Volvo, de familie Koopman en mijn laatste aanwinst

Auto Motor Klassiek » Artikelen » Volvo, de familie Koopman en mijn laatste aanwinst
Automatische concepten

Het Fasten your Seatbelt lampje knipperde en klikte in de Volvo 244. Vlak hiervoor trok ik een zwaar portier dicht. Het was behaaglijk aan boord. Buurvrouw Koopman haalde mij op. Zij bestierde met haar man een boerderij op een buitenweg bij Ens. En dat is de weg waar ik werd geboren. Zij bracht mij samen met één van mijn jeugdvriendjes naar school, twee kilometer verderop. Dat deed zij -net als mijn moeder- vaker als de weergoden het slecht met ons voor hadden. Ja, wij fietsten vaak. Maar bij écht beroerd werd ons wel enig comfort gegund. En dat vond ik zéker in de Volvo’s van de familie Koopman.

Het was allemaal een slag groter dan wat wij thuis reden, een Volvo zat in zijn eigen, hogere klasse. De familie Koopman liet mij via een 142, een 242 DL en een 244 GL kennismaken met het fenomeen uit Zweden. Dat wist al jarenlang een geheel eigen, Scandinavische koers te varen. Veiligheid en ingetogen luxe gaven de Volvo’s altijd een eigen en wat hoger gepositioneerde plek in de autowereld. Zo’n auto was een bewuste keuze, die overigens niet voor iedereen was weggelegd, maar waar je je decennialang mee kon voortbewegen. En uitgangspunten bood waarmee Göteborg jarenlang mee vooruit kon.

De Volvo exemplaren van de familie Koopman waren daar een bewijs van. Zonder enige vorm van kapsones ontvouwde deze wagens hun niet alledaagse geheimen. Kloek, zwaar, massief, veilig en nuchter maakten zij indruk. In de aanloop naar het midden van de jaren tachtig veranderde het perspectief. De boeren kregen het lastiger, de regelgeving noopte menig boer ertoe om te investeren en bovendien was er- zeker tijdens het begin van de jaren tachtig- een economische crisis gaande die zijn weerga niet kende.

In onze nabijheid woonden veel mensen met een agrarische onderneming. Mooie mensen, harde werkers ook, waarvan enkelen zich zéker tijdens de jaren zestig en zeventig beloonden met grotere automobielen. De familie Sturm reed Mercedes-Benz, de familie Schra had een Opel Rekord D, de familie Arendse reed de polderwereld rond met een Toyota Crown. En de familie Koopman was Volvo-minded. Maar tijdens de eerste helft ging de gevestigde agrarische orde om ons heen kleiner rijden. Ook bij de familie Koopman werd de kloeke historie van 140 en 240 modellen uiteindelijk afgesloten. Ja, zij bleven Volvorijders, maar er kwam een luxe 360 Sedan voor de Zweedse Volvo’s in de plaats.

De Volvo’s maakten allemaal indruk op mij, ik zei het al. En doordat de edele familie Koopman ermee reed keek ik er ook altijd een beetje tegenop. Mijn ouders waren bepaald niet onbemiddeld, maar veel investeringen in mijn eerste ouderlijk huis (een arbeiderswoning, die dankzij mijn vader een prachtige stek werd) en absurde rentestijgingen (ingezet tijdens de tweede helft van de jaren zeventig) noopten tot enige voorzichtigheid. Alhoewel: juist de aankoop van de technisch toch gevoelige Citroën GSX viel in dat geval toch enigszins lastig te verklaren, maar ook dat zei veel over mijn vader. Zijn eigen aardigheid (zo zegt hij dat altijd) had prima bij een Volvo (of een SAAB) gepast. Het kwam er nooit van.

Na onze wintersport in maart ging ik rustig op zoek naar een vervanger van de oude trouwe en technisch soms ingewikkelde Astra H Station. Menig kandidaat kwam voorbij. En ik bezocht ook regelmatig de website van Gerard Kramer Klassiekers. Dat was niet voor niets. Ik ken de familie Kramer al een aardig tijdje, bovendien hebben zij een Volvo-hart. En Gerard en Anne hadden mij al eens op een fijne manier van de Lancia afgeholpen, zulke dingen vergeet ik niet. En Anne had mij al eens verteld dat er ‘een mooie V50 2.0 uit Zwitserland binnen zou komen’.

“Toch nog een keer op de site van Gerard kijken”, dacht ik op een zaterdagmorgen en verdomd: ineens reed mijn volgende auto zo de huiskamer binnen. Dit was de auto waar Anne mij al eens iets over had verteld. U begrijpt: binnen no time zat ik in Wolvega. Heidi, onze jongste dochter en gek op mooie spulletjes, ging met mij mee. Een kop koffie, bijpraten, proefrijden. Ik wist het binnen 10 seconden. Deze Volvo V50 2.0 Kinetic, met een aantal Edition II opties uitgerust, wordt van mij. Bovendien stond mij zijn Zwitserse historie meer dan aan, dan weet je het wel. Spitzen Wartung verzekerd. De koop werd rap gesloten, Gerard en ik waren het razendsnel eens.

Inmiddels heb ik de Volvo een paar weken. Ik voel mij haast in nederigheid bevoorrecht. En dat heeft alles te maken met vroeger, toen ik als jochie wel eens met een Volvo werd opgehaald. Dat was speciaal, ik keek ook altijd een beetje tegen het merk op. Natuurlijk was het Volvo van toen iets anders dan het Volvo van nu. Maar toch zorgen óók de herinneringen aan de auto’s van de familie Koopman ervoor dat ik sinds twee weken een trots Volvo rijder ben. Godallemachtig, wat past deze V50 mij als een jas. En ja, meer nog dan ik ooit had kunnen bevroeden. En dat is een gedachte, waar ik heel goed aan kan wennen.

REGISTREER GRATIS EN WE STUREN U ELKE DAG ONZE NIEUWSBRIEF MET DAARIN DE LAATSTE VERHALEN OVER KLASSIEKE AUTO'S EN MOTOREN

Selecteer eventueel andere nieuwsbrieven

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

2 reacties

  1. Sinds een jaar of 5 rij ik ook met Volvo. Een tussenliggend model, de 945 platte diesel. Gekocht toen die 24 jaar oud was, 76.000km, 20 jaar stil gestaan ergens op een weide in Griekenland. Booster erop, olie en water nazicht, 2X voorgloeien en starten. Ongeloofelijk!!! Rij er nu bijna alle dagen mee, leuke wagen die rust brengt en niet zo gulzig als word gezegd. 7,50 liter diesel/100 km gemiddeld. Nog goed voor een jaar of 20.

  2. Wat een fijn verhaal en ook herkenbaar; begin 1983 ging ik Volvo rijden (niet zo gek als je voor Volvo gaat werken) een 240 GL/GL stationcar met heerlijke pluche bekleding van de voortreffelijke stoelen en achterbank. Ik herinner me dat wanneer ik eigenlijk (veel) te snel reed er nooit een vervelend signaal van een andere weggebruiker kwam; er werd wel naar je gekeken, maar meer met een uitdrukking van “de dokter zal wel naar een patiënt moeten”. Wat later reed ik een Volvo 760 GLE, ook heel fijn, maar de 240 bleef een zoete herinnering.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Maximale bestandsgrootte van upload: 8 MB. Je kunt uploaden: afbeelding. Links naar YouTube, Facebook, Twitter en andere diensten die in de reactietekst worden ingevoegd, worden automatisch ingesloten. Bestanden hier neerzetten