Klassiekers als verdienmodel. Werkt dat?
Gisteren viel ik midden in een programma over sparen. Wat duidelijk was: van de rente moet je het niet hebben. Wat ook duidelijk was: investeren in klassiekers en vintage horloges was het helemaal. Dus rijst de vraag: Klassiekers als verdienmodel. Werkt dat?
De passie als investeringstraject?
Natuurlijk waren er de voorbeelden. Horloges die in een paar jaar driemaal meer waard waren geworden. Een Karmann waar ik van meende te zien dat de passing van de kofferbakdeksel beter had gekund die ook enorm in waarde was gestegen. Een Alfa Spider ‘Coda tronca’…
Het is natuurlijk nooit fout om te investeren in dingen die er niet meer gemaakt worden. Al is het alleen uit historisch oogpunt en passie. Maar met klassiekers omgaan als kille investeringstools, dat is toch een spel met nogal wat addertjes onder het gras. Ten eerste is er natuurlijk een degelijk stuk markt- en productkennis voor nodig. En een gevoel voor de markt. Een kristallen bol kan ook helpen, net als een dosis geluk.
Natuurlijk hebben we gezien hoe de prijzen van klassiekers de laatste jaren sterk zijn gestegen. Dat kwam omdat de echt slimme jongens dat investeringsgebeuren allang zagen aankomen, voordat er iets over op de vaderlandse treurbuis werd gemeld. De echte investeerders waren en zijn doorgaans mannen met heel veel geld over en honger naar nog meer geld. Ze betalen die belachelijke bedragen doorgaans alleen voor uiterst zeldzame auto’s in topconditie. Maar natuurlijk kun je ook een paar miljoen uit de knip trekken voor het wrak van een Bugatti die zestig jaar in een verlaten schuur heeft gestaan.
In de echte wereld waarin mevrouw Patricia Paay gewoon een levendige oudere dame is en waar een auto die zelfs minder dan twintig jaar in een lekkende schuur heeft gestaan als reddeloos gezien wordt, daar gaat het niet over de grootste zeldzaamheid of de ultieme perfectie.
Daar gaat het er om dat er een heel rijk aanbod van goede, mooie en leuke klassiekers is waar geen miljoenen voor hoeven worden uitgegeven. En in die wereld is Nederland blijkbaar – zoals onze minister president het zou noemen- : “Een heel gaaf land!”
Dat de stem van onze minister president ver draagt is bewezen. Niet alleen vanwege het feit dat er zoveel mensen hier naar toe komen in de hoop er een beter leven te vinden, maar ook door twee ons intussen ons bekende handelaren in klassieke auto’s en motoren. De ene is een Pool. De andere is een Slowaak. Die twee kopen hier, en verkopen in hun respectievelijke thuislanden. En daar leven ze goed van.
Het kopen en bezitten van een klassieker is een doorgaans betaalbaar feestje. En op een goede aanschaf hoef je bij normaal onderhoud en gebruik niet of nauwelijks af te schrijven. Misschien zit er over een paar jaar wel een duidelijk hogere verkoopprijs aan dan bij aanschaf. Maar dan zal de nieuwe aanschaf ook wel weer duurder zijn…
Maak dus een kalme keuze uit het ruime aanbod aan klassiekers. En besef dat ‘de winst’ hem zit in het koesteren en rijden van die klassieker.
Het voorjaar komt er aan. Begin dus maar weer met genieten!
helaas biedt het verhaal geen antwoord op de in de koptekst gestelde vraag;een beetje blabla-verhaal !