Voor Citroën BX fanaten valt er vandaag de dag genoeg te kiezen. Het aantal aangeboden BX-exemplaren is vandaag de dag nog altijd riant. Om echter een specifiek exemplaar te vinden met een perfecte staat van onderhoud én weinig kilometers moet je meer moeite doen. Bij Gerard Kramer Klassiekers in Wolvega vonden wij twee exemplaren uit dezelfde ‘limited edition’ serie, die bovendien uit de BX Phase II serie stamt.
Het gaat om de Millésime, die van 1990 tot in 1992 op het (Franse) programma stond. Deze was gebaseerd op de BX 16 TGS. In Wolvega staan twee uit Frankrijk geïmporteerde versies, en wij nemen het in beige metallic gespoten exemplaar mee. Dat is een echt prachtige auto. Deze Millésime is echt net ingereden, de kilometerstand van iets meer dan 52.000 is haast maagdelijk te noemen. Dat geldt zeker voor de staat van de auto. Alle vloeistoffen werden vervangen, de BX kreeg nieuwe veerbollen en ook over de distributieriem hoeft men zich geen zorgen te maken. Bij 49.000 km gebeurde dat. Maagdelijk geldt ook voor de onderkant en het exterieur. De BX ziet er fantastisch uit, en dat geldt ook voor de wielen. Ooit waren de gemonteerde aluminium wielen een peperdure, originele Citroën optie. En vandaag de dag verrijken ze de auto, ook omdat ze gestraald, gepoedercoat en afgedraaid zijn. Om het feest compleet te maken kreeg deze BX ook een setje nieuwe banden.
Alors. Rijden. En dat doen we met een auto die voor zijn tijd riant werd uitgerust. De rechterbuitenspiegel en de voorportierruiten zijn allemaal elektrisch bedienbaar. Het stuurwiel met drie spaken laat zich bekrachtigd bedienen. Er zijn twee rolgordijntjes, die voor de achterruit gespannen kunnen worden. Het glas is getint. Er rust een grote spoiler op de achterklep. De velgen noemden we al. En als de boel op slot moet, kan dat via centrale vergrendeling met afstandsbediening. Het meubilair komt uit de GTI, en is met mooi velours bekleed.
In het vooronder huist de 89 DIN-pk XU5M 3Z injectie motor. Dat is de 1580 cc krachtbron met Magneti Marelli brandstofvoorziening. De motor is gekoppeld aan de handgeschakelde vijfversnellingsbak. De koppeling en de schakeling werken goed samen, en communiceren uitstekend met de bestuurder. De techniek in het vooronder pakt voldoende op, maar het is wel zaak om deze krachtbron boven de 2800 toeren te houden om een goede acceleratie te garanderen. Dat lukt in dat geval ook, dankzij de tamelijk korte vierde en vijfde versnelling, die samen met het differentieel zorgen voor een tamelijk korte totaaloverbrenging.
De BX rijdt comfortabel, maar wie op zoek is naar het echte oude hydropneumatische Citroën comfort moet wel weten dat deze BX met standaard veerbollen is uitgerust. Er zijn ook BX-en uitgerust met comfort bollen, en dat verschil is in het weg- en veergedrag duidelijk merkbaar. Het is wat u wilt. Zet u de BX Millésime met het doel om er een actieve en licht sportieve rijstijl op na te houden, dan is deze auto de keuze. Overigens houdt u dan nog genoeg comfort over om van te genieten. Maar zoals gezegd: de andere BX Millésime in de collectie van Kramer heeft de comfortbollen. En dat is een merkbaar verschil.
De stoelen in deze auto zijn evenmin boterzacht; wél zijn ze comfortabel en bieden zij op een goede manier ondersteuning. In die zin passen ze wel bij het veerkarakter van de auto, de combinatie van de zitkarakteristiek en veerbollen matcht. De besturing is een tikje indirect, zonder vaag te worden. Het stuurgevoel is goed. Waar je aan moet wennen is dat het rempedaal wat dieper is weggestopt. Dat zie je vaker bij Citroëns met een hydropneumatisch systeem. Als je dat pedaal hebt gevonden, dan kom je er snel achter dat de reminstallatie bijzonder kordaat werkt. Een kleine, gedoseerde aanraking is voldoende om de Citroën in de ankers te krijgen, en verzekerd te zijn van een goede, mooi rechtuit lopende remweg.
Ook al werd de BX natuurlijk onder PSA-auspiciën gebouwd: in heel veel opzichten bewijst de auto zich als een echte Citroën. Ja, een tikje comfortabeler had gemogen, maar dat is een kwestie van persoonlijke- en merkbeleving. Qua bedieningsstructuur, indeling, uitstraling, besturing en (in meerdere opzichten) de bediening onderscheidde deze BX uit de tweede generatie zich wel degelijk van menig concurrent. Vandaag de dag vind je niet zo heel vaak een BX in deze staat. En daarom is deze Citroën een auto, die vooral de BX-liefhebber aanspreekt, en dáár terecht moet komen. Deze zal er nog heel lang én heel veel kilometers plezier aan beleven.
Heb in 1983,een van de eerste, een BX14 en twee jaar later een 16 (bovenliggende nokkenas) gekocht, spiksplinternieuw. En heb Europa,voor m’n werk en op vakantie, doorkruist. Fantastiese machines, modern (de motorkao was breder dan die lang was!) snel, comfortabel en zuinig. Geweldig!
Ik heb ooit een TZD Turbo gekocht voor € 150,00 van de eerste eigenaar en Dealeronderhouden met slechts 368.000 kilometers. Deuk in de rechter achterdeur, verder keurig. Nooit problemen mee gehad. Erna nog een BX 1.4 monopoint injectie, alleen originele grijze GTI stoelen verder 0 opties. Ook probleemloos….
Site
Tja, ik heb een BX 19 TZI uit 1991. Nieuw gekocht en nog steeds in mijn bezit. Nu met net 62.000 kilometer op de teller. Fantastisch om in de zomer een tourrit mee te maken. Een glimlach van oor tot oor en ehhhh met het hedendaagse verkeer kan je nog goed meekomen. Ruim 108 PK en net 1000 kilogram. 😄
Als ik me niet vergis had Nederland een vergelijkbaar model, de BX Chic.
Ook een 1.6, sportstoelen, grijs en een achterspoiler.
Die velgen maakten op het laatst vaak deel uit van de actiepakketten die weden geleverd. De BX Deauville, een 1.4, had ze ook.
In 1990 ging ik stage lopen bij een Citroëndealer als junior verkoper en vanaf eind 1992 in vaste dienst. Dus ik heb ze nog nieuw verkocht. Heerlijke en goed uitgeruste wagens. Scherp geprijsd en ontzettend betrouwbaar en degelijk. Ik snapte destijds echt niet waarom mensen Opel Astra’s en VW Golfs kochten als je voor minder geld een veel ruimere, beter uitgeruste en veel comfortabeler Citroën BX kocht.
Omdat ik me qua ruimte moet beperken en daarom op Brits heb geconcentreerd heb ik er geen. Maar zit nog wel eens te kijken naar een BX. Geweldige wagens.
Ik kocht in 1984 mijn eerste BX 1.6 TRS op LPG. Met nog van die wipschakelaars.
Daarna een 1900 GT op LPG. Vervolgens 2 diesels. De laatste een Turbo diesel TZD. Ik had ze allemaal met zo’n getint ruitje in de achterste panelen. Veel rijplezier mee gehad. Ik reed ca.60.000 km./jaar. Onlangs overwogen er nog eens een te kopen doch waarschijnlijk zal ik er te weinig mee rijden.
Bemerkte ik ook aan de klassiekers die ik eerder had o.a MG Midget, MGB en Morris Minor cabrio. Dan nog een Puch en Solex.
Wat een parel. Toch wel één van de laatste iconische modellen. De laatste is in mijn ogen de xm, maar zeker niet mooier dan de bx. Heerlijk.
Prachtige auto, dit onderwerp van artikel.
De Milésimme’s zijn actiemodellen, heb zelf een Xantia Milésimme gehad; nèt even wat luxer dan de basisversie.
Ik wens de nieuwe eigenaar van deze BX vele zorgeloze zweefuren
Wat is de BX toch een mooie voiture.