De kans dat je op een zonovergoten dag oog in oog komt te staan met een zeldzame Citroën uit de jaren 30 is heel gering. Dat je daarbij ook in gesprek komt met de eigenaar over de geschiedenis van vooroorlogse modellen, maakt zo’n ontmoeting bijzonder waardevol. De Citroën AC 4 F Familiale uit 1930 is zo’n eerbiedwaardige veteraan die je eenvoudigweg niet kunt negeren.
Eerbiedwaardige veteraan
Je blik wordt als vanzelf naar deze opmerkelijke automobiel getrokken. Zijn buitengewoon fraaie staat en authentieke uitstraling maken hem een ware blikvanger. Deze Franse schoonheid zou je kunnen omschrijven als een technisch wonder voor zijn tijd, gevangen in wonderschone vormen. De RDW-gegevens beschrijven hem als een “AC 4 F sedan in de kleur oranjegeel”. Maar die omschrijving doet deze auto tekort. Een passende toevoeging zou zijn: “glimmend oranjegeel”, want zijn stralende lak trekt onmiddellijk je aandacht. Hij glimt je tegemoet, en alleen al het zien van deze auto brengt een glimlach op je gezicht.
Een stukje geschiedenis: achterwielaandrijving en innovatie
De Citroën AC 4 werd geïntroduceerd in 1928 als opvolger van de Citroën B14 en was in productie tot 1932. Het model was bedoeld om betaalbare luxe en comfort te bieden aan een breed publiek. Voorzien van een 1628 cc zijklepmotor met ongeveer 30 pk haalde deze Citroën een topsnelheid van 90 km/u. Dat was in de jaren 30 indrukwekkend voor een gezinsauto. De “F” in de naam duidt op de Familiale-uitvoering, een populaire keuze voor grotere gezinnen die een praktische, maar stijlvolle auto nodig hadden.
De AC 4 was achterwielaangedreven, zoals destijds gebruikelijk, en beschikte over een stevig chassis dat zowel comfort als stabiliteit bood. Wat Citroën echter uniek maakte, was de drang naar innovatie. Elk jaar werden nieuwe technologische snufjes en carrosseriestijlen geïntroduceerd. Dit model was bijvoorbeeld uitgerust met hydraulische remmen, een revolutionaire toevoeging in zijn prijsklasse. Deze voortdurende verbeteringen maakten deel uit van Citroëns strategie om klanten steeds weer te verrassen en te verleiden.
Het rijden met een vooroorlogse auto als deze vraagt enige ervaring. De niet-gesynchroniseerde versnellingsbak vereist aandacht en precisie, en het zware stuurwerk kan uitdagend zijn. Maar dat is precies wat deze auto zo charmant maakt. Zoals de eigenaar het verwoordde: “Het rijden met een auto als deze vergt oefening, maar hoe meer je ermee rijdt, hoe meer je het onder de knie krijgt.”
De charme van het rijden in een ‘oudje’
De huidige eigenaar van deze prachtige Citroën AC 4 F wilde zijn naam niet onthullen, maar was wel bereid om zijn liefde voor dit voertuig te delen:
“In mijn jeugdjaren bevolkten auto’s zoals de Fiat 127, Renault 5, Mini’s, VW Golf, Opel Ascona en Ford Taunus de wegen. Mijn interesse in vooroorlogse auto’s wekt dan ook vaak verbazing bij leeftijdsgenoten. Maar voor mij is de Citroën een blikvanger van het zuiverste water. Op zomerse dagen zoek ik graag mooie plekjes op om de auto te laten schitteren en verhalen te delen met medeliefhebbers. Andere weggebruikers reageren altijd enthousiast, vaak met een glimlach, een zwaai of een opgestoken duim. Het is mijn grote wens om ooit deel te nemen aan het London-Brighton Veteran Car Run. Rondtoeren met deze oude ‘schicht’ op landelijke weggetjes zonder haast… dát is voor mij ultiem genieten.”
Een zoektocht naar historie
Het bezitten van een vooroorlogse auto als deze Citroën betekent meer dan alleen rijden. Het is een reis door de tijd, waarbij je steeds meer ontdekt over de auto en zijn plaats in de geschiedenis. De Citroën AC 4 speelde een belangrijke rol in de opkomst van Citroën als pionier in massaproductie en innovatie in de Europese auto-industrie. Het model was een voorloper van de Traction Avant, die in 1934 de wereld zou verrassen met zijn voorwielaandrijving.
De eigenaar van deze AC 4 geniet niet alleen van het rijden, maar ook van de zoektocht naar historische details. “Ik speur op internet, blader door oude tijdschriften en neem contact op met andere liefhebbers. Het is fascinerend om meer te leren over de oorsprong en het verleden van deze auto. Het zorgt voor een nostalgische extase en maakt dat ik deze passie graag deel met familie en vrienden. Wie weet steek ik hen aan om ook het pad van de klassiekers te kiezen.”
Waarom koesteren we deze auto’s?
Het behoud van vooroorlogse auto’s zoals de Citroën AC 4 F is meer dan alleen een hobby; het is een manier om erfgoed levend te houden. Deze auto’s zijn rijdende kunstwerken die ons herinneren aan een tijdperk waarin vakmanschap en innovatie hand in hand gingen. Gelukkig zijn er nog liefhebbers die deze iconen koesteren, en terecht. Want wie eenmaal in aanraking komt met een auto als deze, raakt onvermijdelijk verliefd.
Een aanrader voor liefhebbers
Wil je meer lezen over klassiekers zoals deze Citroën AC 4 F? Een abonnement op Auto Motor Klassiek is dan zeker de moeite waard. Elke maand ligt er een glanzend exemplaar op de deurmat, gevuld met verhalen over oogstrelende klassiekers, youngtimers en oldtimers op twee of vier wielen. Een proefnummer aanvragen? Dat zou zomaar het begin kunnen zijn van jouw eigen klassieke autohobby!
Dit is geweldig mooie auto, top.
Het toeval wil dat wij een traction hebben in dezelfde kleuren, bruin met beige.
Ik heb 24 van deze citroen gereviseerd. Dat hydraulische rem systeem is mij onbekend. Zelfs de Rosalie bj 30 tot ik meen 40 had kabel remmen en net zoals de c4 en c4 torpedo hadden deze een vacuüm aan gestuurde rem bekrachtigen. Dus er is volgens mij wel wat aan deze mooie veranderd wat ook veel gedaan werd een wisselstroom dynamo monteren en om schakelen van 6 naar 12 volt
Vr gr p kraal
Samen met mijn vader hebben we een AC4 (bouwjaar 1928) gerestaureerd in de jaren 70. De carrosserie was identiek aan deze op de foto. Een vriend van ons had een C4 familiale, de carrosserie van deze auto was wat langer. Dit was goed merkbaar bij de deuren, de stijl tussen de twee deuren was breder en ook zichtbaar met gesloten deuren en de achterste deuren waren ook breder. De familiale was standaard uitgerust met twee strapontins, dit zijn klapstoeltje die dicht- en opengevouwen kunnen worden en voor de achterzetel waren gemonteerd . Naar mijn gevoel is de afgebeelde auto geen familiale maar een standaard C4.
Enkel de eerste versies van de C4 hadden de aanduiding AC (André Citroën). De afgebeelde auto is al van de jaren 30, en heeft een ander instrumentenbord dan de eerste versie want deze hadden nog de instrumentencluster van de B14.