Bij menig oudere jongere staat de derde generatie van de Toyota Corona op het netvlies als één van de eerste modellen die de Japanse grootmacht van vandaag in Europa aanbood. Deze Corona was in Nederland en België tijdens de loopbaan als sedan leverbaar. Toyota bouwde op basis van de Toyota (of liever gezegd Toyopet) RT40 generatie van de Corona echter meerdere varianten. Eén afgeleide was de allereerste tweedeurs hardtop uit Japan. En deze versie was weer de basis voor een paar illustere modellen van Toyota makelij.
In juli 1965 liet Toyota van zich spreken door de hardtopversie op basis van de RT40 serie op de markt te brengen. Feitelijk was dat een 2 + 2 versie. De hardtopversie (ook wel hardtop-coupé genoemd) debuteerde als RT50 met de 1.5 liter 2R OHV motor. Later voegde Toyota ook de RT51 variant toe. Deze Corona 1600 S hardtop kreeg de 4R OHV motor. Dat was de 1.587 cc metende krachtbron die later nog een belangrijke rol zou spelen in de doorontwikkeling van het hardtopgamma van de Corona.
Sportief hart in Corona gamma
Toyota had in het hart van het programma nu dus ook sportieve modellen met meerdere motorkeuzes binnen het aanbod, dat voornamelijk voor de thuismarkt was bestemd. Er kwam naar verluidt een klein aantal RT51(LHD) exemplaren in Finland, België en Luxemburg terecht. De Toyota Corona hardtop werd voor de Amerikaanse markt ook nog met de 3R 1.9 motor (RT52) gebouwd, evenals de twee genoemde motoren was dat een OHV krachtbron. Naast handgeschakelde transmissies (drie of vierversnellingsbak) kon de koper ook kiezen voor de tweetraps Toyoglide automaat.
4R krachtbron. Een blok als basis voor een pareltje
De Corona hardtop werd verder nog leverbaar met een 7R motor, die vanaf 1968 leverbaar was en een cilinderinhoud had van 1.591 cc. Deze motor was afgeleid van de 4R krachtbron. En juist de laatstgenoemde motor vormde de basis voor het klapstuk binnen de RT4#/RT5# reeks: de RT55 oftewel de 1600 GT die in Het blok werd als basis gebruikt voor de prachtige 9R motor. Deze kreeg een in samenwerking met Yamaha ontwikkelde cilinderkop met twee bovenliggende nokkenassen. De kop was afgeleid van de versie die in de Toyota 2000 GT werd gemonteerd. De sportieve reeks van deze Coronaserie beleefde zo zijn finest hour, de 9R motor werd bovendien exclusief voor de Toyota 1600 GT gebouwd.
Nog meer aanpassingen
Ondanks het vertrouwde blok kreeg de motor dus een eigen karakter. Dat werd versterkt door de verhoging van de compressieverhouding naar 9.0:1. De montage van twee dubbele Solex Mikuni carburateurs was een andere factor die bijdroeg aan de vermogensstijging naar 110 PK. De 1600 GT was daarmee goed voor een top van bijna 180 kilometer per uur. Het Corona onderstel werd bovendien aangepast voor meer sportiviteit, en dat leidde volgens de overlevering tot een puik weggedrag. In technische zin kon de koper verder kiezen uit een versie met een vierversnellingsbak (GT-4) of een vijfversnellingsbak (GT-5). Die laatste transmissie was speciaal voor de 2000 GT ontwikkeld en vond dus ook zijn weg naar de Toyota 1600 GT, die nooit als Corona werd verkocht.
Antwoord op inheemse concurrentie
De Toyota 1600 GT was een zorgvuldig geconstrueerd antwoord op vaderlandse sportievelingen. Deze zagen dankzij de groeiende populariteit van op sedanversies gebaseerde sportmodellen het levenslicht. Zo had Japan kennisgemaakt met de Isuzu Bellett 1600 GT, de Prince Skyline 2000 GT, de Hino Contessa 1300 Coupé en de Datsun Bluebird SSS. Deze sportieve gezinswagens waren al een paar jaar op de markt, maar Toyota zette daar in 1967 dus een ijzersterk wapen tegenover.
Dezelfde kleuropties als de 2000 GT
Opmerkelijk was dat hij ook cosmetisch een paar zaken van de prestigieuze 2000 GT leende, zoals de omgekeerde driehoek op de grille. Dat was niet geheel toevallig, want de 1600 GT werd als kleinere broer van de exotische 2000 GT gepositioneerd. Mooi gegeven: net als de 2000 GT was hij verkrijgbaar in de kleuren Bellatrix Yellow, Pegasus White, Solar Red en Thunder Silver Metallic. Het interieur werd exclusief zwart gehouden, en de voorste inzittenden vonden zichzelf terug in verstelbare kuipstoelen.
Alleen voor Japan, Europees rallydebuut in Monte Carlo
Toyota hield de auto thuis, hij was alleen voor de Japanse markt beschikbaar. In nog geen twee jaar tijd liep de 1600 GT 2.222 keer van de band in de Motomachi fabriek. Hij bleef exclusief, had technisch heel goede genen en was ook in een ander opzicht illuster. De Toyota 1600 GT-5 nam twee keer deel aan de Rallye Monte-Carlo, en was feitelijk de eerste auto die met enige Toyota ondersteuning in Europa rally’s reed. Zowel in 1968 als in 1969 zat Jan Hettema aan het stuur, en dat gold ook voor de Total International Rally in Afrika, waar Hettema in 1969 met een RT55 versie tot het deelnemersveld hoorde. De 1600 GT in het thuisland ingezet in de voor de Japanse fabrikanten prestigieuze circuitraces.
Oog in oog met iets bijzonders
Wij weten echter, wat het betekent om oog in oog te staan met deze hardtop. Deze Toyota was ook vanwege zijn 2000 GT genen niet zomaar een Japanse sportwagen. In september 2020 waren wij in Dendermonde voor de reportage over de rallyhistorie van Toyota. In de toonzaal van de door liefhebbers gedragen Toyota-dealer Holvoet zagen wij de in Bellatrix Yellow gespoten RT55 R-M Dat was een bijzondere ontdekking. Die was al speciaal vanwege het feit dat de 1600 GT een zeldzaamheid is in Europa. En het besef dat deze 1600 GT de aartsvader is van een hele reeks Toyota coupés en hardtopmodellen maakte dat speciale gevoel om deze Toyota 1600 GT in levenden lijve te aanschouwen alleen maar groter.
Hele leuke auto, niet afgeleide model!
Enne, japanners zijn al duur genoeg!
Heb ongeveer 8 jaar in een Toyota Corona 1977 gereden 2 ltr 5 bak fijne auto heb deze 13 jaar gehad toen deze te duur werd voor ons gezin en ook de roestduivel kwam om de hoek kijken, maar erg leuke dingen meegemaakt in de tijd dat ie bij en mijn vrouw was., had graag meer foto`s gezien van meerdere bouwjaren.
Japanners uit de jaren 60 en 70 zijn momenteel helaas nog totaal ondergewaardeerd, alhoewel de design ook prachtig is.
Mijn vader kocht in 1968 een Toyota Crown, helaas was dit een maandagmorgenwagen, deze begon al snel midden op het dak en motorkap te roesten en. Na slechts 4 jaar, 3 uitlaten verder en veel electriciteit-elendeging deze richting sloop. Maandagmorgenwagens had je toe bij alle merken, ook bij Japanners.
Qua design doen deze auto’s minstens even goed als de Europese modellen.
Leuk artikel maar jammer dat er niet meer foto’s bij staan
Dat was ook mijn eerste gedachte !!