Motobécane in Parijs, op de beurs
En op de Salon de Paris liet Motobécane zien dat Frankrijk klaar was om de strijd met Japan aan te gaan. Foto’s van de 350 cc driecilinder circuleerden al een paar jaar in de pers. Het Franse Moto Journal publiceerde al ‘spionagefoto’s’ in de winter van 1970 op 1971. Maar nu stond hij er in het echt. De Motobécane 350 Triple bracht het merk naar een na-oorlogs ‘next level’.
Want ooit was Motobécane een synoniem voor ‘brommer’ of (lichte) motorfiets. Dus alle brommers en lichte motoren waren ‘Motobécanes’. Zoveel gewicht legde het merk in de Franse markt voor tweewielers. Dat fenomeen is trouwens niet alleen bekend van Motobécane in Frankrijk. In Indonesië is de soortnaam voor tweewielige motorvoertuigen ‘Honda’. Zoveel impact kan leiderschap hebben.
De naam Motobécane was in twee stukken te knippen: ‘Moto’ voor motorfietsen en ‘bécane’ als straattaal voor fiets. Dat was dus een duidelijke zaak. Motobécane werd opgericht in 1923 door Charles Benoit en Abel Bardin. En hun eerste creatie was een 175 cc tweetakt motorfiets. Dat was het begin en de aanloop naar de topverkopen in de jaren dertig. Toppers uit die tijd waren de viercilinders met cardanaandrijving, machines van 500 en 750 cc. De Bol ‘d’Or lange afstandsrace werd in die periode ook gewonnen.
Motobécane na WOII
Maar na de tweede wereldoorlog was er geen tijd meer voor zulke grootse dingen. Frankrijk moest weer snel en goedkoop aan gemotoriseerd transport geholpen worden. Want de afstanden op het Franse platteland waren te groot om op de fiets te doen. En Motobécane deed heel goede zaken.
De jaren zestig begon Motobécane pijn te doen. De Fransen kregen wat meer geld en wilden daarmee op weg naar de volgende stap in beschaving: ze wilden autorijden. En bovendien kwamen er opeens veel goede, betaalbare lichte motorfietsen uit Japan. En motorrijden werd ‘fun’ (plaisir). Bij Motobécane besloot met een poging te doen op het lifestyle-element binnen de herboren motorwereld. Er kwam een kittige en pittige 125 cc tweetakttwin en met Kawasaki als lichtend voorbeeld besloten de Fransen ook 350- en 500 cc driecilinder tweetakten te maken.
De driecilinders
Van de Motobécane 350 Triple zijn er volgens de voor Frankrijk verrassend precieze opgave 799 ‘plus nog een paar’ gemaakt van 1972 tot 1976. Daarvan zijn er zelfs een paar aan de gendarme geleverd ter evaluatie. De motor met zijn drie Ø24 mm carburateurs leverde 38 DIN pk bij 7200 tpm van de vijfvoudig gelagerde krukas.
De machine was voorzien van een oliepomp en elektronische ontsteking. En net als de Kawasaki’s verlieten de uitlaatgassen het pand via vier uitlaatdempers. De Motobécane had vijf versnellingen en een schijfrem in het voorwiel, en de lichtmetalen velgen kwamen van Borrani.
Om schades door trillingen te voorkomen waren veel onderdelen in rubber gemonteerd. En intussen ging de Franse btw op motoren van meer dan 240 cc van 23- naar 33%. Bovendien zouden de 20.000 Motobécane verkooppunten elk een onderdelenvoorraad ter waarde van 6.000 Franse franken moeten aanschaffen. Kortom: het merk raakte in financieel zwaar vaarwater.
En zo moest er ook afgezien worden van de geplande Bosch brandstofinspuiting die de motoren aanzienlijk zuiniger had moeten maken. Volgens onze informatie zijn er maar twaalf ‘inspuiters’ gemaakt. De ‘gewone’350 woog zo’n 180 kilo en was 160 km/u snel. En toen kwam de 500 cc driecilinder in beeld.
De 500 cc driecilinder. Een mythe?
Die grote driecilinder was een idee van Eric Jaulmes, hoofd van de onderzoekafdeling van Motobécane en zijn zoon Christian. De basis was de Motobécane 350 Triple uit 1973.
Maar volgens velen is die grote driecilinder voornamelijk een mythe. Zo zouden de aan de pers getoonde exemplaren feitelijk niet meer zijn dan 350 cc machines met andere stickers. Maar niet zo lang geleden is er toch een echte 500 cc Motobécane gevonden. Die heeft nooit anders gedaan dan bij een inmiddels ex-Motobécane dealer op betere tijden staan wachten. Er staan nul kilometers op de teller. En er zouden in elk geval twee motorblokken gemaakt zijn.
En of de 500 in met Motobécane Museum in Saint Quentin een echte 500 is? En waarom de Motobécanes ook verkocht werden als Motoconfort? Dat zoeken we op.
Voor de mensen die veel meer willen weten en Frans spreken verwijzen we graag naar de site motobecane-club-de-france.fr
De informatie:” En net als de Kawasaki’s verlieten de uitlaatgassen het pand via vier uitlaatdempers. ” kopt niet aangezien de Kawa’s drie uitlaten hadden, het waren de Suzuki GT driecilinders (380/550/750) welke vier uitlaten hadden.
Motobécane werd opgericht in 1823 door Charles Benoit en Abel Bardin. Ik neem aan dat die 8 een 9 moet zijn en je last had van het dikke vinger syndroom waardoor de verkeerde toets werd ingedrukt
Getypt met de motorhandschoenen aan! En gecorigeerd.