Ik ben al man zolang ik het me kan herinneren. Dat is niet altijd een makkelijk, maar best wel een interessante situatie. Qua generatie hoor ik niet meer tot het slag mannen dat hun zachte kant alleen gebruikt om op te zitten, maar ik ben zeker geen man die constant zijn gedachten of erger nog, zijn emoties, wil delen. Maar ik probeer op mijn onbeholpen manier wel bewust en respectvol te leven. Alleen als het echt nodig is gebruik ik zinvol geweld.
Toen ik op mezelf ging wonen hield ik mijn behuizing en mezelf netjes. Als ik niet uit eten ging kookte ik voor mezelf. Wassen en strijken deed ik ook. Toen de liefde in mijn leven en huis kwam werd het er alleen maar beter op. Vrouwen leggen immers de lat hoger. Waar dat te ver boven mijn macht ging gaf ik het graag uit handen. Van het wasjes draaien werd ik volkomen bevrijd toen ik een grote, zachte fijnwollen sjaal uit de wasmachine haalde als een klein, handzaam en best stevig servetje.
Maar het samenleven en samen doen heeft mijn leven op een hoger plan gebracht. Ik heb en hoop geleerd van de liefde. In harmonie samenleven met een lid van het prettiger geboetseerde soort is een verrijking van het ongecompliceerde mannenbestaan. Je moet opeens wel met een heleboel dingen rekening houden. Maar die yin/yang gedachte? Daar zit wel wat in.
Die zelfredzaamheid is misschien ook genetisch. Toen mijn moeder overleed zorgde mijn vader er nadrukkelijk voor dat hij geen vieze oude man werd. Want dat is toch een op de loer liggend gevaar voor ons jongetjes. We kunnen zonder toezicht zomaar een heleboel dingen belangrijker vinden dan het huishouden of de eigen verzorging.
Ik heb dat ooit zien gebeuren bij een kennis die op de vraag van zijn echtgenote “Wat er nu eigenlijk belangrijker was, die motorfietsen of ik?“ een antwoord gaf dat misschien wel eerlijk, maar strategisch onhandig was. In het vervolg van dat antwoord vertrok zijn vrouw. Nadat hij dat had gemerkt haalde hij zijn eten bij de Chinees en de snackbar. Zijn werkgever zorgde voor bedrijfskleding en de bewassing daarvan. Maar thuis, in de garage telde hij de zegeningen van het feit dat jeans en T shirts steeds lekkerder gaan zitten naar gelang ze ouder en viezer worden. Als kraanmachinist in de constructie veranderde er weinig, aan zijn woonomgeving des te meer. Inhoud van de garage verhuisde naar de woonkamer. Dat gaf meer ruimte voor meer spullen in de garage.
Intussen was de aanloop van handtamme en keurige motorvrienden aardig afgenomen. Dat had vast wat te maken met de steeds onoverzichtelijker situatie in de garage en de woonkamer. Gelukkig was er in de voormalig echtelijke slaapkamer nog ruimte nadat de twee andere slaapkamers ook tot opslagruimtes waren opgewaardeerd. De mensen die nog wel over de vloer kwamen hadden geen moeite met de praktische inrichting van de woning en het vrij liberale kattenbakkenversingsschema van de man die eindelijk alle tijd voor zijn motorfietsen had. Maar die bezoekers werden allemaal wel steeds excentrieker.
Dat ging zo door tot de woningbouwvereniging het wel welletjes vond. Er werd ingegrepen, begeleid gezorgd en gecoached. Met een hoop mankracht M/V werd de motorliefhebber weer in het gareel gemasseerd. En hij werd verliefd op een van de hulpverlenenden. Die dame had gezien waar hij vandaan kwam en had besloten dat hij die weg niet weer op zou gaan. Ze zette hem strak onder curatele. Ze zijn intussen alweer vier jaar een koppel. In de kamer staat een motorblok. In de schuur staan twee motorfietsen. En de kattenbakken worden weer schoon gehouden.
Mooi en herkenbaar verhaal
Prachtig verhaal,ik heb ruim 6 jaar in een bedrijfsruimte gewoond,vol met klassiekers.Dit ook tijdens mijn chemo en met -15.Het is een tijd die ik niet zal vergeten.Warme herinneringen,ondanks de ontberingen oa.buiten koken in de laadruimte van een Renault 4f4.Ik sliep in een Renault Estafette.Ik ben de liefde van mijn leven tegengekomen,niet meer verwacht en woon nu in een huis,met mijn gezin en veel liefde.Ik ben er groos mee.
Mooi verhaal, soms zelfs heel herkenbaar.
Kijk techniek laat je nooit los, een schuur of ruime kelder heb ik nooit gehad, uitzicht over de stad wel als eeuwige flat bewoner in Rotterdam. Maar heb van 1985 tot 1992 wel een werkplaats gehad en van 1993 tot 2002 een heus garagebedrijf gehad, met trots. Mooie herinneringen en een reeks van prachtige foto’s eraan overgehouden…maar een fijne ruime schuur is mijn droom.
Ik hoop dat je droom nog eens waar wordt. En om gelukkig te zijn heb je echt geen 100M2 nodig!
Prachtig verhaal .
Prachtcolumn.
Helaas zijn er tegen woordig wel heel veel jong hippe baardje-bakfietsmannen die het nut / de lol van “het schuurtje” helemaal niet meer inzien.
Candy Crush schijnt digitaal te zijn . . . .
En soms kan de “beter geboetseerde” soort daar ook erg debet aan zijn.
Zwagermans had hobby met Zuncrapp.
Paar brommertjes, bb-motortje uit dezelfde fabriek voor achter het zeilbootje.
Sinds de internetdate is het bootje weg en later ook de brommer, want, ja, waarom eigenlijk ?
Oja, zij kan er niet mee rijden.
Ik heb mijn wederhelft opgevoed, die kan met hand- en voetschakeling overweg.
Zwagermans is door vriendin opgevoed, die weet hoe een winkelwagentje werkt . . . ..
Internet maakt meer kapot dan je lief is…
Prachtige column , zeer waarheidsgetrouw en relativerend verwoord !
Mvg ,
Nicolas
We kijken en verbazen ons. Mooi toch?
Kijk om je heen en blijf je verwonderen!
Ja begrijpelijk verhaal , inmiddels staat er bij mij ook een motorfiets op een niet voor de hand liggende plaats.
Het boekje ,”” mannen , motoren en wat meisjes , “” kan ik een ieder aanbevelen .
Klopt ik wacht op Deel II van dit boekje
Groet Hans
Dag Hans, Wordt aan gewerkt!
Jouw keuze is enorm veel beter dan een Ikea meubel in de kamer