Zelfs de doorgewinterde Lotus liefhebber zal onbekend zijn met de Lotus Elan IWR GT uit 1965? Het betreft hier een initiatief van ondernemer en racingteam-eigenaar Ian Walker die nauwe banden had met Lotus uitvinder Colin Chapman. Multimiljonair Walker is medeverantwoordelijk voor de ontwikkeling van de Elan 26R.
In die begin jaren zestig had hij maar één droom, met een door hem bedachte Elan de Index of Thermal Efficiency in de 24 Uren van Le Mans winnen. Om dit avontuur succesvol te beëindigen, werd op een danig aangepast Elan chassis een door de aluminium kunstenaars Williams & Pritchard gerolde koets gebouwd die eerder door Walker geschetst was. Het resultaat, een niet onaardige, donkergroene fastbackcoupé, werd in 1964 het hoogtepunt van de jaarlijkse Londense Racing Car Show.
In mei van dat jaar wist de Schot Jackie Stewart in de ‘Prix de Paris’ op het circuit van Montlhéry beslag te leggen op de vierde plek in het algemeen klassement en de klasse te winnen. De Zwitserse glasfabrikant Hermann Huber probeerde meteen na de finish de auto van Walker te kopen, maar die had andere plannen. Hem werd beleefd duidelijk gemaakt dat de auto nog niet te koop was.
De 1000 kilometer van de Nürburgring lonkte. Helaas, vanwege een defect aan de remmen, werd deze bijzondere Lotus met Formule 1 coureur Mike Spence aan het stuur in de training daar al helemaal kort gereden. Daardoor bleef Le Mans een utopie. Het wrak ging de hoek in en werd pas nadat het raceseizoen afgelopen was hersteld. In het Britse blad Autosport van 29 januari 1965 verscheen een advertentie waarin de auto te koop werd aangeboden. Een zekere David Goode racete er succesvol mee tot begin 1968. Inmiddels was een door eerdergenoemde Huber besteld exemplaar al bijna klaar…
De tweede en tevens laatste Elan IWR GT was wel ten opzichte van het eerste exemplaar op verschillende punten danig verbeterd. Nog afgezien van een veel sterkere bulkhead, ook een anti-roll bar op de achteras, een oliekoeler, een gescheiden remcircuit met bekrachtiging, een sperdifferentieel en aandrijfassen met kruiskoppelingen met splines in plaats van de voor de Elan gebruikelijke donuts. Let wel, het werd géén raceauto, maar een gewone (…) straatauto met, hoe wonderlijk, rechts stuur! Op speciaal verzoek van Huber senior werd het koetswerk in het zogenaamde Franse Blauw uitgevoerd. Harold Radford en zijn mannen zorgden voor het rode lederen interieur. Nadat het geheel klaar was reed Chapman er een gerespecteerd aantal kilometers mee. Na zijn volmondige akkoord ging het wagentje naar Zwitserland. Toen senior overleden was, ruimden de erfgenamen de collectie op en zodoende kwam deze bijzondere Lotus – met vanaf nieuw slechts 69.000 kilometer op de teller – terug in Groot-Brittannië. Daar wisselde de auto verschillende keren van eigenaar. Die laatste heeft de auto naar de veiling gebracht. Het veilinghuis verwachtte een prijs tussen de £ 50.000 en £ 70.000 te kunnen krijgen, maar dat ging niet lukken…