Sluitingsdatum februarinummer -> 16 december
Project Escort V6: precisiewerk uit Friesland
Wie in Ruinerwold langs de zachtblauwe Ford Escort van Gertjan Swieringa liep, zag vooral een keurige eerste serie Escort zoals opa die ooit had kunnen rijden. Geen spoilers, geen schreeuwerige strepen, geen motorkap met bult. Hooguit die iets te brede wielen en die vreemde tweedelige voorbumper. Pas wie beter keek, of bleef staan, ontdekte dat dit geen brave 1100 of 1300 is. En dan dat embleem op het voorscherm: 3000 V. Gertjan glimlacht er nog steeds om. Motorkap open, en ja hoor, daar ligt hij echt: een Ford Essex 3.0 V6.
Door: Max de Krijger
Wolf in schaapskleren
De Escort is bij uitstek geschikt voor dit soort vermommingen. De Ford Escort is compact, licht, tijdloos getekend en in Nederland massaal verkocht. Tussen 1968 en 1975 rolden er wereldwijd ruim twee miljoen Escorts van de band. Dat maakt hem geliefd bij restaurateurs én bij mensen die iets anders willen. Gertjan wilde precies dat: een onopvallend snelle auto, zonder franje. “Hij moest eruitzien alsof hij standaard is gebleven,” zegt hij. Geen bult op de motorkap, geen race-uitstraling. Alleen wie het weet, ziet het.
Wat wel opvalt: de schoenen zijn breder dan Ford ooit bedoeld had en de voorbumper is anders dan origineel. Dat is geen esthetische keuze, maar noodzaak. Onderhuids is namelijk alles anders.
Van schuurvondst tot serieuze uitdaging
De basis was verrassend goed. De Ford Escort had sinds 1995 stilgestaan en was afkomstig van een oudere eigenaar. Cruciale plekken zoals de veerpoten bleken nog netjes, iets wat bij Mk I Escorts eerder uitzondering dan regel is. Dat maakte hem geschikt voor een ambitieus plan. Voor de eerste slijptol werd gepakt, volgde eerst een bezoek aan de RDW. Slim, want met een motorwissel van dit kaliber wil je vooraf weten waar je aan toe bent. Met de juiste papieren en afspraken kon het echte werk beginnen.
Dat gebeurde bij reparatiebedrijf Swieringa in Friesland, samen met vader Henk. Ruimte, gereedschap en ervaring waren aanwezig, maar zelfs dan is een Essex V6 in een Ford Escort geen kwestie van erin leggen en vastschroeven.
Ruimte is relatief
Een zescilinder in zo’n kleine neus betekent passen, meten, opnieuw beginnen. De transmissietunnel werd vergroot, de accu verhuisde naar de kofferruimte en een standaard subframe bleek onbruikbaar. Dus werd er zelf een gebouwd. Uitlijning, ophangpunten, stuurinrichting: alles moest kloppen. De motor is zo laag en ver mogelijk naar achteren geplaatst, voor een betere gewichtsverdeling én om die originele motorkap te behouden.
Ook de uitlaatspruitstukken konden de prullenbak in. Die pasten simpelweg niet. De oplossing was typisch sleutelaarshandwerk: eerst ontwerpen met PVC-bochten, alles passen en tape erop, en daarna namaken in staal. Foutje gemaakt? Dan begin je opnieuw. Het kostte veel zaterdagen, maar leverde wel een perfect passend systeem op.
Britse techniek met een omweg
Met dit vermogen moest ook de rest van het onderstel worden aangepakt. De carrosserie kreeg een verstevigingsset zoals bij rally-uitvoeringen, schroefveren kwamen uit een Capri en de achteras is van Jaguar-origine. Dat klinkt vreemd, want een Jaguar-achteras is veel te breed voor een Ford Escort. Klopt. Maar een Reliant Scimitar gebruikte een ingekorte Jaguar IRS-achteras. Zo’n Scimitar werd gevonden, gekocht en geofferd. De achteras zit nu onder de Ford; de Reliant-motor ligt nog op zolder.
Onderdelenjacht bracht vader en zoon regelmatig naar Engeland, waar voor de Ford Escort nog bijna alles verkrijgbaar is. Tot de Brexit toesloeg. Prijzen verdubbelden soms van de ene op de andere dag. Toch werd de auto compleet, inclusief zeldzame details als een goede hoedenplank. Het spuitwerk is uitbesteed, de rest is eigen werk. Deurpanelen zijn nagemaakt, stoelen opnieuw gevuld en het dashboard komt uit een Escort Mexico, compleet met oliedruk- en temperatuurmeters. Niet alleen mooier, maar ook noodzakelijk met zo’n motor.
Het geluid zegt genoeg
Rijden bevestigt alles. De anti-tramp bar houdt de achteras netjes in bedwang en het gegrom van de Essex verraadt wat er mogelijk is. Rustig in de bebouwde kom, maar altijd met spanning onder het rechterpedaal. Extra koeling is geregeld met een bijgeschakelde ventilator. Wel draait de motor relatief veel toeren; een vijfversnellingsbak of andere overbrengingen staan nog op het wensenlijstje. De bouw duurde vijf jaar, vrijwel elk weekend. Verkopen? Daar denkt Gertjan niet aan. Uniek is hij zeker, en opgebouwd met meer uren dan je ooit kunt terugverdienen. De volgende droom ligt alweer klaar: een Amerikaanse pick-up. Sleutelen blijft.
Het volledige artikel over deze Ford Escort V6, ook met restauratiefoto’s, is te lezen in Auto Motor Klassiek januari 2026, deze unieke Ford Escort editie ligt nu nog in de kiosk.
(Hieronder gaat het nog verder met de foto’s.)

In Finland rijd er een B Kadett met een V8 onder de kap..
Is ook onzichtbaar weg te werken.
Prachtig zoals deze auto eruitziet. Ik kan dat weten want ikzelf ben in de jaren 70 en 80 ford monteur geweest. Ik wil wel geloven dat er zeer veel uren in zoiets gaat zitten maar daar heb je nu profijt van . Ik denk dat vele mensen achter de oren krabben als je de moter start en daar een mooi geluid uit de uitlaat komt…dat verwacht niemand.
Wees er zuinig op.
Peter
Supergaaf, complimenten!
En een USA pickup is ook al zo leuk, benieuwd wat de plannen zijn. Hier een erg leuk (en inmiddels klassiek) uitgangspunt met 7,2 liter V8 😉