In 1969 nam Volkswagen het eigenzinnige NSU over. Eerder nam het al Auto Union over van Mercedes-Benz. En daar ontstond medio jaren zestig Audi uit, dat qua naam dus terugkeerde in autoland. Volkswagen voegde NSU en Audi samen. En zo ontstond dochter onderneming Audi NSU Auto Union GmbH. De aansturing van beide merken zou hierdoor voor Volkswagen efficiënter worden. Twee vliegen in één klap dus. Althans, dat zou je denken. In Nederland gaf de samenvoeging van Audi en NSU gedoe, véél gedoe.
De Rotterdamse importeur NV v/h firma Van Oorschot importeerde sinds de jaren vijftig NSU modellen. Hart Nibbrig & Greeve (HNG) was al jarenlang geklonken aan de import van de producten van Auto Union. Na het verdwijnen van de merknaam DKW werden de importeurs schappen eerst met de F103 modellen van het herboren Audi gevuld. Datzelfde Audi werd dus ineens een zustermerk van NSU én deelgenoot binnen de nieuw gestichte dochteronderneming van Volkswagen. En dat betekende, dat ook Hart Nibbrig & Greeve nu NSU modellen kon importeren. U begrijpt: in Rotterdam was men daar niet blij mee.
Samenwerking met HNG geen optie voor Van Oorschot
Van Oorschot had daar alle redenen voor, want de Rotterdamse importeur was vergroeid met NSU. Het nieuws dat Hart Nibbrig & Greeve naast Audi’s ook NSU modellen ging importeren werd bij Van Oorschot bepaald niet met gejuich ontvangen. Toch bleef het relatief rustig, ook omdat vanuit Wolfsburg de mededeling werd gedaan dat Van Oorschot in ieder geval de aangewezen importeur bleef voor de modellen van NSU. De Rotterdammers piekerden er ondertussen niet over om de Audi- en NSU import in samenwerking met HNG te doen. Eén van de redenen was dat Sassenheim sinds 1966 dwarsverbanden had met het in Nederland opkomende Datsun. Directeur De La Porte had tijdens dat jaar Datsun Nederland opgericht.
Van Oorschot content
Van Oorschot hield dus voet bij stuk. Zij wilden het alleenrecht op de Audi- en NSU import. Men kreeg een brief uit West-Duitsland. Van Oorschot werd op de wenken bediend, want in de brief stond dat zij de exclusieve Audi-NSU importeur voor Nederland werden. Of men anno 1970 een dergelijke beslissing ook met champagne vierde is niet bekend, maar men was in Rotterdam uitermate content met het besluit, dat men tegelijkertijd ook logisch vond. Van Oorschot zou de activiteiten voor de VW dochteronderneming gaan uitvoeren onder de naam Audi NSU Import Nederland.
HNG: chagrijn en nieuwe strategie
Bij Hart Nibbrig & Greeve was men bepaald niet blij met deze ontwikkelingen. En de directie van HNG werd uitermate chagrijnig toen deze eind 1970 een ongewenste brief uit West-Duitsland kreeg. Daar stond in dat HNG vanaf 1 januari 1972 geen importeur meer mocht zijn van het merk Audi en dus ook niet van NSU. Voorstelling gesloten, kastje dicht, einde verhaal. Dat had u gedacht. Want op de achtergrond vond binnen het Volkswagen concern een wisseling van de wacht plaats. De rol van concernbaas Kurt Lotz en van de stafleden Zimmermann en Von Heydekampf was tanende. Rudolf Leiding en zijn kompaan Schönbeck namen de regie in Wolfsburg over. En dan weet u het wel: nieuwe bezems vegen schoon.
Leiding: steeds meer focus op Audi
Dat gold in dit geval in meerdere opzichten. Leiding had bedacht dat het Audi NSU gamma in de toen nabije toekomst nog maar uit drie modellen zou bestaan: de NSU Ro80, de Audi 100 én de toekomstige Audi 50, die voorbestemd was om alle Prinz modellen van NSU te vervangen. Deze auto werd ontwikkeld onder de projectnaam Kolben-50, en dat was toch duidelijk een hint naar NSU en het verleden daarvan. Over de Audi 80 repte Leiding met geen woord, terwijl deze allang in de steigers stond. Logisch, want deze was bestemd om een onderdeel te worden van de toekomstige VW Passat reeks.
HNG blijft tóch importeur naast Van Oorschot
Ook op een andere manier maakte Leiding gebruik van zijn nieuwe invloed, en daar wist het gehaaide HNG wel raad mee. Zij beriepen zich op een toezegging van Kurt Lotz. Hij zou HNG toegezegd hebben dat zij ook Audi’s en NSU’s mochten blijven importeren. En toen Leiding het stokje overnam bevestigde hij de vermeende toezegging. De focus lag- hoewel dit naar buiten toe anders werd gepresenteerd- niet meer op NSU. Audi zou het luxemerk van Volkswagen worden, met veel onderling uitwisselbare techniek. NSU had een geheel eigen technisch imago, met de Ro80 en de toen nog lopende Prinz modellen. En dat paste niet binnen de hang naar efficiëncy en groei. En HNG had de nodige expertise en raakvlakken met Audi en zijn rechtsvoorgangers. Zo werden de rollen deels omgedraaid, en bleven twee importeurs met elkaar vechten om de Audi en NSU kluif.
HNG groeit, Van Oorschot ziet afzet dalen
HNG begroette stijgende cijfers. De HNG Sterdealers verkochten in 1971 beduidend meer auto’s dan in 1970. Van Oorschot zag de afzet (vooral die van NSU) dramatisch dalen. Het leidde in 1971 tot een rechtszaak. En daarin stelde de rechter Van Oorschot in het gelijk, zij kregen het alleenrecht op de import van Audi en NSU. Een later hoger beroep- vlak voor de 71/72 jaarwisseling- zorgde voor een poldercompromis. Beide importeurs mochten Audi’s en NSU’s importeren, ook omdat Rudolf Leiding HNG had toegezegd dat het Audi’s mocht distribueren in Nederland.
Dikke streep door de rekening
En dat was een dikke streep door de rekening van Van Oorschot, dat net een nieuw distributiecentrum in Tegelen had laten bouwen voor de import en uitrol van Audi modellen in Nederland. Wie advertenties van Van Oorschot uit die tijd ziet kan trouwens onmogelijk om de onderhuidse stekeligheden van destijds heen. Zo stelt men in een advertentie voor de toen nieuwe Audi 80 dat er HNG Sterdealers zijn en Audi NSU dealers. Verder meldt men dat er anno 1972 (nog) twee Audi importeurs voor Nederland zijn. Het woordje nog is veelbetekenend, maar kreeg in 1974 een heel andere lading.
Pon neemt totaalimport op strategisch moment over
Want het al jaren aan VW geklonken Pon nam alle importactiviteiten voor Audi NSU Auto Union GmbH aan het einde van 1974 over. Dat gebeurde onder het mom van uitwisseling, kostenbesparing voor de klant en schaalvergroting. Het overnamemoment was door Volkswagen en Pon gehaaid en strategisch gekozen. Want het nieuwe VW-gamma was klaar, het luchtgekoelde aanbod was danig gekrompen. De kleine(re) NSU modellen genoten van hun pensioen. En Audi had al even afscheid genomen van de F103 serie. Ingolstadt had de modellenreeks met de 80 en de kleine 50 voltooid. En binnen het hogere segment had Pon -naast het exclusieve Porsche- de Audi 100 modellen en de NSU Ro80 klaarstaan.
Pon lachende derde
Zo kon Pon met een modern aanbod een nieuwe strategie uitrollen. Hoe het met de kemphanen uit Sassenheim en Rotterdam ging? HNG ging op zoek naar een nieuw merk. Het was vanwege de nog lopende activiteiten voor Datsun niet onbekend met de Japanse handel en wandel. HNG nam direct na het Audi NSU afscheid de import van Mitsubishi ter hand. Dat gebeurde op 1 november 1974. De Japanners maakten dankzij deze ontwikkeling hun marktdebuut in Nederland, en niet zonder succes. Van Oorschot richtte zich na de overgang van Audi NSU naar Pon voornamelijk op andere activiteiten. En Pon zou gaan floreren. De importeur uit Leusden werd de lachende derde in het Nederlandse Audi NSU Auto Union GmbH verhaal.
Ach, wie herinnert niet de advertenties van Greenib-Sassenheim? Auto’s, Fietsen, later zelfs motorfietsen zoals BMW en Harley en… vliegtuigen. Nu is Greenib een vastgoedbedrijf, met zelfs een businesspark ernaar vernoemd. Dus een graantje meegepikt en niet iets om medelijden mee te hebben, net als Pon.en consorten.
Weer een heel mooi verhaal, en zoals steeds: Als twee honden vechten om een been, loopt een derde ermee heen…
In 1997-1998 had ik ook zo een Auto 100 coupe uit 1974, zoals midden op de foto met de bedoeling om deze op en top te restaureren. Uiteindelijk is het sloop geworden omdat er niets, maar dan ook niets (zelfs geen enkel slijtageonderdeel) meer van te krijgen was.
Audi zou, mijn inziens, best wat meer respect voor het eigen verleden mogen hebben, maar vermoedelijk willen ze niet dat er nog oudere modellen van hun merk op straat te zien zijn. (ook een soort bedrijfspolitiek?)
Dit verhaal was eens nodig en maakt veel duidelijk voor iedereen, die wel de merken en modellen kent, maar niet wat bedrijfspolicy en andere achtergronden betreft.