In de meeste Amerikaanse actiefilms worden achtervolgingen verreden. Achtervolgingen waarbij politieauto’s – natuurlijk huilende sirenes en zwaailichten en met V8’s erin – massaal tot schroot worden gereden. Wat je iets minder vaak ziet zijn achtervolgingsachtige of vluchtacties waarbij de goede of de slechte door New York raast met zo’n Amerikaans icoon: een brandweer ladderwagen van het merk AmericanLaFrance.
American LaFrance
American LaFrance (ALF) was een fabrikant die zich voornamelijk richtte op de productie van brandweerauto’s, ambulance- en reddingsvoertuigen. Oorspronkelijk gevestigd in Elmira, New York, bevond de laatste vestiging van het bedrijf, dat in 2014 stopte, zich in Summerville, South Carolina. Er was ook een Canadese fabriek in Toronto, Ontario, waar het tot 1971 apparaten verkocht onder de naam LaFrance-Foamite.
Met zijn aanloop vanaf 1832, was de Amerikaanse LaFrance Fire Engine Company een van de oudste fabrikanten van brandweerapparatuur in de Verenigde Staten. Officieel werd het bedrijf opgericht in 1873 door Truxton Slocum LaFrance en partners als de LaFrance Manufacturing Company die hand aangedreven apparatuur verkocht. Een voorganger, de International Fire Engine Company, bouwde tussen 1903 en 1907 enkele pompen op stoomkracht. De toestellen die door International werden gebouwd, waren onder meer door paarden getrokken stoom blusboten, slangenwagens en haak- en ladders.
De LaFrance Fire Engine Company werd opgericht in 1903
ALF leverde zijn eerste gemotoriseerde brandweerwagen in 1907. Het bedrijf werd een aantal keren verkocht, maar behield zijn naam. Intussen waren de ALF-brandweerauto’s snel en betrouwbaar. Daarom werden in de loop van de tijd verschillende ALF-brandweerwagens omgebouwd tot racewagen. Dat was namelijk een goedkope manier om aan een snelle en betrouwbare sportwagen te komen. De brandweerwagens waren namelijk doorgaans goed onderhouden, hadden weinig gereden en kostten weinig. In 1911 was de cardanas allang geen nieuwtje meer, maar vooral fabrikanten van auto’s met grote en sterke motoren gaven toen toch nog de voorkeur aan een aandrijving met kettingen en zo ook American LaFrance. Door het veranderen van tandwielen kon de auto eenvoudig worden aangepast voor het gebruik op de openbare weg of het circuit.
Als brandweervoertuig of als racer
Een vroege ALF was niet gemakkelijk te berijden, maar stuurde relatief licht. Daarentegen vereiste het remmen veel spierkracht, omdat alleen de achterwielen van remtrommels waren voorzien. Voor het schakelen van de ongesynchroniseerde driebak was ervaring een absolute must en het starten van de motor was een hele klus. Eerst moest met een handpomp druk worden opgebouwd in de benzinetank, vervolgens werd de ontsteking op ‘laat’ gezet en de choke uitgetrokken. Na het openen van de motorkap moest met een oliespuitje benzine in de cilinders worden gegoten. De startbobine werd vervolgens ingeschakeld en de decompressieknop uitgetrokken, waarna de motor kon worden aangeslingerd.
Als de motor eenmaal liep, moesten al de verschillende piefjes en hendeltjes weer in hun oorspronkelijke stand worden teruggezet.
ALF maakte brandweerwagens in alle smaken
Maar de insteek was dat er dikke benzineblokken inhingen. En filmisch bleken de enorme ladderwagens (vaak met meesturende en door een aparte stuurman bediende achteras van de oplegger) voor de Amerikaanse hoogbouw het meest geschikt.
Een ALF V12 in Nederland
Als je zo’n gigant dan bij een Nederlandse klassiekerhandelaar ziet staan, en nog wel een rijklare twaalfcilinder uit 1946, dan valt je de bek los. En het bewijst dat het ‘gemopper over handelaren’ dat je soms hoort volkomen ongegrond is. Natuurlijk heeft een handelaar een verdienmodel. Maar als Joop Stolze trots op en blij met zijn ALF is, dan scoort hij als klassiekerliefhebber de volle bonuspunten.
In de Comedy Capers (lichtjaren terug op tv) reden ze volgens mij ook regelmatig met zulke brandweerwagens met idd een stuurman achterop, prachtig om te zien.
Wie herinnert zich nog het Nederlandse trio “Red, White & Blue” in dit verband ? Het waren drie gigantische American LaFrance sportauto’s die ooit als brandweerauto’s hadden gediend in de USA. Je kon ze op auto evenementen en beurzen tegen komen. Heel indrukwekkend.
Verrek, ik zie het nu pas: er staat nog een tweede carburateur op. Dus is het wél een V12, maar dan met 24 bougies!
Dit zal toch wel een zescilinder motor zijn met twee bougies per cilinder?
12 cilinder in lijn moet ik natuurlijk schrijven 🤔
Er staat in het artikel V12 maar als ik de foto bekijk zie ik 12 bougie kabels op een rij. Is het dan geen 2 cilinder in lijn. 😏
12 cilinder in lijn moet ik natuurlijk schrijven 🤔
Beste,
Het zijn meerdere bougies per cilinder kijk ook maar hoe dicht ze bij elkaar zitten. Dit ivm de slechtere kwaliteit vroeger van de brandstof.
Als ik zo vrij mag zijn, bij Jay leno, vanwie ik veel leer en geleerd heb, is ook een ALF op bezoek geweest, van de persoon die hem had opgeknapt, op die ALF zaten er 3 bougies per cilinder. Vandaar heb ik het.
Er stond een paar jaren terug bij Laumans zo’n gigantisch groot rood ding dat al het andere tot dinky toys degradeerde. Imposant als je daarmee (hard) kunt rijden. Ik denk dat ie zo’n 30m lang was. Of is dat mn verbeelding?
Ja, gevonden ! Dat is de “American LaFrance Hook And Ladder Aerial Type 31-6” uit 1922. Met zo’n extra stuurman achter op die hele ladder combinatie.
Een Leuk verhaal, ik ben er zelf nog een rijdend aan het maken uit 1917, met een 6cyl.benzinemotor met T-cyl.koppen,slagvolume ongeveer 2,5 ltr. Per cylinder, en ketting aandrijving naar de achterwielen.
Succes met de mooie verhalen.
Met vriendelijke groet,
Wim.