De 350 cc twin het eerste ontwerp dat Franco Lambertini voor Morini tekende. En hoe mooi het motorblok ook was: Lambertini had er niets meer of minder mee bedoeld dan een kwalitatief hoogwaardige, zuinige en betrouwbare motor voor dagelijks gebruik.
Een duur ding
Evenzogoed kostte zo’n Morini bijna net zoveel als een CB 750. Maar ach, wat Italianen ook maken: het uiterlijk schoon zit ze blijkbaar in de genen geweven. De eerste advertentie voor de nieuwe Morini stond in het Italiaanse maandblad Motocyclisme en liet duidelijk zien dat de Moto Morini voor ‘alle soorten’ motorrijders was bedoeld. De nieuwe Moto Morini 350 werd op de Motor Tentoonstelling van Milaan in 1971 onthuld.
Een bouwdoosconcept
In de jaren daarna zou deze krachtbron, dankzij zijn modulaire ontwerp (zo waren de cilinders en koppen ‘voor en achter’ uitwisselbaar), verder ontwikkeld worden. Dat leidde tot twins van 250 tot 500 cc. Om koelingsproblemen van de achterste cilinder te voorkomen was deze 5 cm ‘opzij’ gezet. Dankzij de benen van de berijder, die werken als een spoiler, is de achterste cilinder vaak koeler zijn dan de voorste. Plan gelukt!
Ook als eencilinders
Daarnaast werden blokken ‘zonder de achterste cilinder’ van 125 en 250 cc gemaakt. Modellen met de 125/250 cc ééncilinders bleken uiteindelijk niet zo’n groot verkoopsucces als de tweecilinders. Maar wat het publiek echt verbaast bij de onthulling van deze motorfiets zijn niet alleen de cilinders. Het is het totaalpakket van technische oplossingen dat, samen met het uiterlijk, meteen overtuigt. Vanaf het begin van de productie was de Moto Morini 350 V-twin namelijk voorzien van:
- Een zesbak (zeer ongebruikelijk in die dagen).
- De volledig elektronische ontsteking (CDI, dus zonder contactpunten) van Ducati Elettronica, voor het eerst toegepast op een serie motorfiets.
- De elektronische toerenteller (op latere modellen vervangen door een mechanische teller) en een volledig elektronische spanningsregelaar.
- De aandrijving van de nokkenas door een tandriem (voor het eerst toegepast op een seriemotorfiets).
- De verbrandingskamers in de zuigers. De cilinderkoppen zijn volledig vlak, volgens het zgn. ‘Heron principe’. Dit systeem komt regelrecht uit de autoracerij.
- Een droge platenkoppeling (ook al uit de racerij afkomstig).
- De elektromagnetische benzinekraan.
Intussen zijn de Morini’s wel ontdekt
Maar omdat de trend in klassiekerland nog steeds is ‘een zware is je ware’ blijven de prijzen op een menselijk niveau. Wat wel telt: de Morini’s zijn rank en slank. Voor het oog is het dus wel zo prettig dat de maten van de trotse eigenaar daar een beetje mee in de maat lopen. De onderdelenvoorziening is redelijk, alleen de tandwielaandrijving in het blok verdient enige aandacht. Door schaarste van het origineel wil er nog wel eens een industrie tandriem gemonteerd worden. En die dingen zijn echt niet geschikt voor dat werk. Vanwege de huidige marktsituatie is het aanbevelenswaardig om voor een zo mooi en goed exemplaar te gaan.
In 1975 mijn 1e motor toen ik 18 werd. Opgevoerde Yamaha brommer stiekem ingeruild en gaan. Thuis waren ze er niet echt blij mee.
Proefrijbewijs voor fl.2.50 bij de gemeente halen en rijden met dat spul. Ik heb er mijn rijbewijs op gehaald. Na 1 jaar echter was het echter afgelopen met de versnellingsbak.
Nuchter was rechts schakelen en links remmen niet zo’n probleem. Maar in die tijd vloeide de alcohol rijkelijk in de weekenden en tig keer rechts remmen per vergissing bleek funest voor de bak. Voor de rest prima herinneringen aan dit prachtige machientje.
Drank maakt meer kapot dan je lief is. Maar dat wisten we toen nog niet
Naast 6 Ducati’s en twee Laverda’s staan hier ook drie Morini’s waarvan eentje nog in opbouw (1974 3 1/2 Strada) maar ik geniet heel vaak van de 1981 3 1/2 Sport. Echt een zalige motorfiets al had er vooraan standaard een extra schijfrem bij gemogen. Wat zo vreemd is aan die Morini’s is dat je er met twee op (wel wat krap) gewoonweg niks van power lijkt in te boeten.
Ik heb er ook eentje gehad. En – daar komt-ie weer: Die had ik nooit weg moeten doen!
Ca. 50 jaar geleden moest ik als jochie van rond de 10 – 12 jaar oud door de Haarlemse binnenstad naar judoschool ( KenAmJu ) lopen. Mijn route liep door de Koningstraat en daar was motorzaak “Karel van de Wal” gevestigd. En die had die fantastisch mooie Moto Morini’s in de etalage staan, zowel de 350 als de 500. Gevolg was dat ik altijd te lang stond te kijken en te dagdromen voor die etalage om “ooit” zo’n motor te bezitten of te berijden en dus steevast te laat op judoles verscheen, ha ha!
Goeie herinneringen! Judo is volgens mij gevarlijker dan motorrijden. Een kameraad van me heeft er blijvend nekletsel aan over gehouden. En zo’n Morini is nu nog betaalkbaar. En nog net zo leuk als toen! Hup! Direct naar MP en de sites van Earley Motors of Dutch Lion Motors
Rose-rood en bleek-groen, en die ‘kleuren’ nog eens combineren… op een motorfiets. Ik kan het niet verklaren, maar wellicht een psychiater met ervaring die ook motor rijdt? Ondanks deze schreeuwende vermomming staat daar wél de meest klassieke uitvoering die ik dan ook gelijk de mooiste vind.
Ach… Het is Italiaans…Die mensen gaan altijd voor blinde passie
Deze motor werd ook als een van de eerste, door de fabriek voorzien van een turbo, heeft helaas de productie nooit gehaald, later heeft o.a. Kawasaki daar mijn heerlijke zx750 e2 turbo op gebaseerd 😉
Mooi! Daar moeten we eens induiken! Bedankt voor de tip!
Hen gedurende eind 70 er jaren met veel plezier rondgereden op een Morini 3 1/2 Sport. Het bleek een uitermate betrouwbare en absoluut storingsvrije machine. Rank, licht, strak sturend met een prachtig soepel lopend V twin blokje. De 4 leading shoe voorrem in mijn exemplaar remde als een scheepsanker, en dat met 1 vinger. Vooral heerlijk op secundaire wegen, wat licht gemotoriseerd voor de snelweg, hoewel kruis snelheden tot 140 km/hr prima haalbaar waren. Ingeruild voor een Norton Commando 850: ook een genot, maar de Morini blijf ik in mijn herinnering koesteren!
Antoine
Hij staat hier ook op een verlanglijstje….
Blijft een mooie motorfiets om te zien, die allerliefste 3 1/2. Italianen maken inderdaad prachtig ogend en vertederend spul. Wat mij een beetje blijft verbazen, dat zijn toch de opgegeven prestaties van dergelijke tweewielers. Met amper 40 paarden zou het richting 160 km/uur moeten gaan. Nou ja, het vooruitzicht blijft natuurlijk erg leuk, zullen wij maar zeggen. BMW kon er ook wat van. Met een 27pk zwakke R45N zou het zelfs 140 km/uur moeten gaan. Jaja….In your wildest dreams!! Met 130per uur was je echt wel spekkoper. En dan alleen maar met de wind en de zon in de rug, bergafwaarts en café in zicht. Enfin, het was het proberen waard. Vaak werden zulke pogingen bestraft. Dat je, eenmaal aangekomen, de ondergemotoriseerde 4 1/2 wel eens zelf verder moest duwen omdat de kleppen er met de recordpoging eraan gegaan waren, dat is dan weer een ander thema.
Ach. Snelheid is van alle tijden.Tussen mijn zestiende en achttiende kende ik alleen maar vriendjes met Zundapps en Kreidlers die vlak 110 liepen. Net als de mijne