Onder het goedkeurend oog van de internationale autojournalistiek debuteerde op 22 november 1967 in Stockholm de wonderschone- Saab 99. De Zweed- ontwikkeld onder leiding van Sixten Sason en Rolf Mellde- stond symbool voor innovatie, veiligheid en tijdloos design. De Saab 99 was het resultaat van een grondig voorbereidingsproces, dat 400.000 uur in beslag nam.
Lange voorbereiding
In 1964 werd -onder de projectnaam Gudmund- het definitieve startsein gegeven voor de ontwikkeling van nieuwe Saab 99. Al snel stond vast dat de nieuwe Saab voorwielaandrijving kreeg. Uit kostenoverweging werd ervoor gekozen om de motor niet in eigen huis te ontwikkelen. Dat gebeurde in samenwerking met Triumph. Na een intensieve ontwikkel- en testperiode debuteerde de nieuwe 1,7 liter motor in eerste Saab 99. De krachtbronnen voor de 99 werden overigens in het Engelse Coventry gebouwd en vandaaruit naar de Saab-fabrieken verscheept.
Basis voor doorontwikkeling van veiligheid
Die motoren werden in een buitengewoon veilig en inventief geconstrueerde auto gemonteerd. Een veiligheidskooi, gedeelde stuurkolom en kreukelzones zorgden ervoor dat de Saab 99 een topper was op veiligheidsgebied. De gebogen voorruit was daarbij een stijl- en preventiekenmerk. Tijdens zijn zeventienjarige loopbaan werden er steeds meer zaken op het gebied van veiligheidsaan de Zweed toegevoegd. In 1971 leverde Saab als eerste fabrikant koplampwissers met wis/was sproeisysteem op een personenauto. Ook met zaken als verstevigde zijdeuren, het typische tussen de voorstoelen geplaatste contactslot, schokabsorberende bumpers, schokabsorberende hemelbekleding en veiligheidsstoelen liet Saab zien op dat gebied alles voor elkaar te hebben.
Comfort en roestpreventie
Ook de rij- eigenschappen waren uitstekend. Het comfort – dat in de jaren zeventig mede verhoogd werd dankzij de in de Saab debuterende verwarmde stoel- was in orde. De 99 bleek volstrekt ongevoelig voor zijwind als gevolg van de spoorbreedte en schokdempers en aerodynamica. Het onderstel leverde eveneens een grote bijdrage aan de stabiele rijkarakteristiek. Aan de voorzijde monteerde Saab driehoekige draagarmen onder en boven, schroefveren en schokdempers. Aan de achterzijde werkte men met een starre achteras, in lengterichting geplaatste Watt-stangen, en een Panhard-stang. De zaak werd geveerd en gedempt met schroefveren en schokdempers. De vertraging werd mede gerealiseerd dankzij schijfremmen rondom. Ook aan roestpreventie werd veel zorg besteed. De bodemplaat was zodanig geplaatst dat hij niet aangetast werd door de weerelementen: boven het hoogste punt waar vuil zich kon verzamelen. En vanaf 1971 kreeg de Saab 99 een elektro bad voordat de eerste laag grondverf op het staal werd gespoten. Ook werd veel roestvrijstaal materiaal toegepast.
Coupé Combi
Het fraai ontworpen basismodel bestond aanvankelijk alleen als 2-deursuitvoering. In 1970 werd deze uitgebreid met de vierdeurs variant. Een belangrijk model was de in 1974 gepresenteerde Coupe Combi. Deze kruising van een stationcar en een coupe vormde een mooi staaltje pionierswerk, dat in 1976 werd aangevuld met een vijfdeurs-variant. Die had een kenmerkend ruitje in de C-stijl. De Coupe Combi bleek een meesterlijk ontwerp te zijn, dat tot april 1993 ook model stond voor de drie en vijfdeurs varianten van de Saab 900 Classic.
Motoren voor het leven
In die fraai ontworpen Saab 99-constructies hoorden fraaie aandrijflijnen. Al in 1970 werd de 99 leverbaar met een elektronisch ingespoten motor. In het zelfde jaar werd ook een automaat van Borg-Warner leverbaar. De in 1971 ingevoerde 1,85 liter motor (die ook leverbaar was in de Triumph Dolomite) as de laatste extern ontwikkelde krachtbron. Want in 1973 lanceerde Saab de in eigen beheer ontwikkelde 1.985 cc motor. Dat deze krachtbron zo goed en bovendien vooruitstrevend geconstrueerd was bleek uit het feit dat Saab de motor- natuurlijk in steeds verfijndere vorm- tot na de millenniumwisseling nog in haar modellen bouwde. Al spoedig vond het blok zijn weg naar diverse 99-uitvoeringen. Na het beëindigen van de samenwerking met Triumph in 1975 werd zelfs iedere Saab 99 met de 2-liter motor uitgerust. In de 99 was het 1.985 cc metende blok leverbaar met een carburateur, twee carburateurs en met elektronische injectie. In de laatstgenoemde variant maakte hij- na zijn lancering- zijn debuut in het sportieve topmodel: de Saab 99 EMS.
99 EMS en Turbo
De EMS was jarenlang het sportieve en luxe topmodel binnen de 99 range. De -onder anderen- met aluminium velgen en verlaagd onderstel uitgeruste luxe Saab was de entree van de Zweden in de wereld van luxueus uitgeruste auto’s. En het was- zeker nadat hij werd voorzien van de 2 liter motor met elektronische Bosch-injectie- het uitgangspunt voor de ultieme 99: de Turbo. Saab verraste vriend en vijand door in 1978 met deze variant te komen. Hoewel de Turbotechniek nog behoorlijk in de kinderschoenen stond, innoveerde Saab deze wel. Het resultaat was dat de 1.985 cc motor werd uitgerust met nieuwe turbotechniek. Deze bestond uit een turbocompressor die efficiënt met brandstof omsprong. Dat kwam doordat de uitlaatgassen werden benut voor het aandrijven van een turbine. En deze zorgde voor een tijdelijke maar forse toename van het motorvermogen. Volgens fabrieksspecificaties was dat 145 PK bij een maximum koppel van 230 Nm. De Saab 99 Turbo snelde binnen 8 seconden naar 100 kilometer per uur. Uiterlijke kenmerken als Inca-velgen, spoilers voor en achter, een standaard schuifdak en een luxueus interieur maakten duidelijk dat je met de snelste Saab 99 te maken had. Hij was goed voor een top van 200 kilometer per uur. De 99 Combi Coupé werd ook als Turbo leverbaar. De turbotechniek werd later- duidelijk verfijnd- in vele uitvoeringen van de diverse Saab-modellen toegepast en werden zo een typische merkeigenschap van de Zweden. Opvallend: zowel op de EMS als op de Turbo was een handgeschakelde vijfbak……optioneel.
Saab-basis
Zeventien jaar lang werd de Saab 99 in zijn basisvorm geproduceerd. Die productie vond plaats in Trollhättan, het Finse Uusikaupunki en Mechelen (België). Ieder jaar werd de auto verbeterd en kon zo een indrukwekkende carrière opbouwen. Ook het feit dat vele innovatieve voorzieningen op de meeste uitrustingsniveaus leverbaar waren- feitelijk waren alleen de basismodellen gestripte versies- speelde een rol. Na 588.643 exemplaren kwam in 1984 het 99-tijdperk ten einde. De GL met de tweeliter H-motor én (als enige 99) standaard vijfversnellingsbak sloot het boek. de 90 kwam er voor in de plaats. De Saab 99 werd echter -wat ondergetekende betreft- de vaandeldrager en de sterke ruggengraat van de ooit zo solide en vernuftige autofabrikant uit Zweden. Een fantastische auto, die feitelijk zijn sporen tot in 1993 naliet. Toen ging de sterk op de 99 serie geënte (klassieke) 900 serie pas met pensioen.
Meer foto’s volgen nog.
Leuk, om aandacht te besteden aan deze iconische SAAB serie.
Was ooit blij met en trots op een 99 Combi Coupe uit 1977. Was in die tijd inderdaad een superdegelijk brok van een auto met heerlijk meubilair en een fijne 2 ltr carb motor. Door de immense 5e deur ook een enorme laadruimte.
Helaas was het de eerste serie, gespoten met watergedragen lak: na 5 jaar waren spatbordranden en raamsponningen zowat geheel verdwenen door roest. Tegenvallers waren ook lekke radiateur, kapotte kachelkraan en lekke krukaslagers bij nog geen 100.000 km op de klok: essentiele voorwaarden om het predicaat betrouwbaar, onverwoestbaar en veilig te mogen voeren. Heb in 1982 dus afscheid genomen van mijn “trots”. Nadien meerdere “even degelijke en betrouwbare” Citroens bereden om te eindigen bij een aantal Mercedessen: kleurloze , maar nu echt oerdegelijke en betrouwbare auto’s. Inmiddels veilig geland bij nog nadrukkelijk kleurlozere Japanners: Honda en Toyota, die haast het eeuwige leven blijken te hebben.
het dieven(gilde) steelde maar al te graag de turbo’s : de hermandad hield ze niet bij ! evenals later, de Lancia Thema Turbo’s. Nu moeten ze de duitse auto’s voor hun beroep, vaak met getinte ruiten 😉
Mijn Saab 99 wit met compleet chromen bumpers, en Triumph motor, had een semi automatische versnellings bak, zodat je kon schakelen zonder de koppeling te gebruiken, maar vastlopende remklauwen, lekke waterpomp bovenop het blok, en syngchromesh ringen in de versnellingsbak ook vernieuwd destijds en natuurlijk first in safety met geen stuurlot maar een versnellings slot met het contactslot in de midden console ik heb er 4 jaar in gereden voor 1000gld aanschaf destijds !
Heb er jaren in gereden met de 2.0l motor en 1 carb
De gevoeligheid voor waterplassen, motortoerental schoot omhoog, feitelijk begin van aqauplanning bleef me bij tot nu. Banden Klebèr, 50 procent profiel was het maximum….of minimum
Veel aan de remmen moeten sleutelen
De enige auto die de bandenservice niet aan de praat kreeg ; contactslotplaatsing.
Mijn klassieke 900 is al 36 jaar mijn betrouwbare comfortabele wagen en is ook na 525000 km nog lang niet versleten en heeft mij ook nog nooit in de steek gelaten.
Daardoor is Saab ook failliet geraakt, ze gingen gewoon veel te lang mee.
Wat leuk, een stuk over de Saab 99!
Mijn vader kocht een tweedehands Saab, 2 deurs uit 1970 in de kleur wit. Had idd de Triumph motor.
Toen zijn garage en dealer, genaamd Kaat&Wezel in Zaandam die ook Wartburg verkocht niet meeging in de nieuwe commerciële ontwikkelingen van Saab, rond de jaren tachtig, besloot hij Hyundadealer te worden.
Toen moest zijn oude ‘serviceauto’ weg.
Dit was een Saab 99 uiteraard een 2 liter met elektronische inspuiting in Karolina-blauw.
Was een vierdeurs uitvoering uit 1975
De eerste Saab had mijn pa tot 1985 en had flinke roestschade bij de voorwielophanging.
In 1986 nam hij deze blauwe Saab over.
Met name de beruchte spatbordranden leverde de nodige lasuurtjes op! Echt roestvrij was deze Saab niet.
Helaas zijn de Saabs inclusief mijn vader verleden tijd.
Wel heb ik vele foto’s van pa zijn geliefde Saabs.
Het blijft een iconisch merk!
Persoonlijke reactie wordt gewaardeerd. Ik ben aan mijn 4e bezig
Niet anoniem bovenstaand !
Interessant artikel, bedankt voor het publiceren.