In 2016 maakte ik een reportage voor Auto Motor Klassiek die ik nooit zal vergeten. De hoofdredactie had een mail ontvangen van Willem Keizer uit Stadskanaal, die zijn Austin Allegro 1500 Special graag in de schijnwerpers wilde zetten. Ik kreeg de opdracht om Willem te benaderen, wat ik met plezier deed. Ik heb een zwak voor enthousiaste mensen en auto’s die vaak onderschat worden. Bovendien wist ik dat de familie Keizer in de loop der jaren prachtige voertuigen had verzameld. Dit zou een feest worden, en de reportage was een kans om te bewijzen dat een Allegro probleemloos kon rijden. Althans, dat was het plan.
Op een mooie zomerdag in 2016 arriveerde ik bij de familie Keizer. De sfeer was meteen goed en Willem en ik vonden elkaar in ons gedeelde enthousiasme voor auto’s. Ik bevond me in een wereld van oorlogsvoertuigen, Riley’s en, zoals Willem het noemde, “brand originele” auto’s uit onze jeugd. Denk aan een vroege Golf Diesel met de originele CAV-pomp. Voor een autoliefhebber kon de dag al niet meer stuk.
“Bellen is niet nodig”
De Austin Allegro 1500 Special was ook in originele staat. Een prachtige wagen, nieuw in Nederland geleverd in november 1974. Hij toonde dat British Leyland klanten kon behagen met een iets luxere versie. Ik kon niet wachten om met deze auto het platteland in te trekken en hem op zijn historische specificaties te beoordelen. “Mocht er iets zijn, Erik, dan bel je me maar. Al denk ik niet dat het nodig is”, zei Willem. Afspraak gemaakt.
Dansen op het platteland
Ik genoot van de rit in de Allegro, die een zacht zingend geluid maakte dat weinig zorgwekkend was. Geen rammelende ketting te horen. De 1.5 E-series motor en de versnellingsbak werkten prachtig zodra de olie in het gezamenlijke carter op temperatuur was. De stoelen boden een diepe, geborgen zitpositie. De Allegro danste over de weg. Dit moest de ervaring van Allegro-eigenaren zijn geweest. Een leuk, klassiek alternatief, dacht ik, en het voelde stoer om met deze zeldzame en beruchte auto door de wegen en paden van Drenthe te rijden.
Langere fotopauze, tóch een telefoontje
Het werd tijd voor foto’s en ik had enkele locaties uitgezocht, waaronder de Markerheide tussen Stadskanaal en Borger, een zandpad met mooie fotoperspectieven. Ik hobbelde naar een plekje, stopte en legde de Austin Allegro van binnen en buiten vast. Toen ik naar de volgende locatie wilde gaan, weigerde de auto te starten. De startmotor deed zijn werk, maar de motor sloeg niet aan. Omdat de auto van Willem was, besloot ik mijn beperkte sleutelvaardigheden niet te gebruiken. Verschillende scenario’s schoten door mijn hoofd. “Ha ha, belt-ie mij toch! Waar sta je? Ik kom eraan hoor!”
Chinese condensator
Was het 1975 geweest, dan had ik een lange wandeling naar de dichtstbijzijnde boerderij moeten maken. Maar in 2016 bereikte ik Willem razendsnel met mijn opgeladen Samsung. Willem was snel daar. De oorzaak was snel duidelijk: een Chinese condensator die niet meer fris was, waardoor de contactpuntjes niet werkten. Willem herstelde het probleem en ik kon verder naar locatie twee.
Smakelijk lachen
Daar schoot ik, terwijl ik de motor liet draaien, nog een aantal plaatjes. Daarna reed ik terug naar de familie Keizer. We lachten smakelijk om het pechverhaal en concludeerden opgelucht dat de zwakke condensator niets met de rest van de technische staat van de Allegro te maken had. Want Chinees, niet Brits. Het was wel heel toevallig dat juist deze reportage met een Austin uit de jaren zeventig nét even anders liep dan gedacht. We bagatelliseerden het voorval en bevestigden dat de Austin een prima klassieker was. Een Allegro die al 41 jaar meeging, kon haast geen slechte auto zijn.
Hoewel de drie genoemde heren vermakelijk waren, hebben die de zaak met plezier overdreven. En in kringen van liefhebbers van British Leyland-liefhebbers (jazeker, die zijn er) zijn ze niet altijd even geliefd.
Ze hebben een tijdje de gewoonte gehad met opzet de mooiste Marina’s onder valse voorwendselen te kopen om er hun grap met de piano op het dak mee uit te halen. mooie gerestaureerde auto’s waar veel liefde en werk in was gestoken, waarvan men dacht dat die naar een liefhebber ging. Dat was dan iemand van het productieteam en een tijdje later: Hahaha! Weer een piano op het dak! Lachen!
…..‘Een vroege Golf diesel met de originele CAV-pomp’.
De écht vroege Golf (1.5 CK) diesels hadden simpelweg een Bosch VP inspuitpomp. Die is pas origineel! Ergens richting ‘79 begon VW met de CAV pompen. Ik vond het bepaald geen succes. De loopcultuur van die Golfjes met CAV pomp was minder mooi dan die van de Golfjes met Bosch pompen (Al reageerden de CAV pompen sneller op gasgeven) Nog los van het feit dat het verstopt raken van het tankfilter (niet dat filter onder de motorkap maar dat zeefkorfje in de tank) met anaerobe algen de toerentalregeling van die CAV pompen niet zelden in de war stuurde. Daarbij hadden veel VW garages tot zeker 1979 vaak geen kaas gegeten van het afstellen van die pompen op de motor waarbij de regulateur reactieschroef foutief werd aangezien voor de stationair toerentalschroef…. De wagens waren relatief ‘nieuwlichterig’ en de scholing van de monteurs liep duidelijk wat achter. Ik de 1.6 diesels met 54pk zouden slechts Bosch pompen gemonteerd worden. Die motoren liepen vaak probleemloos 300.000km waar dat bij de 1.5CK vaak maar net iets meer dan de helft daarvan was. Het ging vooruit! Ik heb veel werk verricht aan die 1.5 Diesels en de kinderziektes in volle glorie en omvang mogen verhelpen.
Volgens mij is hij niet zo origineel, want hadden deze auto’s niet allemaal een vierkant afgerond stuur.
En als het echt luxe Engels moest dan had je deze carrosserie ook nog in een VandePlas uitvoering
Ze ronkte allemaal heerlijk Engels
Mijn Vw Golf 1 van oktober 1979 is geleverd met een Bosch pomp op speciaal verzoek van de koper. Nu na 43 jaar nog probleem loos een het werk. 155.000km.
Volgens 3 Engelse heren wedijverend met de Morris Marina om de titel: slechtste auto aller tijden.
Toch heb ik in mijn schooljeugd op de achterbank van 3 van deze Allegro’s doorgebracht (na 3 Mini’s). Door mijn ouders toen nieuw gekocht. De 1e kreeg een terugroep actie op de achterwiellagers. De laatste moest een jaar langer door dan de planning, omdat de inruilwaarde gekelderd was. Die was na 3 jaar en ruim 100000 km toen ook echt op.
Als liefhebber van Franse auto’s ben ik toch wel geschrokken dat de Engelse auto’s uit de jaren van de Austin Allegro zo onder gewaardeerd lijken te zijn. Wie loopt er warm voor bv. Austin Princess?
Fijn dat er zo’n leuk stukje over deze auto wordt geschreven!
Ik hoop dat ik ongelijk heb!
Ik, de Princess is een prachtauto, met een schitterende wigvorm. Een vriend van me kreeg hem van zijn vader, die hem nergens ingeruild kreeg. Overigens kan ik de Allegro ook wel warderen, maar de kwalitei….
Het mooiste Engelse model vind ik de Dolomite, gevolgd door de 2000TC, allebei van Triumph.
Nou, ik!
Een Princess is voor mij nog een droomwens. Opgegroeid op de achterbank van een 2200HLS. Prachtige auto’s.
Moet dan alleen wel bepalen welke andere auto dan weg moet, want 4 is mij te veel.
Maar die Allegro zou ik ook best willen hebben. Of een Maxi, een Maestro en zéker een Montego.
Allemaal enorm ondergewaardeerde auto’s, maar zo leuk!
Ruim 10 jaar probleemloos in een Austin Allegro 1300 uit 1976 gereden. Nooit pech, altijd starten en lekker lopen. Karaktervolle auto, heerlijk Engels.
In het rijtje van de aller slechtste wagens ooit gemaakt…