En moet net zoals wij gewoon door blijven werken trouwens. Dat de 947 Wegenwachters die er nu rondrijden alleen maar bezig zijn met het laten afslepen van auto’s met onverklaarbare elektronische storingen, is een misvatting. De huidige Wegenwachter is helemaal top geschoold en actueel. Met zijn spullen en kennis kan hij (zijn er ook Wegenwachteressen trouwens?) ook veel elektronische problemen aan.
Maar puur ambachtelijk wordt er bijna 140.000 maal per jaar starthulp gegeven, zijn er zo’n 15.000 mensen die het verkeerde accijnssap in hun auto hebben gegooid en staan er zo’n 28.000 mensen buiten hun auto terwijl de sleutels er nog in liggen.
Dat houdt niet in dat vroeger niet alles anders was. Het lokale Shellstation was de officieuze uitvalsbasis van – ik geloof ‘Kees of Klaas’ Wolf, een stevig bebuikte, hoogst ervaren Wegenwachter. Dat was een Wegenwachter die, net als veel van zijn collega’s indertijd, alle hoeken en gaten van zijn bedrijfswagen had volgepakt met ‘scharrelspul’, met dingesten en handigheidjes opgedaan in een heel lange loopbaan als mechanisch hulpverlener.
We kenden elkaar van het Shellstation en rookten wel eens een sigaar van elkaar. Kees (of Klaas) was ook klassiekerliefhebber, maar hij keek altijd wat meewarig naar mijn auto’s… “Die zijn gewoon oud”.
Toen ik met mijn nieuwste aanwinst, een Buick LeSabre naar de douane moest knalde de V snaar er af. Ik belde – via een praatpaal – met de ANWB en de Koninklijke beloofde een Wegenwachter te sturen.
Het Wegenwacht autootje kwam aanrijden en stopte. Eerst kwamen er een paar korte benen te voorschijn. Daarna een indrukwekkende buik. De rest van mijn bekende Wegenwachter volgde.
Hij keek naar mij. Hij keek naar mijn gestrande auto en zei: “Als je mij nou een sigaar geeft, dan ga ik in de zon zitten kijken hoe jij je redt.”
Ik denk dat de moderne wegenwacht niet meer zo werkt. Want rokers zijn bijna uitgestorven.
Maar intussen is de Wegenwacht 70 jaar jong en de Koninklijke viert dat met de uitgave van schaalmodellen 1 op 43 van de auto’s die de wegenwacht in de loop der tijd gebruikte.
Ze zijn te koop in de ANWB shops of de webwinkel. ANWB leden tikken er 16,99 voor af. De paar mensen die geen ANWB lid zijn betalen 24,99. En dat is minstens de helft goedkoper dan de oude Dinky Toy modellen op de verkoopsites.
Het aanbod wordt over het hele jaar gedoseerd en begint met de van 1959-1973 gebruikte ‘Besteleenden’.
De Citroën 2CV was de eerste auto van de Wegenwacht. Tot die tijd reden de mannen op motoren. De ‘Eenden’ waren veiliger en boden meer ruimte voor gereedschap, onderdelen en natuurlijk de mobilofooninstallatie. De laatste generatie van deze auto had een verhoogde laadruimte, een lichtbak en een zwaailicht dat bij noodgevallen omhoog geschoven kon worden.
Deze auto’s hebben veel kilometers gemaakt, want toen reed de wegenwacht nog rondes.
(foto’s: ANWB)