Vincent: De loodgieters nachtmerrie

Auto Motor Klassiek » Motoren » Vincent: De loodgieters nachtmerrie
Automatische concepten

“The plumbers nightmare” series met zijn pre unit blok opzet zat nogal wat leidingwerk. Heel fraai leidingwerk. Maar sommige mensen hebben nu eenmaal altijd last van onbeheerste humor.

De B serie was een stuk strakker omdat de oliepijpleidingen nu intern waren en het geheel met de versnellingsbak samen was geboetseerd tot een blokmotor.

De Vincent (HRD) machines waren de toppers van hun tijd. De B Rapide was daarbij de fraaiste vorm van minimalisme ooit. Philip Vincent zei het zo: “Wat er niet is neemt geen plaats in beslag, het kan niet buigen en weegt niets. Dus weg met de framebuizen!“

Het motorblok was een dragend deel van het rijwielgedeelte. Het balhoofdgedeelte en de achterwielophanging waren aangeschroefd (en aan de achterkant voorzien van een monoshock constructie). Qua afmetingen en gewichten zat de 1000 cc machine heel dicht op zijn tijdgenoten van 500 cc.

De C serie onderscheidde zich door de hydraulisch gedempte Girdraulic voorvork. Bij Vincent had men geen vertrouwen in telescoop voorvorken. Die zouden niet torsiestijf genoeg zijn.

De D serie uit 1954 was een evolutiemodel met een aangepast achterframe, aangepaste ophanging aldaar en een hand bediende standaard.

En toen zaten we in de tijd dat auto’s goedkoper werden en dat ook Vincentrijders bedachten hoe praktisch het is om in te stappen in plaats van op te stappen.

Er waren nog wat oprispingen, maar het doek stond op het punt te vallen. De Vincents waren gecompliceerde, handmatig gefabriceerde kunstwerken. Ze werden te duur bevonden. Er werd nog een poging gedaan om de V twins als vliegtuigmotoren in de markt te zetten. Denk daarbij niet aan Jumbo jets of zo, maar aan drones 1.0: onbemande vliegtuigjes die doelen trokken waar op geschoten kon worden. Het project kwam niet van de rond omdat het niet lukte de afstandbediening voor elkaar te krijgen.

Inmiddels behoren Vincent (HRD) motoren tot de klassiekers die klassiekers de naam hebben bezorgd ‘onbetaalbaar’ te zijn.

Dat was anders in de tijd van de tamelijk onnavolgbare dichter Jan Hanloo wiens onderstaande gedicht… Nou ja… Dit is een samenvatting:

“Oote oote oote
Boe
Oote oote
Oote oote oote boe
Oe oe
Oe oe oote oote oote
Oo-eh oo-eh o-eh eh eh eh
Ah ach ah ach ach ah a a
Oh ohh ohh hh hhh (etc.)
D d d d da
D dda d dda da
D da d da d da d da d da da
da
Da da demband
Demband demband dembrand dembrandt
Kneu kneu kneu kneu ote kneu eur”

Misschien zijn wij hier te grof voor besnaard. Maar er is een prijs naar de schrijver/dichter vernoemd.

Vincent: De loodgieters nachtmerrie

Jan Hanloo had drie Vincents. Na zijn dood zijn die bij de minstens even fenomenale Cees Fick terechtgekomen.

Vincent: De loodgieters nachtmerrie
Een Cees Fick special. Let op het bromfiets achterlicht

Die er specials van heeft gemaakt. Die historie zoeken we nog verder uit. Maar dat Vincent (HRD) een bijzonder merk is? Een merk met bijzondere verhalen? Daarover lees je binnenkort meer in Auto Motor Klassiek, het maandblad met de ongelooflijk lage abonnementsprijs.

Onderstaande foto’s zijn gemaakt bij Gallery Aaldering

REGISTREER GRATIS EN WE STUREN U ELKE DAG ONZE NIEUWSBRIEF MET DAARIN DE LAATSTE VERHALEN OVER KLASSIEKE AUTO'S EN MOTOREN

Selecteer eventueel andere nieuwsbrieven

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

Vincent: De loodgieters nachtmerrie
Vincent: De loodgieters nachtmerrie

10 reacties

  1. Als ik terug denk aan de tijd dat er in de jaren zestig hier in den Bosch rondom de Oosterplas geraced werd, daar reed ook een Vincent tussen maar ik weet niet meer wie daar toen op reed.
    En Amy MCDonald heeft zelfs een lied over een rode Vincent Rapide.

  2. Kennelijk was ik al heel vroeg een purist, in ieder geval esthetisch. Want ik kan mij herinneren dat ik de Kreidler achterlichten die de heer Fick op z’n Vincents schroefde een ontering vond. En de eerste generatie schijfremmen zijn in mijn ogen niet mooier geworden. Maar zijn technich kunnen – en dat van andere dergelijke specialisten – wekt nog steeds bewondering.

  3. Vergeet niet te luisteren naar het lied Vincent Black Lightnin 1952 van Richard Thompson, ex Fairport Convention, op o.a. Spotify met tekst en wellicht ook op YT.
    Nog steeds een van de beste motor liedjes. Zeker voor rijders uit de 60- en 70’er jaren.

  4. Weer een verhaal van Dolf wat zoals meestal helemaal klopt, ben zelf al bijna 40 jaar van de redactie van dat clubje, weet er niet alles van maar wel aardig wat. Of het ding goed rijdt kan ik ook positief beantwoorden. Deze motor staat of stond te koop bij Aaldering, had bij het lezen van de advertentie het idee dat Aalderink dacht dat het een zeer bijzonder en zeldzaam ding was, nou dat valt wel mee, tot circa 1970 reden er in NL maar een stuk of 10, inmiddels een paar honderd, overigens rijden er maar weinig, niet dat ze het niet doen, maar staan onder zeiltje als geldbelegging, soms bij mensen die nog niet eens een motorrijbewijs hebben. De Vincents (voor 1948 HRD’s genoemd, die wel rijden zijn vaak voor gebruik in het hedendaagse verkeer aangepast zonder dat het uiterlijk er door te lijden had, hoewel ze standaard met die 4 trommels al niet slecht remden koop je nu op origineel lijkende 2 Leading Shoes. verder moderne vering, 12 V alternator, electronische ontsteking, grotere cilinders voor 1300 of 1600 cc tot dik 180 PK, en dan nog luchtgekoeld, verder moderne koppen en zuigers, Mikuni carbs (voor de mensen die niet al te krap kijken), Carillo drijfstangen enz enz. Overigens zijn alle onderdelen nog steeds gewoon nieuw te koop bij de Vincent club en op meerdere plaatsen, en zodoende zijn ook de motoren eventueel nog nieuw te koop, of met een Egli frame, zie de webstite “Godet Vincent”, die worden op bestelling helemaal nieuw in Rouen gemaakt, of Irving Vincnet in Australie. Totaal zijn er tot 1955 dik 10000 gemaakt ooit waarvan de helft ongeveer nog bestaat wereldwijd. In de tijd, voor de jaren 70, dat er in NL nog maar 10 rond reden waren er 4 van Hanlo, die gedichten legden hem geen windeieren blijkbaar, hij kocht ze niet nieuw maar moest toch stevige prijzen betalen. Een ander bekend gedicht heet Tsjielp, en gaat verder als Tjielp tshielp, tsjielp, tsjielp tsjielp, enz enz. Halo reed zich in 69 dood op een van zen Vins waarna kousenboer en motor tovenaar Kees Fick ze alle 4 kocht op een veiling voor 5001 gulden en er specials van maakte waarvan er nu weer paar zijn terug gebouwd naar origineel. Die “nachtmerrie van de loodgieter” was de vooroorlogse Series A Twin, ooit in 1937 volgens MOTOR redacteur Piet Nortier een “gedrocht van stangen en pijpen”, en vanwege de snelheid van 172 km/uur levensgevaarlijk op de openbare weg, verkoop ervan zou door de regering verboden moeten worden. Er werden in totaal 77 van die dingen gemaakt voor de oorlog die nu verkocht worden (meestal op veilingen) voor bedragen tussen de 2 en 4 ton wat best serieus geld is, dat ziet er wel anders uit dan die Aaldering motor van het plaatje wat een “gewone” Series C Rapide is.

  5. Helemaal mee eens Moritzzzzz.geweldig mooi motor en toendertijd de snelste productie motor.gewoon op een krukje ervoor gaan zitten en kijken man man wat een mooi ding!!

  6. Zo’n Vincent… Ik vind het een geweldige machine. Kunst welhaast. Of het ding zo goed reed als dat hij uitzag, dat kan ik helaas niet beoordelen. Maar zie alleen al eens die prachtige ‘display’ van techniek. Smullen!

    • Heb inderdaad al eens een Rapide van een BTH elektronische ontsteking en aftermarket 4-leading rem voorzien. Rijd prima, maar is toch wel een gewichtige motor.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Maximale bestandsgrootte van upload: 8 MB. Je kunt uploaden: afbeelding. Links naar YouTube, Facebook, Twitter en andere diensten die in de reactietekst worden ingevoegd, worden automatisch ingesloten. Bestanden hier neerzetten