lijkt sterk op de Russische UAZ Buchanka uit dezelfde periode, die trouwens nog steeds nieuw in ongewijzigde vorm te koop is en in Zutphen geïmporteerd wordt.
    Ik heb een Transit MK1 gehad (het opvolgermodel) Deze Fords zijn absoluut ondergewaardeerd, maar zeker even mooi en goed als de totaal overgewaardeerde VW bus.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Maximale bestandsgrootte van upload: 8 MB. Je kunt uploaden: afbeelding. Links naar YouTube, Facebook, Twitter en andere diensten die in de reactietekst worden ingevoegd, worden automatisch ingesloten. Bestanden hier neerzetten