Saab 96, de auto van tante Cornely

Auto Motor Klassiek » Artikelen » Saab 96, de auto van tante Cornely
Er classics inkoop

‘Saab’ staat ntuurlijk voor: ‘Svenska Aeroplan Aktiebolaget’. Geen gekke naam voor een Zweeds bedrijf dat vliegtuigen maakt. Nadat de vrede was uitgebroken bedachten de Zweden dat er ook geld in de automobielhoek moest zitten. Hun insteek was die dan maar te gaan maken vanuit hun vliegtuigbouwkundige achtergrond. In Scandinavië koesterde de automobielindustrie heel andere criteria dan de concurrentie in de rest van de wereld. Eenmaal gekozen modellen werden behoudend gekoesterd. Maar aan de evolutie op veiligheidsgebied werd constant gesleuteld. Dat resulteerde niet in de meest swingende, moderne toonaangevende koetswerken, maar wel tot doordachte, solide en veilige auto’s. Auto’s die lang meegaan bovendien. Auto’s waarmee bovendien indrukwekkende rally successen werden behaald vanwege de goede wegligging en de sterke kooiconstructie,. Dat die successen ook heel veel te maken hadden met me mannen die de Saabs bestuurden deed daar niets aan af. Ook de Saab 96 is weer een doorontwikkeling van de eerdere Saabs. 

Ook interessant: De SAAB 96 “Special”, unieke Nederlandse jubileumeditie uit 1979

Als opvolger van de Saab 93F komt Saab in 1960 met de Saab 96

De vormgeving van de Saab 96 is ook rechtstreeks terug te voeren op het allereerste prototype uit 1946. Technisch is er echter veel veranderd. Aan het begin van de rit heeft de nieuwe Saab nog een tweetaktmotor, deze levert echter nu standaard 38 pk. Het gewicht is imiddels tot 813 kg opgelopen. Vanaf 1962 krijgt de auto standaard veiligheidsgordels. In 1965 krijgt de Saab 96 een facelift als een compleet nieuw ontworpen neus wordt geïntroduceerd. En in die neus is in elk geval mer ruimte voor een nieuwe motor. In 1966 krijgt de 96 schijfremmen voor. Dit alles is een opmaat naar het grote nieuws dat Saab met een viertakt motor komt. Dat feestje zou echter nog tot modeljaar 1967 op zich laten wachten.

Tante Cornely was internist

Nou ja: eigenlijk was ze een oud-tante. Tante Cornely was uiterst pienter en gedurende haar werkzame leven internist. En Saabrijden paste prima bij dat soort beroepen. Bij ontbreken van een sterke man in haar leven gaf ze haar Saabs de namen van oude Noordelijke – Viking- goden. En ze was het soort klant waarvoor elke garagist alle goden in al zijn gebeden bedankte. Want als er wat was of aan zou kunnen zitten te komen? Dan moest dat direct in orde gebracht worden.

Tante Cornely had besloten dat het inruilpunt van haar Saabs op 100.000 kilometer lag. Daarna kwam de auto doorgaans in de familie- of kennissenkring terecht. Om vervolgens nog een paar ton mee te gaan. Na haar pensionering hield ze haar laatste Saab. Bij haar overlijden werd die door een nichtje geerfd. Met 387.000 kilometer op de klok. Het nichtje heeft de teller intussen door laten draaien naar 400.000 kilomter plus een beetje. En nu pas gaat de Saab met pensioen. Tante Cornely gaf haar auto’s dus de namen van oude Noordse Goden… De laatste heette Njord.

In 1969 was het dus tijd voor ‘Njord’. Altijd handig om te weten: Njord is de echtgenoot van de reuzin Skaði en vader van Yngvi-Freyr en Freyja. Volgens de Heimskringla was hun moeder Njords eigen zuster. De naam van zijn zuster zou eveneens Njord kunnen zijn, volgens een naamreconstructie van een Suevische godin, die door Tacitus werd getranslitereerd naar het Latijn als “Nerthus” (= Njörðr). Hij verbleef in Nóatún (“Scheepsstad”). Njord is een god die nauw in verband wordt gebracht met vruchtbaarheid, net als de andere Wanen in het algemeen.

Tante Cornely reisde door heel Europa

Maar aan haar 1969’er Saab 96, ’Njord’. Had ze de beste herinneringen. Met Njord is ze, na een congres in Kopenhagen, tot aan de Noordkaap gekomen. En in 1969 was de weg naar de Noordkaap nog slecht en verlaten.

De Saab 96 werd gemaakt van 1960 tot 1980

Hij was de opvolger van de Saab 92, een auto die aerodynamisch nog erg schatplichtig was aan Saabs vliegtuigbouw. Dwars voorin stond bij de 92 een vloeistof gekoelde 764 cc (DKW) tweetaktmotor. En er zijn nog steeds mensen die vinden dat een Saab ‘met kleppen’ geen echte Saab is. Maar het tweetakttijdperk stond op het punt afgesloten te worden. Omstreeks 1960 wogen de voordelen van de oliestokers al niet meer op tegen de nadelen. Bovendien had men omstreeks die tijd ‘het milieu’ uitgevonden. De ongebreidelde groei van Schiphol, de Botlek en de agrarische sector is daardoor ook nooit goed op ganggekomen in Nederland.

Ook interessant: Saab 96 2-takt Short Nose, 1962

De viertakt Saab 96

Er moesten dus viertaktmotoren onder de compacte neuzen van de Saabs komen. En dat was wel een dingetje. Want veel plek om een viercilinder te huisvesten? Die was er niet. Gelukkig bracht de concurrentie uitkomst: In 1967 presenteerde Ford Duitsland de Saab 96 96V4, de motor voor de Ford Taunus V4-motor. Dat was een viertaktmotor met balansas van 1498 cc, en hij was oorspronkelijk ontwikkeld voor de 1962 Ford Taunus 12M. De V4-motor waarbij de drijfstangen geen kruktappen deelden, produceerde 55 pk (48 kW) en de auto deed 0-100 km/u in 16 seconden. Het kunststof distributietandwiel was slijtagegevoelig, maar verder was de kleine V4 een schoolvoorbeeld van betrouwbaarheid.

Afgewezen in the States

Dat het blok in een vreemd merk terechtkwam was geen punt. Ford had het ‘multi inzetbaar’ gedacht voor pompen, generatoren, landbouwmachines en sneeuwvoertuigen. In the States was de V4 bedoeld voor de Ford Cardinal. Maar toen dat project werd afgeblazen ging Ford op zoek naar andere afzetgebieden voor de kleine V4’s. Ford  ging zelfs zover een paar tweetakt Saab 96’s te kopen om hun nieuweling in te proberen. Na dat geprobeer verkocht Ford de auto’s inclusief de V4 blokken terug aan Saab. In Trollhatan ging Saab verder met het testen en ontwikkelen en de Zweden kregen daar zo’n goed gevoel bij dat de auto’s in de USA in elk geval een levenslange garantie bij de eerste eigenaar kregen. In het kader van het afscheidnemen van tweetaktmotoren kregen de Munga’s in het Duitse leger ook V4’s ter vervanging van de oliestokers.

De tweetaktversie bleef beschikbaar tot in 1968

In 1977 kreeg de V4-motor nog een Solex-registercarburateur die het vermogen verhoogde tot 65 pk. Maar het allerbelangrijkste: de wat rommelig, brommerig draaiende V4 was een heel kort bouwende motor. Hij paste in het vooronder. Probleem opgelost. Om de kosten binnen de perken te houden hield de nieuwe Saab wel de transmissie van de oude. De versnellingsbak had aanvankelijk drie versnellingen, later kwam er een vierbak. Om smeringsproblemen in de tweetaktmotor bij gesloten gasklep te voorkomen, bijvoorbeeld bij berg-afrijden, was de bak voorzien van een vrijloop. Deze vrijloop bleef ook aanwezig bij de viertaktmotoren en in de eerste serie Saab 99.

De Saab 96 op de foto’s is niet de Saab van Tante Cornely. We vonden de auto bij Classic Park. Maar het is wel de auto die Tante Cornely als gepensioneerd internist waardig zou zijn geweest.

 

REGISTREER GRATIS EN WE STUREN U ELKE DAG ONZE NIEUWSBRIEF MET DAARIN DE LAATSTE VERHALEN OVER KLASSIEKE AUTO'S EN MOTOREN

Selecteer eventueel andere nieuwsbrieven

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

Als het artikel bevalt, deel het dan ook even…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Maximale bestandsgrootte van upload: 8 MB. Je kunt uploaden: afbeelding. Links naar YouTube, Facebook, Twitter en andere diensten die in de reactietekst worden ingevoegd, worden automatisch ingesloten. Bestanden hier neerzetten