Je kunt alles overdrijven natuurlijk. Maar als je de gevestigde Italiaans orde in de supercarklasse een gevoelige draai om de oren wilt geven, zul je met iets heel bijzonders moeten komen. Dat deed Panther Westwinds Ltd in 1977 en eigenlijk was bijzonder nog een enorm understatement voor hun Panther Six. Zelfs de Thunderbirds klapten even dicht bij de eerste aanblik en hingen slap en met knikkende knietjes in hun touwtjes.
Bedenker en bouwer Robert Jankel trok alle registers open en ging zich volledig te buiten in zijn ontwerp. Om te beginnen met de motorisering. Voor dat verwijfde Italo-getrut met 4 of 5 liter inhoud haalde hij zijn neus op en monteerde hoofdschuddend een Cadillac Eldorado V8 blok met 8200 diep gorgelende cc’s achterin. Met 2 lompe turbo’s, that’ll do. Het vermogen kwam nu op een slordige 600 PK en de Six was daarmee de snelste van zijn tijd, met een topsnelheid van 200 mph. Dat vermoedde men althans. In 1977 was dat bijna buitenaards.
Dat gold nog meer voor zijn uiterlijk, hij leek in werkelijk niets op zijn concurrentie. Dat kwam natuurlijk door zijn bijzondere 6 wiel configuratie, vooral geïnspireerd door de Tyrell P34 formule 1 auto met 4 kleine wieltjes voor en de 2 gebruikelijke jetsers achter. Het idee daarachter was dat 4 kleinere wielen minder luchtweerstand ondervonden dan 2 grote, er meer remkracht (-oppervlakte) was door de 4 schijven en meer contact met het asfalt. Bovendien had men bedacht dat de voorste set wielen het wegoppervlak droogreed en schoonveegde voor de rest, met als gevolg meer tractie en remkracht. Op papier leek de Six daarmee dus onverslaanbaar op alle fronten. Maar dat was de theorie.
De bijzondere wielconfiguratie had hier voornamelijk een esthetische functie. Van de beoogde clientèle had waarschijnlijk niemand het talent of de wil om het ding op en over zijn theoretische grenzen te rijden. Wel het geld: de Six was 40% duurder dan de top-Ferrari’s en vetste Lamborghini’s van die dagen. Maar je trok ook minimaal 40% meer aandacht met deze mean machine, je moest er zeker niet al te verlegen voor zijn. Een Countach leek zelfs een beetje gewoontjes naast dit ding, alsof die uitslover naast je een Manta reed. De prutser.
Die meerprijs zat hem ook in het overdadige interieurontwerp. Niet zozeer de materialen, die waren voor een deel duidelijk herkenbaar van de Amerikaanse GM-planken geplukt. De dikke voorbank, het stuur en de versnellingshendel aan de stuurkolom kwamen waarschijnlijk uit dezelfde Cadillac die zijn motor gedoneerd had. Het exclusieve zat hem vooral in de gadgets: digitaal dashboard mét televisie, in de deur ingebouwde telefoon, airconditioning van een truck en zelfs een automatische brandblusinstallatie zaten er allemaal standaard op en in en dat zette de concurrentie op flinke achterstand. Dat was in ieder geval de bedoeling.
De Six was natuurlijk ontzettend vooruitstrevend in de zeventiger jaren, misschien wel een beetje té. De praktijk bleek een stuk weerbarstiger dan de uiterst wilde plannen van Jankel, de technisch onderlegde modeontwerper die eerder al de J72 en de De Ville had voortgebracht. In eerste instantie werden er na de introductie van Jankels in het geheim en met de hand gebouwde model 15 orders voor de Six genoteerd. Deze gefortuneerde en vooral extroverte gegadigden moesten echter uiteindelijk toch weer uitwijken naar zo’n alledaagse 512 BB of Countach die de buurman ook al elke zaterdag verveeld stond te wassen op zijn oprit. Want de Six kwam er nooit en de plaatselijke bandenboer baalde stevig mee.
Pirelli kon of wilde namelijk de kleine 205/40VR13 voorbanden toch niet leveren op het moment dat de productie van start zou gaan. Bovendien mislukte ook Jankels project voor een conventionele sedan, de Panther Rio. Dat was eigenlijk een zwaar opgewaardeerde Triumph Dolomite, maar nog veel te veel herkenbaar als zodanig. Daar trapte vrijwel niemand in voor dat geld: hij was duurder dan een Jaguar XJ12! Na 35 Gekke Henkies bleef de telefoon stil en het orderboek leeg in Weybridge en sloot Panther noodgedwongen de deuren. Niet veel later was er onder nota bene Koreaanse vlag een herstart en kwam Panther terug met de bestaande Lima en de nieuwe Kallista en Solo. Maar die hadden gewoon 4 wielen. Boring.
Zodoende werd er officieel maar één Six gebouwd. Naar verluidt bestaat hij nog steeds en staat ergens in het Midden-Oosten exclusief te zijn, waarschijnlijk op een verwarmde marmeren vloer en onder een goudgeborduurde doek. Er is echter nog een tweede exemplaar in omloop dat zo heel af en toe opdook op bij een veiling of een exclusieve dealer. Dat tweede exemplaar is afgebouwd met de voorraad- en reservedelen van de eerste, rechtsgestuurde Six. Blijkbaar was die voorraad nog niet geheel op orde want er zijn best grote verschillen met nummer een. Wat wel weer fijn is als eerdergenoemde buurman onverhoopt ineens het eerste exemplaar op de kop weet te tikken.
Zo is de tweede linksgestuurd. Ook heeft hij twee aparte voorstoelen en een veel conventioneler dashboard met normale tellers, zelfs nogal rommelig. De pook van de automaat zit bij deze op de vloer en niet meer aan de stuurkolom. En waar de eerste een normale motorkap had, scharniert bij nummer twee de gehele achterkant omhoog. Waar volgens de geruchten de twee turbo’s schitteren door afwezigheid… Verder is hij wit en chroomloos, waar de eerste zwart was met een verchroomde frontpartij. Duidelijk van elkaar te onderscheiden dus. Maar de kans dat je ze door elkaar zou halen op de parkeerplaats van je Halfords was toch al best klein. Of Buurman moet hem ook net geparkeerd hebben voor een nieuwe fles autoshampoo en een stapel poetslappen. En heel veel bandenzwart.
Foto’s: bonhams.com
Panther deed regelmatig een graai in het onderdelenkabinet van Triumph. Herken ik hier nu een voorruit van een TR7??
Zo te zien staan de voorwielen gelijk, dus dat zal redelijk wringen in een bocht . .. ..
Bandenboer inderdaad een hele dikke blij 🙂
OMG, lelijk
Mooiste wagen ooit, BMW eerste 316 serie, 1975-1977!!!
Groet Max
Bijzonder? Jazeker! Mooi?…. Nou ja, mijn smaak is het niet bepaald. Hij zal een stevige ‘gas guzzler’ geweest zijn met 8200cc en twee turbo’s. Wel lekker ‘out of the box thinking’. Bleef hij op de weg met 200MPh? Slik…..!
Wat een geweldig apparaat zeg!