Austin-Healey Frogeye Sprite

Auto Motor Klassiek » Historie » Austin-Healey Frogeye Sprite
Automatische concepten

In 1958 bracht het illustere Austin-Healey een nieuw, betaalbaar sportwagentje op de markt. In de aanloop naar dat moment hadden Leonard Lord en Donald Healey regelmatig contact met elkaar en voorzagen een goede toekomst voor een kleine tweezitter. Hij kwam uiteindelijk tot stand, nadat de ontwerpers eerst twee prototypes construeerden. De Austin-Healey Sprite was geboren. Hij werd voor 669 pond aangeboden, en werd al snel geprezen vanwege zijn wendbaarheid. De sportauto met de markante voorzijde werd ook om een andere reden geliefd. Vooral de eerste serie sprong dankzij de opstaande grote ronde koplampen nadrukkelijk in het oog.

In het begin wilde ontwerper Gerry Coker de Austin-Healey Sprite voorzien van ‘Pop-Up’ verlichting, maar vanwege kostentechnische en cosmetische overwegingen werd daar vanaf gezien. Zo kreeg de auto – zonder dat het eerst zo was bedoeld – een eigen gezicht, én de legendarische bijnaam Frogeye. De markante carrosserie werd voorzien van bestaande BMC techniek. De stuurinrichting kwam voor rekening van de Morris Minor. De Austin A35 was donateur van de achteras en voorwielophanging en de transmissie en de viercilinder BMC A-series motor. Die motor had een cilinderinhoud van 948 cc. Dankzij de montage van 2 SU carburateurs steeg het vermogen van 34 DIN-PK naar 42 DIN-PK.

Zeldzaam voor een sportwagen: zelfdragende carrosserie

De nieuwe Austin-Healey Sprite had een zelfdragende carrosserie, en dat was in 1958 zeldzaam voor een sportwagen. Sterker: de Sprite was de eerste in massa geproduceerde sportwagen met een dergelijke constructie. Het front kon in een geheel worden geopend. Aan de achterzijde werd verder geen scharnierende klep gemonteerd. Bagage kon alleen geplaatst worden door achter de stoelen in de bagageruimte te schuiven: een eenvoudige oplossing. Het inzittendencompartiment had een bijzondere instap, waarbij de deurtjes van binnenuit moesten worden geopend. Aan de buitenzijde waren namelijk geen deurklinken bevestigd.

Basale uitrusting, veel opties

De vering aan de voorzijde van de Austin-Healey Sprite bestond uit spiraalveren met zogenaamde arm-schokbrekers. Aan de achterzijde kreeg de Sprite de starre achteras van de Austin A35. Kwart-elliptische bladveren en (opnieuw) arm-schokbrekers maakten de constructie aan de achterzijde compleet. De auto was standaard uitgerust met stalen velgen met ventilatiegaatjes en wieldoppen met het AH-logo. En wie spaakvelgen wilde bestellen kon terecht bij de Donald Healey Motor Company. Die velgen leidden tot onder meer tot de inkorting van de achteras. Bij de dealer konden ook diverse extra’s worden besteld, waaronder een kachel (die was in die tijd nog niet standaard!), whitewalls, toerenteller of hardtop.  De uitrusting was af fabriek verder eenvoudig, Austin-Healey was er veel aan gelegen om het gewicht van de Frogeye zo laag mogelijk te houden.

Dankbaar object voor sportieve aanpassing

Ook voor andere technische aanpassingen waren er mogelijkheden, zoals de montage van een krachtiger reminstallatie. De Austin-Healey Sprite was – met zijn wendbaarheid, lage massa en techniek – een dankbaar object voor sportieve aanpassingen, en stond ook in competitieverband zijn mannetje. Hij was bijvoorbeeld graag geziene (en prijswinnende gast) in de Preston Hill Climbs, en nam ook deel aan wedstrijden als de Targa Florio, de Monte Carlo Rally en de Alpine Rally.

Kleine 50.000 stuks

De loopbaan van de Frogeye was tamelijk kort. Van 1958 tot in 1961 werden in totaal een kleine 50.000 Frogeyes geproduceerd in het Britse Abingdon. Enkele daarvan werden naar Australië geëxporteerd als kit, en daar geassembleerd in Enfield. Vandaag de dag is de Austin-Healey Frogeye Sprite in goede staat een prijzige klassieker, en wordt hij regelmatig in historische rally’s ingezet.

Sebring Sprite

Een aparte versie was de Austin-Healey Sebring Sprite. De Sebring Sprite had onder meer aangepaste carburatie, Girling schijfremmen, een aangepaste carrosserie en een dubbele plaatkoppeling. Die was gekoppeld aan een close ratio versnellingsbak. De auto werd op 17 september 1960 door de FIA gehomologeerd voor deelname aan nationale en internationale wedstrijden. Na de homologatie was er ruimte voor het ontwerp van meerdere carrosserieën. De FIA-voorschriften maakten het gebruik van ‘speciale lichamen’ mogelijk en een klein aantal Sebring Sprites werd vervolgens uitgerust met een coupé-carrosserie in aluminiumlegering en glasvezel. John Sprinzel, die het British Rally Championship van 1959 won, was één van de betrokkenen. Hij vroeg het in race- en prototypes gespecialiseerde Williams & Pritchard enkele koetsen te produceren. Ook andere constructeurs waren betrokken bij de carrosseriebouw van deze specifieke Sprite.

REGISTREER GRATIS EN WE STUREN U ELKE DAG ONZE NIEUWSBRIEF MET DAARIN DE LAATSTE VERHALEN OVER KLASSIEKE AUTO'S EN MOTOREN

Selecteer eventueel andere nieuwsbrieven

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

Eén reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Maximale bestandsgrootte van upload: 8 MB. Je kunt uploaden: afbeelding. Links naar YouTube, Facebook, Twitter en andere diensten die in de reactietekst worden ingevoegd, worden automatisch ingesloten. Bestanden hier neerzetten