De Alfasud bleek voor de autowereld een openbaring. Voor het eerst werd bij Alfa Romeo gekozen voor voorwielaandrijving.
Geïnspireerd door VW?
Alfa Romeo zou vanuit Zuid Italië de wereld veroveren met een nieuwe revolutionaire, betaalbare middenklasser. Dat werd de AlfaSud. Er werd een geheel nieuwe motor voor het project ontwikkeld, een 4 cilinder boxermotor van 1186 cc met 63 DIN pk. Die krachtbron werd bedacht door de Oostenrijker Rudolf Hruska. Hruska werkte ook voor VW, vandaar zijn voorliefde voor boxermotoren. De van Bosch ontsteking voorziene gietijzeren, vloeistofgekoelde boxer met zijn lichtmetalen koppen lag voor de vooras en gaf de Alfasud zijn kenmerkende lage neus, een heerlijk trillingvrije loop en een gunstig, laag, zwaartepunt. Omdat het motorblok uit een stuk was gegoten was de productie simpel en goedkoop. De verbrandingsruimtes in de koppen waren dakvormig. In de zuigers waren aanvullend verbrandingsruimtes uitgespaard en de kleppen werden aangedreven door een enkele, snaaraangedreven, bovenliggende nokkenas per cilinderrij. Het concept was fantastisch. De auto’s reden super. En ze roestten als de hel. Bovendien pleegden de Zuid Italiaanse werkers sabotage omdat ze het helemaal niet fijn vonden om in een fabriek te moeten werken in plaats van onder de olijfbomen te dromen over hogere uitkeringen.
De Sud liep op Super
Alfa meldde nadrukkelijk dat de kleine viercilinder op Super gestookt moest worden. (Ron 98). Oorspronkelijk had de boxer motor dus een cilinderinhoud van 1186cc (boring x slag 80mm x 59mm) voor een vier versnellingsbak. Later groeide hij en werd hij de krachtbron voor de 33. De krukas liep in drie glijlagers De losse lagerkappen met een geribde passing werden door zowel horizontale als verticale bouten tot een geheel met het blok gemaakt en zorgden voor een degelijke ondersteuning van de krukas. De smering werd verzorgd door 4,6 liter 10 W 50 (inclusief het oliefilter) de boxers liepen heerlijk, draafden zingend door hun toerenbereik en waren zelfs met hun aanvankelijke 63 DIN pk een prettig dynamische motorisering voor de lichte Sudjes. En als u nu onder zo’n Alfasud motorkap kijkt? Zelfs bij een spannender exemplaar als ons fotomodel, een 1,5 TI? Dat ziet er helemaal niet spannend, niet Italiaans exhibitionistisch uit. Niet als een Echte Alfa.
Onder de kap van een AlfaSud
De Alfasud heeft van huis uit een dergelijke versteviging tussen ‘serviceruimte’ en de motorruimte. De scheidingswand, ook wel diafragmawand genoemd, vormt de versteviging tussen de bevestigingspunten van de veerpoten en zorgt er zo voor dat de motorruimte minder aan torsie onderhevig is. De viercilinder boxer ligt plat op zijn buik verstopt in geklemd tussen zijn binnenliggende remschijven in de diepte tussen wat appendages. Het luchtfilterhuis is eerder effectief dan beeldschoon. De carburateurs die er door inademen vinden het het lekkerst als ze wat mogen doorblazen. Onder de 50 km/u werken ze soms wat minder soepel. Onder Boxer-liefhebbers gelden de 1.5 liter 95 pk en de 1.7 liter 118 pk blokken als de toppers. De eerste generatie 1.5 liter 105 pk blokken leverden er in werkelijkheid maar een stuk of 93 en waren veel minder soepel dan de 1.5 liter 95 pk motoren.
Wat een mooi artikel over een bijzondere auto. Ik deel de ervaring met de Sud en er valt ondanks de roest en een gebroken distributiesnaar een vette glimlach op m’n face!!!