In 1948 introduceerde Jaguar de illustere XK120. Jaguar-oprichter Sir William Lyons onthulde de Jaguar XK120 op de Londense Earls Court Motorshow in 1948. Het was destijds de snelste productieauto ter wereld. Zijn aansprekende lijnenspel, de vloeiende spatborden en design sprak het publiek aan. Dertien jaar eerder was de SS de allereerste auto die de naam Jaguar mocht dragen, en van dat bijzondere model met de grote koplampen kwam een aansprekend sportmodel.
De Jaguar XK120 was echter het eerste zelfstandige model van de Britse fabrikant, en zowel op de weg als op het circuit was de XK120 succesvol. Met dit model werd de aftrap gegeven van Jaguars’ indrukwekkende competitiehistorie. Ian Appleyard en zijn vrouw Pat, de dochter van oprichter Sir William Lyons, legden de loodzware Coupe des Alpes vanaf 1950 drie achtereenvolgende jaren met de Jaguar XK120 zonder strafpunten af. Voor hun bijzondere prestaties kregen zij de begeerde Coupe d’Or (de gouden bokaal voor deelnemers die in drie opeenvolgende edities van de rally geen enkel strafpunt hadden opgelopen). In 1951 wonnen de Appleyards en hun XK 120 ook de loodzware Tulpenrally – die door geheel Europa voerde – en de Britse RAC Rally.
C-Type in Le Mans
Geïnspireerd door de resultaten op Le Mans in 1950, investeerde Jaguar veel in zijn raceprogramma. In 1951 won de nieuwe Jaguar C-type (de XK120-C) direct de 24-uursrace van Le Mans. De aerodynamicaspecialist Malcolm Sayer was verantwoordelijk voor het gestroomlijnde ontwerp van de Jaguar C-type. De C-type, door velen beschouwd als mooiste auto ter wereld, was de eerste auto die met een gemiddelde snelheid boven de 160 km/uur Le Mans won.
Van C-Type naar D-type
Twee jaar later had Jaguar met de C-type opnieuw succes, mede dankzij het gebruik van schijfremmen – waarmee Jaguar een primeur had. Kort daarop domineerde zijn opvolger, de Jaguar XK-D, de race op Le Mans. Vanaf 1955 won de Jaguar D-type drie keer op rij de 24-uursrace op het Franse circuit. De D-type was revolutionair door zijn zelfdragende constructie, geïnspireerd op techniek uit de luchtvaartindustrie. Veel techniek, zoals de schijfremmen en de motor, kwam van de Jaguar C-type.
Icoon: de E-type
Later in het decennium zorgden restricties voor de cilinderinhoud voor een einde aan de dominantie op Le Mans. Het merk besloot zich weer uitsluitend te richten op straatauto’s. In 1961 onthulde Jaguar haar renaissance op sportwagengebied: de E-type (of XK-E). Met zijn ranke, zelfdragende carrosserie, lange motorkap en sportieve 3.8 liter zescilinder lijnmotor was de Jaguar E-type drie generaties lang een uiterst begeerlijke sportauto. Jaguar Special Operations liet onlangs de E-type terugkeren als elektrische auto: de E‑type Zero.
Jaren zeventig, tachtig en negentig
Midden jaren zeventig verscheen de Jaguar XJ-S. Tom Walkinshaw Racing (TWR) won met de XJ-S in 1984 het Europees Toerwagenkampioenschap. Jaguar verkocht in 21 jaar tijd meer dan 100.000 exemplaren van de XJ-S. In 1992 presenteerde Jaguar de XJ220, toentertijd – net als de XK120 – de snelste productieauto ter wereld. Vier jaar later volgde de Jaguar XK8; de bestverkochte sportauto van Jaguar van het decennium, en in meerdere performance versies goed voor indrukwekkende resultaten en gewonnen awardverkiezingen. In 2014 won de XK bijvoorbeeld de ‘Best Performance Car Award.
Op naar de F-Type
In 2005 en 2006 verschenen de aluminium XK en XK-E, ontworpen door Jaguars designer Ian Callum en in 2012 verscheen de Jaguar F-TYPE. Deze laatste Jaguar-sportauto wordt als spirituele opvolger van de E-type beschouwd.
Het eerbetoon:F-Type Convertible Rally
En van deze F-Type wordt nu een tweetal bijzondere exemplaren uitgebracht. Beide F-Type Convertible rallyauto’s zijn voorzien van de 2.0 liter Ingenium-motor met 221 kW (300 pk) vermogen en volgens het strenge FIA-reglement opgebouwd. Onder supervisie van Jaguar Design en Engineering kregen beide auto’s gegroefde remschijven en een verbeterde wielophanging. Ook zijn een rolkooi, kuipstoelen met zespuntsgordels, verstralers en een brandblusinstallatie gemonteerd. Het is een eerbetoon aan de auto, die 70 jaar geleden in Londen voor opwinding zorgde en vandaag de dag de status geniet van uiterst begeerde klassieker.
Als ik mij goed herinner was een brand in de fabriek van Jaguar de reden dat de D-type (naar mijn idee de mooiste sportcoupé) voortijdig hierdoor het veld heeft moeten ruimen. De volledig vernielde productielijnen werden na wederopbouw niet meer ingericht voor de D-type maar voor de versneld ontwikkelde E-type.
Wat een droogkloterige opsomming van cijfertjes en aantallen zeg ! Zijn idd waanzinnige mooie auto’s, maar wat een stom en hoogdravend verhaal !
Ed
Dan lees je het niet. Er zitten ook verhalen bij die wel interessant zijn.
In ieder geval is het een beknopte weergave met achtergrond informatie waar wij de nieuwswaarde van zien, en dat geldt ook voor de reden van de lancering van de speciale F-Type versies. Over de Jaguar historie kunnen wij natuurlijk veel meer vertellen, maar het internet leent zich niet voor heel lange bijdragen. Vandaar dat wij op deze wijze het bericht hebben gepubliceerd.