“Wat was er eerder: De kip of het ei?”
Dat lijkt een vraag die hooguit relevant is voor kippenfabrikanten. Wij, klassiekerliefhebbers, kunnen ons het hoofd breken over de vraag “Wat was er eerder, de Volvo P1800 ES of de Reliant Scimitar SE6A.”
Ook interessant: Volvo P1800. De auto van the Saint
Reliant is bij ons het meest bekend geworden door grappige filmpjes waarin Reliant driewielers buitelend de baan verlaten. Misschien was het driewieler concept met maar één voorwiel inderdaad niet het beste idee dat er uit het ooit leidende United Kingdom kwam.
Aan de andere kant: de Reliant driewielers waren als ze hun bandjes op de grond hielden extreem economische voertuigjes. En je mag het fenomeen kip toch ook niet afschrijven omdat kippen geen melk geven? Maar als de mensen bij Reliant geen hijgende boekhouder over hun schouders hadden hangen, dan konden ze veel beter dan alleen maar hoogst economische driewielers maken.
Reliant werd in 1935 door T. L. Williams opgericht, om de productie van de Raleigh driewielige bestelwagen te continueren. Dit vertederende vrachtwagentje was in 1933 ontworpen maar Raleigh wilde het niet langer produceren. In 1952 lanceerde Reliant een personenauto; de Regal MK1. De driewielige Reliant Robin, Reliant Regal en Reliant Rialto waren de bekendste personenwagens van Reliant. Deze driewielers waren vooral interessant voor mensen zonder autorijbewijs. De bestuurder kon volstaan met een rijbewijs voor motorfietsen. In Nederland werden Reliants geïmporteerd door Waaijenberg uit Veenendaal, het bedrijf dat later lokaal wereldberoemd werd door de productie van beweegbare verkeersobstakels, de Canta’s.
De Reliant Scimitar (1964-1986)
Naast het maken van die minimalistische driewielers en minuscule vrachtautootjes richtte Reliant zich op het maken van de sportwagens. In 1962 is er de Sabra, in samenwerking met het Israëlische bedrijf Autocars ontwikkeld. Hij komt als Reliant Sabre op de Britse markt. De vormgeving van de voorkant vraagt nogal wat inlevingsvermogen; een groot succes wordt de Sabre dus niet. Als opvolger presenteert het merk in 1964 een nieuwe sportieve coupé. De wagen wordt Scimitar gedoopt, Een ‘scimitar’ is een ‘kromzwaard’. Iets om mensen nadrukkelijk mee te beschadigen. Een naam zegt veel over de intentie achter een model. Daarom is er ook nooit iemand weggedoken bij de Daf Daffodil. Een daffodil is een gele narcis. En die is eerder vertederend dan huiveringwekkend.
Die Scimitars waren allemaal gekleed in een polyester kostuum
De eerste Scimitar van Reliant was een coupé op basis van de styling van een Daimler SP250-prototype (omgedoopt tot de SX250) en het chassis van een Reliant Sabre. De eerste van de serie exclusieve Britse sportwagens werd in 1965 gebouwd, de laatste bijna veertig jaar later. De familie evolueerde tot we bij de Reliant Scimitar SE6(A) (1976–1980) uitkomen die nu in Ede op adoptie wacht. Intussen was de Scimitar uitgegroeid tot een luxe, snelle wagen uit het soort van topsegment. Een puur Britse, sportieve auto boordevol karakter. En de unieke looks van de Reliant werden stijlvol verzorgd door een zelfde soort styling zoals die was toegepast bij de Volvo P1800 ES (1972-1973). Onder al die fraaie lijnen was de wielbasis 10 cm groter geworden en de spreidstand was 8 cm gegroeid.
Met de loeisterke Essex 3 liter zespitter
De Reliant Scimitar SE6A op de foto’s is uitgerust met een koppelsterke Essex 3.0 135 pk V6 motor met automatische versnellingsbak. Toen Ford Engeland stopte met de productie van Essex blokken greep Reliant terug naar de Keulse Ford V6 motoren met een cilinderinhoud van 2,8 liter. Die waren qua vermogen ongeveer even sterk, maar leverden minder koppel. De carburatie van de Duitse V Zessen werd verzorgd door Pierburg/Solex carburateurs die niet probleemloos waren. Daarom monteerden – of lieten ze dat doen – toen ‘veel’ Scimitar rijders de Weber 38DGAS carburateurs van Essex blokken. De gewoon geschakelde versie kon besteld worden met een Laycock overdrive. In totaal zijn er slechts ruim 400 stuks van dit model geproduceerd. Vanaf 1983 waren de Scimitars voorzien van gegalvaniseerde chassis, hetgeen hun houdbaarheid ten zeerste verhoogde. Het feit dat de schoonheid die in Ede bij Imparts te koop staat linksgestuurd is maakt hem extra bijzonder.
De Scimitar 30-TH-14, blauw metallic, met de Wolfracevelgen als op de foto en de Ford V6.
Een oud-buurjongen van mij had er één. Prachtkar met de overdriveschakelaar links naast het stuur, Vanuit z’n vier, even gas los handeltje om en dan gleed-ie zo in de overdrive. Hij was niet geheel storingsvrij en menigmaal hielp ik de eigenaar, die dan een behoorlijke band met Onze Lieve Heer bleek te hebben.
Ook vaak de handen uit de mouwen gestoken om andere Scimitars op de been te houden, waarbij het sleutelsummum werd gevormd door het vervangen van de koppeling. Door de overdrive zat er aan de bak een extra trommel, waardoor het geheel behoorlijke afmetingen kreeg. Met name met terugbouwen ging gepaard met het aanroepen van hemelse krachten en diverse ziektes.
Overigens de blauwe is een week “uitgeleend” aan Volvo die er inspiratie voor de 480 uit haalde.
De grootste personificatie van deze, voor mij, indrukwekkende auto bestond uit het implanteren van een Rover V8 blok. Zo is-ie uiteindelijk verkocht en wendde de eigenaar zich qua auto’s in aanvang naar het oosten en kocht een prachtige aubergine 911/930.
was de Ogle/Triplex Scimitar GTS niet de eerste?
Zoeken we op. Maar bedenk dat de – gratis! – online artikelen nooit zo diepgravend kunnen zijn als de verhalen in AutoMotorKlassiek. Ben je al abonnee?
Heb 7 jaren een originele nederlandse scimitar 6a gereden , meestal als dagelijks gebruik. Snelle auto met een zeer goede wegligging ook bij nat weer. Normaal onderhoud wat eenvoudig te doen is en onderdelen hier in nederland te verkrijgen. Binnen 1 dag in huis , zeer goede service . Rijdt nu een scimitar GTC met de 2.8 ltr motor , ook probleemloos. En als dagelijks vervoer.
Je bent extreem goed bezig!