Tegenwoordig worden wij, motorrijders, nog steeds door sommige mensen als geteisem gezien. En dat terwijl we hoogstens wat overmoedig zijn kunnen. Maar dat dat ooit allemaal anders was hoorden we tijdens het bezoek van een Echt Oude motorrijder die zijn jeugd had verspild in de zompige dreven van van de Utrechtse laaglanden.
Hij was Harley rijder in de tijd dat je Harley reed omdat je geen geld had
In de zestiger jaren kocht je in Nederland een goed lopende 750 cc WL zijklepper voor bedragen omstreeks de honderd gulden. En hoeveel dat ook weer in euro’s is? Laat maar. Een Harley was het enige betaalbare transport voor ambitieuze leerling betonvlechters en studenten. De harde kern Utrechtse motorscene bestond toen uit een verzameling prettig ongeregeld onder de naam ‘Harley Club Utrecht’.
Een vertrouwde gewoonte
Die lieden hadden een kroeg op de Vrouw Juttestraat als trefpunt en één van de aardigste bezigheden was om van je nog rijdende Harley af te stappen, naar binnen te rennen en je eerste glas leeg te hebben voordat je motor stil lag. Als de zijklepper dan midden op de klinkers was blijven liggen en een verontrustte automobilist de ingezeten van de kroeg daar op attendeerde, dan gingen de kroeggangers M/V allemaal naar buiten om de automobilist een pak slaag te geven.
Vertederend, dat soort lokale gebruiken toch?
Vriend Alfred droomde weg en genoot na. Inmiddels is hij ex-aannemer in ruste en is hij zijn milde zelf geworden. Maar dat is ook anders geweest. Hij werd indertijd ooit aangehouden op verdacht van alles, maar op dat moment bovenal van het rijden onder invloed. Toen de agenten zagen wat ze nu eigenlijk aan hadden gehouden werden ze dadelijk al een stuk minder heldhaftig dan bij het aanspreken van een elf jarig meisje dat op haar fietsje vergeten had haar hand uit te steken.
Alfred had in zijn jonge jaren de massieve uitstraling van een min of meer geslaagde kruising tussen een massieve prijsstier en een matig geïrriteerde Pitbull terriër. Als hij onder invloed van diverse geest verruimende en/of verdovende middelen was, dan overheerste de Pitbull in hem.
Nu is hij milder geworden en is zijn terriëraspect bleek verdwenen
Maar al die jaren her werd pijnlijk toen de agenten Alfred om zijn papieren vroegen. Alfred bleef de twee uniformen aanstaren zonder een woord te zeggen. Hij schopte de zijstandaard van zijn Lib los en deed bedachtzaam een paar stappen richting wetshandhavers. In de late jaren zestig was het overwicht van de Nederlandse politie ambtenaren ook al tamelijk gecorrodeerd.
De twee agenten zagen de ontwikkelingen bezorgd tegemoet
Indachtig de toenmalige promokreet ‘De politie is je beste vriend’ hoopten ze het beste. De nog altijd stilzwijgende Alfred had blijkbaar een andere politiekreet in gedachte. De Nederlandse burger werd indertijd tot oplettendheid en participatie gemaand met de kreet “Die pet past u ook”.
Alfred keek een agent strak aan en sprak: “Hij past je wel, maar staat je helemaal niet”
Vervolgens pakte de stevig onder invloed van drank en drugs zijnde biker de pet van de agent en wierp die in de Singel. Daarna keek hij de politieman vermanend aan, riep: “Zoek!” en smeet hem zijn pet achteraan, het water in. In praktijk was dat pas het begin van het verhaal over een situatie die daarna stevig uit de hand liep en het is zeker geen aansporing om onder invloed van de meest inspirerende chemicaliën tot niet doordachte acties over te gaan. Maar de hele situatie had indertijd iets comedy-achtigs. Alfred haalde de herinnering met een milde glimlach op.
Hij had alles ook maar achteraf gehoord nadat hij de cel, waar hij zich over zijn blauwe plekken en kneuzingen had verbaasd had, had mogen verlaten. Alfred rijdt intussen weer motorfiets. Een heeft een recente Harley en een heel nette 1200 cc Flathead (“Dat ding heeft feitelijk geen remmen”.) plus een Suzuki T 500 uit 1971.
Dat was de motor die hij in zijn studententijd graag had willen hebben. Maar toen was zo’n machine te duur voor hem. Vroeger was niet alles beter. Sommige dingen waren toen zelfs heel onoverzichtelijk.
Wel grappig: Veel van de mannen uit die jaren – de tijd heeft er wel een paar geoogst maar de overlevenden zijn intussen allemaal 60+ ers die niet allemaal even voorzichtig met hun body omgegaan zijn – gaan nog steeds met elkaar om. En ze rijden allemaal nog op Harleys en genieten van hun herinneringen. Mooi toch?
Dat Harley-Davidson Club Utrecht later uitgroeide tot Harley-Davidson Club Nederland en daarnaast HDC ’t Centrum en Hdc ‘s-Hertogenbosch inmiddels ook al 50 jaar bestaan en daarbij ook nog leden uit het allereerste begin hebben, geeft aan dat ondanks alle, laat ik het voorzichtig zeggen, niet al te voorzichtige omgang met het eigen lichaam er toch nog mensen zijn die, ook nu na al die tijd, nog graag een rondje rijden
Dat zijn dan de vaste reageerders op jouw verhalen want sleutelen hebben we allemaal gedaan omdat we wel moesten.
Harleys en Utrecht, dan denk ik altijd aan de tijd dat Kees nog met z’n shop op een woonboot zat..
Dat de Vehikel nog gewoon in de Veemarkt-hallen waren en koffie nog een halve gulden kostte..
Zucht..