Het is november 1989 wanneer de Berlijnse Muur valt en daarmee, naast een onwaarschijnlijk aantal ‘blije’ mensen ook een nieuwe ster vanachter dit betonnen firmament verschijnt. Het onverwachte neerhalen van de barrière tussen Oost en West Berlijn levert duizenden Trabants, het statussymbool van de Duitse Democratische Republiek op. Met veel geknetter en in een wolk van blauwe rook, trekt het circus de vrije (…) wereld in.
Populair
In korte tijd wordt de Trabant ’s werelds beroemdste automobiel. Op elk televisiescherm, in iedere krant was-ie te zien, zelfs de rockband U2 gebruikte de Trabant om er in de DDR mee rond te toeren. Ironisch genoeg betekende deze ‘bevrijding’ ook de dood voor de hopeloze Trabant. Twee jaar na dato stopte de productie. Vanaf de introductie in 1957 waren er bijna 3,1 miljoen exemplaren gebouwd. De Trabant stond aan de wieg van de ruimtevaart, de introductie liep bijna simultaan met die van de Sputnik.
Technisch vooruitstrevend
Voor het communistische rijk was het dan ook een vooruitstrevend wagentje, eentje met onafhankelijk wielophanging, voorwielaandrijving, een zelfdragende, roestvrije carrosserie bekleed met ‘karton’. Het was echter geen karton maar Duraplast, in grote lijnen gerecycled plastic afval. Het ‘karton’ verhaal verspreidde zich snel, evenals de ontelbare grappen over de Trabi. Dankzij dit ‘karton’ was het wagentje dan ook erg licht en dat was maar goed ook want de aandrijving geschiedde middels een vooroorlogs, luchtgekoeld, tweetakt gesmeerd DKW motortje met een inhoud van 494 cm3. Bij iedere tankbeurt moest er olie toegevoegd worden aan de benzine. De bedoeling was om van de Trabant in het Oostblok net zo’n succes te maken als van de Volkswagen aan de Westerse kant van de hermetisch afgesloten grens. Binnen enkele jaren waaierden de wagentjes uit van de op volle toeren draaiende fabriek in Zwickau en inderdaad, het werd de meest verkochte auto in de DDR. Dat kwam natuurlijk omdat er geen concurrentie was en de boel vanuit de overheid werd gecontroleerd. De klant kreeg tijd genoeg om te sparen, want de wachttijd bedroeg wel 15 jaar. Gebruikte Trabants brachten vaak nog meer op dan een nieuwe omdat zo’n ding direct kon worden aangeschaft. In 1963 werd het rondere introductiemodel – de P50 – ‘opgelukt’, iets strakker gelijnd, kreeg een ‘dikkere’ motor van bijna 600 cm3 waarmee 23 pk aan het slechte wegdek kon worden afgegeven. Een jaar later volgde opnieuw een aangepast model en heette voortaan ‘601’. En zo bleef-ie jaren, want waar moest-ie mee concurreren, er was immers niets anders, niets vergelijkbaars op de Oostblok markt. Kort voor het vallen van de Muur in 1989 was er door Volkswagen overeenstemming bereikt voor levering van de 1.043 cm3 motor uit de Polo, maar ook een andere wielophanging. Aan de voorzijde bijvoorbeeld McPherson veerpoten.
Einde en een nieuw begin
Echter, tegen de tijd dat de Trabant 1.1 in 1990 in productie ging, Oost en West Duitsland weer één leken te worden, de bevolking aldaar hun waardeloze geld kon omruilen tegen respectabele bergjes Westerse valuta, er niet meer gewacht hoefde te worden, was de keuze snel gemaakt: nóóit meer ’n Trabant! De ooit zo geprezen Trabant – die gemiddeld 28 jaar (!) meeging – was in één klap waardeloos. Vele werden gratis weggegeven of gewoon langs de weg achter gelaten. Ruim een kwart eeuw later is de Trabant een cult car, met name in de Duitse hoofdstad, waar tientallen exemplaren in vrolijke kleurtjes – in plaats van het sombere blauw, groen, grijs of beige – rondrijden met aan boord toeristen die zich in zo’n ding naar toeristische attracties laten rijden. En die David Hasselhoff maar denken dat door zijn liedje de muur was gevallen…, nee dat is gekomen door de pruttelende en rokende Trabants die door de gaten in-de-Muur kwamen, op weg naar de vrijheid…