‘Denk niet wit, denk niet zwart, maar in de kleur van je hart’, zo leerde de Frank Boeijen Groep ons in 1984. De Suzuki LJ80 doet dat, in navolging van zijn voorgangers, al sinds 1977 en spreekt overal ter wereld alle mogelijke doelgroepen aan. Dat die liefde wederzijds is, verklaart waarom zovele mensen de overgebleven exemplaren van deze kleine alleskunner conserveren.
Nog zo’n onvergetelijke uitspraak uit de jaren tachtig: ‘It’s a Giant Suzuki.’ Ook al sloeg dat op de Swift, met een beetje fantasie kun je die slogan moeiteloos doortrekken naar de onverzettelijke Suzuki LJ80. Zijn naam is klein en zijn formaat ook, maar zijn daden benne groot. Kijk er niet gek van op als je ergens op internet foto’s of een filmpje vindt van zo’n 3,20 meter korte, 740 kg lichte Soes die doodleuk een minstens dubbel zo zware Land Rover lossleurt uit de blubber, tot groot vermaak van de omstanders. Weinig andere 4×4’s ploegen zo makkelijk door het terrein en waar zij stoppen, banjert de dappere Jap onverstoorbaar verder. Hier geldt de wijsheid ‘less is more’. De historie begon in 1970 met de LJ10, voorzien van een luchtgekoelde tweecilinder tweetaktmotor, die vanaf de LJ20 waterkoeling kreeg. Daarna volgde de LJ50 met drie cilinders.
Kei cars
De fase van volwassenheid brak aan in 1977, met een nieuwe evolutie van de reeks. Daarmee raakten exportmarkten ook geïnteresseerd, want de Suzuki LJ80, vernoemd naar de cilinderinhoud van zijn 41 pk sterke viercilindermotor, wist zich met een iets verfijnder onderstel en een hogere topsnelheid beter te handhaven op de openbare weg.
“Hij heeft bovendien een bredere koets, net als de laatste LJ50’s sinds 1976”, vult Visser aan. “Met de oorspronkelijke versies wilde Suzuki binnen de Japanse wetgeving rondom kei cars blijven, die onder een veel gunstiger belastingtarief vielen. Dat zie je terug in de compacte buitenmaten en de piepkleine motortjes. Weet je trouwens waar LJ voor staat? Little Jeep.” Het merk nam de Amerikaanse CJ als voorbeeld en kopieerde het concept als het ware in een andere schaal. Omdat de markt voor terreinwagens begon te groeien, hakte de Nederlandse importeur NIMAG in Heinenoord in 1978 als eerste op het continent de knoop door om de Suzuki LJ80 in de prijslijsten op te nemen. Voor het geld van een Ford Fiesta of een Renault 5 hees je jezelf aan boord van een heuse vierwielaandrijver met een riante bodemspeling en zelfs een lage gearing.
Collectie
Noem de tussen 1977 en 1982 geproduceerde Suzuki LJ80 gerust een cult car. “Nette exemplaren brengen inmiddels minimaal 20.000 tot 25.000 euro op”, aldus Pieter Visser van Eljee Holland, die de wereldwijde markt nauwlettend in de gaten houdt. “Zelfs onder trialrijders die regelmatig het terrein opzoeken vind je steeds meer liefhebbers die daar met een mooie, karakteristieke auto willen verschijnen.” De sympathieke, ongelooflijk betrouwbare 4×4’tjes spelen zich ook steeds meer in de kijker bij mensen met een vakantiehuis in Zuid-Europa en een toenemend aantal klassiekerverzamelaars meent intussen dat zo’n Suzuki LJ80 niet in de collectie mag ontbreken. Tien tegen één dat het gerestaureerde exemplaar dat we mochten lenen van Kaeve Cars in Uden uiteindelijk zo’n bestemming krijgt. Blijft er weer eentje geconserveerd.
Met dank aan Kaeve Cars (Uden) en Eljee Holland (Hurdegaryp)
Het complete artikel vind je terug in het meinummer van Auto Motor Klassiek. Die ligt nu in de winkel.
Als je echt het terrein wil opzoeken, dan ben je veel beter af met deze lichtgewicht Suzuki of Fiat Panda 4×4
dan met zo een 2 ton zware en nutteloze suv, waar je door het overdreven zwaar gewicht na enkele meters al vast komt te zitten in het slijk.
(of met zo een nog veel zwaardere e-suv/hybride)
Ik heb zo’n LJ wel eens zien rijden. Uiteraard al lang geleden, dat wel. Heb het altijd een leuke auto gevonden. Een beetje een ‘fotografische verkleining’ van een Land Cruiser maar dan met een leuk eigenwijs smoelwerk. Ik wist dat ze als 4×4 uitstekend buiten de gebaande wegen functioneren. Het zijn geen snelle dingen maar wel zoooo leuk. Stiekem wilde ik er vroeger altijd wel eentje rijden. Is er nooit van gekomen. Jammer