Sinds het einde van juni 2023 was ik de eigenaar van een fraaie Volkswagen Jetta 1.6 in basistrim. De auto stamde uit 1987, werd nieuw geleverd door EVAM B.V. in Vleuten en had destijds slechts 82.410 kilometer op de teller. En wat de auto bijzonder voor mij maakte: hij was volkomen origineel. De koop was snel gesloten, plannen werden gesmeed en bovendien reed ik in veertien maanden een kleine zesduizend kilometer met de VW. Tegen de verwachting in nam ik afscheid van de VW, die gelukkig opnieuw in goede handen is gekomen.
Het afscheid van de Volkswagen kwam eerder dan gedacht. Sterker nog: als er geen nieuwe autoliefde op het pad was gekomen, dan had ik de Jetta nog lang gehouden. Daar was alle reden voor. De Volkswagen was heel bedrijfszeker en stond zijn mannetje uitstekend in het hedendaagse verkeer. Sterker: als deze auto mijn enige was geweest, had ik er probleemloos mee naar Cannobio, Lago Maggiore gereden. Zo vertrouwenwekkend was hij, en zo gemakkelijk reed hij. In de veertien maanden dat ik de Jetta had, verraste hij iedere keer weer door zijn potentie. De 1.6 RF motor was gekoppeld aan een handgeschakelde vierversnellingsbak, en dat was een heel gelukkige combinatie. De overbrengingsverhoudingen van de versnellingsbak waren geknipt voor deze motor, en dat vereenvoudigde een versnelling of een inhaalmanoeuvre. Ik was er iedere keer weer verbaasd over.
Het fijne daarbij was, dat de Jetta in de bediening, de handling en in het gevoel echt als een oerdegelijke auto uit een heel ander tijdperk voelde. Hij wás oerdegelijk. Wie de Volkswagen-range uit de tweede helft van de jaren tachtig aan den lijve ondervond, weet wat ik bedoel. De VW was grotendeels solide, en zijn eenvoud legde simpele intelligentie bloot. De tamelijk kale basisuitrusting (geen brandende interieurverlichting bij het openen van het rechterportier, geen antenne) werd gecompenseerd doordat de eerste eigenaar centrale vergrendeling (met de hand) en getint glas bestelde. Maar een klokje, een dagteller, dat soort zaken ontbrak doodleuk, net als een ruitenwisserinstallatie met intervalstand. Zelf doen en zelf rekenen, luidde het devies.
Voor mij kwamen juist door de kale basisuitrusting de kwaliteiten van deze Jetta onomstotelijk bovendrijven. In alles ademde de auto harmonie en bouwkwaliteit. Het enige minpunt van de VW was de gemonteerde Pierburg carburateur. Ik vraag me nog steeds af hoe VW er nou bij kwam om deze carburateur te monteren. Hoe dan ook. De startprocedure was bijzonder, maar de motor sloeg altijd aan. Het duurde wel altijd even voordat de krachtbron mooi rondliep. Later verbeterde dat enigszins, doordat het stangenstelseltje van deze brandstofvoorziening een reinigingsbeurtje kreeg, en opnieuw met WD-40 werd ingespoten. Daardoor liep de auto stationair ook weer zoals het hoorde.
Ook fraai: de in Jadegrün gespoten VW was en bleef origineel. En: de Jetta had als tweedeurs carrosserievariant de fabrieksbanden verlaten. Deze geloofsbrieven maakten de Jetta voor mij uniek. Tegelijkertijd was er te weinig herkenning en daardoor ook erkenning. Sterker: sommigen noemden deze auto gewoon ‘een oude Volkswagen’. Niets meer, niets minder. De oude Volkswagen was een blijk van de kwaliteitsmaatstaf die de Duitse fabrikant hanteerde bij haar producten. En deze loog er niet om.
Heus, cosmetisch was er nog wel het één ander (onder de kap) voor verbetering vatbaar. Maar hij kreeg keurig zijn onderhoud, verbruikte geen drup olie, en uiteraard kreeg hij zijn nieuwe vloeistoffen (inclusief olie) voordat ik hem in november 2023 naar de stalling bracht. De riem en de spanrollen werden ook vervangen. En heel prettig: de VW sprong ook spaarzaam met de Euro 98 of de Superplus om die hij altijd van mij kreeg. Een verbruik van 1 op 14 gemiddeld is voor een auto uit die tijd gewoon uitstekend. En dat verbruik had niets te maken met een voorzichtige, ingetogen rijstijl. Af en toe kreeg de VW echt de sporen. En die taak volbracht hij altijd moeiteloos.
U vraagt zich af: als zo’n auto je nou zoveel plezier geeft, waarom neem je er dan afstand van? Dat is heel simpel. Er kwam vrij onverwacht een betaalbare en persoonlijk favoriete klassieker op het pad. Binnenkort krijgt de V50 een nieuw maatje: de Saab 96 GL V4 Super. Die wilde ik absoluut niet laten lopen, en de Saab is hoe je het ook went of keert uniek in zijn concept en vormgeving, karakteristieker dan de Jetta en ook veel meer klassiek. En voor twee klassiekers heb ik geen tijd en ruimte. Ja, ik dacht daar een tijdje over na. Maar het spijtgevoel om eventueel naast de Saab te grijpen was sterker dan de moeite die ik had met het eventuele (en nu definitieve) afscheid van de Jetta. En de overweging om afstand te doen van de VW was niet gemakkelijk, ook omdat de Jetta mij in meerdere opzichten een heel goede dienst bewees. Gewoonweg een fijne, heerlijke, therapeutische auto om betrouwbare en ouderwetse kilometers mee af te leggen. De komst van de Saab maakte het afscheid echter draaglijk, de in Finland gebouwde Zweed is voor mij de haast ontroerende knuffel onder de klassiekers.
En wat de verkoop nog draaglijker maakt: de VW wordt opgenomen in de collectie van het Van Mossel museum in Waalwijk. Dat doet mij heel goed, ik werd blij toen Anne Kramer mij dat vertelde. Want dat betekent niets meer en niets minder dat de nieuwe eigenaren de vandaag zeldzame eigenschappen van deze Jetta ook herkennen. En erkennen. Want: tweedeurs, basis, niet verprutst, goed onderhouden en in Nederland nieuw geleverd. Deze Jetta was ten tijde van de nieuwverkoop een alledaagse auto, zéker in deze uitvoering. Vandaag de dag is mijn voormalige eigendom simpelweg uniek. Al had zelfs ik niet verwacht dat deze auto mogelijk een museumstuk zou worden. Een waardiger afscheid kun je een auto, die veel voor je betekende, niet wensen.
De basis uitvoeringen zijn nu vooral zo zeldzaam omdat voorheen niemand die klassieker rijd ze wilde. Ze zijn simpelweg gesloopt of uitgevoerd naar Afrika bijvoorbeeld. Mijn Granada is een L uitvoering, ook behoorlijk karig, mijn vorige Ford was een Escort CL uit ’86. CL stond waarschijnlijk voor Compleet Leeg want die was nog kaler dan de Granada. Voorheen ging ik vooral op zoek naar een bomvolle Ghia uitvoering of minstens een GL. Nu maakt door de zeldzaamheid van de L uitvoering het rijden daarmee juist nog leuker. Ik ben benieuwd naar de Saab!
Leuk verhaal en ja deze C’tjes herken ik nog uit de tijd dat ik heel veel kilometers maakte in de Golf van de zaak… ruilers van Ames Ridderkerk waren meestal deze kale Golfs, Passats en Jetta’s. Ook geen aansteker dus de batterij van mijn Nokia Talkman was halverwege de nachtdienst gewoon leeg. Die Pierburg gasfabriek zat ook in mijn 1.6 met geregelde katalysator dus veel malheur, zeker op LPG. Ondanks dat was het een echte doordouwer volgens de RDW hield de XZ-75-JZ het uit tot 2010.
Ms oer degelijk, maar zeker ook oer lelijk.
De Saab 96 is een geheel andere kaliber van keuze, in alle opzichten. Waarvan helaas geen foto’s.