Honda RC 142. De herboren Honda

Archeologen kunnen van een paar stukken hout een Vikingschip reconstrueren. Mike Buttinger, oprichter en voormalig eigenaar van CMSNL, leverancier van onderdelen voor Japanse motorfietsen, is geen archeoloog. Maar als oprecht eerbetoon aan de geniale Soïchiro Honda heeft hij iets gedaan dat elke archeoloog waardig zou zijn: Hij heeft door een in de Verenigde Staten gevonden motorblok, enorm veel speurwerk en onderzoek een Honda RC 142 herboren laten worden. Die perfecte ‘1959’er’ vierkleps 125 cc racer met zijn vermogen van 17,4 pk is geen ‘replica’ het is een ‘re-creation’.

Het voelde aan als een plicht

Toen het motorblok en enige onderdelen via zijn wereldwijde netwerk gevonden waren, voelde Mike Buttinger het als Honda liefhebber als zijn morele plicht de Honda RC 142 weer in al zijn authentieke glorie te herstellen. Hij noteert daar tevreden berustend bij dat deze hele queeste zakelijk volslagen onverantwoord is geweest. Maar het resultaat is overweldigend: De machine is uit evenveel ambachtelijk vakmanschap ontstaan als de exemplaren uit de tijd dat Honda naar het eiland Man kwam, in 1959. Het is een heel echte Honda R 142 geworden. En de onderdelen? Die zijn wereldwijd bij elkaar gesprokkeld of gewoon gemaakt.

Al in 1954 was Soichiro Honda in Europa zijn licht gaan opsteken over wegraces met motorfietsen. Hij bezocht de Isle of Man TT en enkele Italiaanse fabrieken, zodat hij het wedstrijdverloop en de gebruikte machines kon bestuderen. Voor de TT van 1959 stelde men in 1958 Kiyoshi Kawashima als projectleider aan. Zijn eerste taak was een racemachine te ontwikkelen. Hoewel er veel ingenieurs van middelbare leeftijd bij Honda werkten, stelde “Oyaji” (Vader) Honda alleen jonge mensen aan bij het team. Tadashi Kume en Kimio Shinmura waren verantwoordelijk voor de motor en Toshiji Baba ontwikkelde het frame. De coureurs werden geworven uit de Honda Speed Club, een fabrieksvereniging die ook in de heuvelklimwedstrijden op de Asama-vulkaan aan de start kwam. Men schafte een 125 cc FB Mondial uit 1956 aan om als voorbeeld te dienen. Hoewel het voorbeeld een eencilinder was, besloot men toch een tweecilinder te bouwen.

In januari 1959 was deze eerste machine, die Honda RC 141 heette, klaar

Ze leverde echter maar 15,3 pk en dat was veel minder dan de twee jaar oude Mondial. De Honda RC 141 was een staande paralleltwin met dubbele bovenliggende nokkenassen, die door een koningsas werden aangedreven. De boring/slagverhouding was 44 x 41 mm waardoor de cilinderinhoud op 124,7 cc kwam. De machine had echter maar twee kleppen per cilinder.

Meer is beter, omdat genoeg te weinig was

Er werd meteen een tweede machine ontwikkeld die vier kleppen per cilinder had. Deze Honda RC 142 leverde 17,4 pk. De machines hadden een ruggengraatframe met de motor als dragend deel en een schommelvoorvork. De remmen waren simplexremmen. De cilinders helden 6° voorover. De inlaatkleppen maakten een hoek van 40° en de uitlaatkleppen een hoek van 44°. Er waren Keihin-vlakke schuif carburateurs met losse vlotterkamers gebruikt. De smering werd verzorgd door een wet-sumpsysteem met twee liter olie. De machines hadden zes versnellingen.

De vierklepskoppen die van de Honda RC 141 de Honda RC 142 maakte, arriveerden per luchtpost

In 1959 was de RC met zijn aluminium kuip en gedateerde schommelarm voorvering voor de Europese rijders op het eiland Man een vreemde machine. En de Japanners waren vreemde mensen. Het team van Kiyoshi Kawashima zelf had zijn bedenkingen over de stijfheid van het frame en de remmen.

De Honda RC 142 motoren waren feitelijk RC 141 motoren met vierklepskoppen.

Die koppen, de updates, werden per luchtpost naar Man gevlogen, maar voor de race konden maar drie machines omgebouwd worden. En daar zette Honda de eerste stappen op een asfaltcircuit. De rest van de geschiedenis is bekend.