De oudjes mogen rusten. Net als oude mensen moet je klassiekers niet aan alle elementen blootstellen. Dus tussen twee buien door kreeg de zijklepper een laatste trap van dit heel lange klassiekerseizoen. En dan ben je op een doordeweekse dag de enige motorrijder die je tegenkomt. Dat is een verademing in vergelijking met het hoogseizoen, waarin ik de motor in weekenden alleen nog maar gebruik om boodschappen te doen. Motorrijden heeft van oudsher de reputatie van een bezigheid voor avontuurlijke individualisten. Maar dat is er wel een beetje vanaf, zeker als je in een mooie omgeving woont.
Op mooie weekenddagen blijkt motorrijden een massaal, GPS-geleid volksvermaak waar avontuur en individualiteit ver te zoeken zijn. Het in mijn ogen meest vreemde verschijnsel zijn de clubritten, of wat het dan ook zijn, waarbij clubleden zelf het verkeer gaan regelen om de colonne motorrijders aaneengesloten door het verkeer te loodsen. Ik hoorde daarbij zelfs al de term ‘roadcaptain’ vallen. Dat is blijkbaar een opper-regelneef. Nu lijkt het me dat als je aspiraties hebt om het verkeer te regelen, je het best verkeersregelaar kunt worden. Maar de roadcaptain die ik mocht spreken, legde me bevlogen het belang van zijn werk uit. Hij droeg ook een hesje met zijn functie erop.
In die kuddegewijs doortrekkende motorrijders zie je nog iets wat je als oldskool motorrijder verbaast. Een motorclub kan tegenwoordig blijkbaar probleemloos bestaan uit een mix van motoren waarvan de eigenaars elkaars bestaan zo’n jaar of veertig geleden op zijn best tolereerden. Maar nu rijden een Ducati Panigale-piloot, een Harley-rijder en een trotse Suzuki GSX-R-eigenaar broederlijk in dezelfde klont motorfietsen die zich – overigens keurig aan de snelheid houdend – elk weekend op, om en nabij onze Posbank verzamelt om daar op te gaan in een veelkleurige brei van mountainbikers, racefietsers, seniorenkoppels op e-bikes, dagjestoeristen en klassiekerrijders van alle tot nu toe bekende genders.
Intussen pakte ik de Posbank in alle doordeweekse eenzaamheid. Het zijklepperblok was lekker doorgewarmd en de volle 23 pk uit 750 cc sleurden de dikke driewieler tevreden knorrend door de bochten en omhoog. Boven op de bult stak ik een sigaar op en keek over de somber uitgebloeide hei.
Een keurig ANWB-koppel in uiteraard identieke windjacks liep voorbij. Hun Jack Russell lichtte zijn achterpoot tegen het zijspanwiel. De man van het stel knikte goedkeurend naar mijn driewieler: “Dat is een oudje.” Er kwam geen gesprek van, want zijn partner liep door. Tevreden een rookwolk uitblazend vroeg ik me af wie nu wie uitliet. Er ankerde een man op een Kawasaki LTD naast me. Kawasaki 454 LTD’s zijn zo lelijk dat niemand ze zelfs maar voor niets wil hebben. Ze zijn vertederend. Het ding zag er ZGAN uit. De tevreden eigenaar was er blij mee en trots op. Hij had het feestelijk geboetseerde gebakje doorgaans achter op de camper. Maar elk jaar maakte hij aan het eind van het seizoen zijn rit over de Posbank. “Om gewoon eens lekker te sturen.” Hij keek verlangend naar mijn sigaar. Was gestopt met roken. Maar had daar op de kil wordende Posbank toch een klassieker bij de hand: “Ik durf het bijna niet te vragen…” Hij genoot van de sigaar. Vertelde over zijn camperreizen.
We namen afscheid. Als prettige afsluiting van de dag haalde ik bij Gekra vier liter single grade olie en twee verse bougies. Bij de Yilmaz Market haalde ik het vlees voor het avondeten en drie ons kippeling voor bij de borrel. Thuis draaide ik de aftappluggen uit de carterpan, de versnellingsbak en de cardanklok. De vlotterbakken mochten ook leeg en de tank werd volgegooid met Duitse, alcoholvrije benzine.
Het was weer zachtjes gaan regenen. Ik nam nog wat hout voor de kachel mee naar binnen, waste mijn handen en haalde mijn lief van haar drukke bezigheden. De haard brandde. De kippeling (jawel: een soort kibbeling, maar dan van… Juist) ging even in de halogeenoven. Er waren nog een aangebroken fles wijn en een idem whiskyfles. Prima. En voor eventueel nog komende mooie motordagen staat er gelukkig nog ander spul in de garage.
Een mooi verhaal maar toch wel een stukje te vroeg in het seizoen. Vanmiddag reed ik over de weg van Velp naar Dieren en daar zag ik op een heel groot bord dat in juli en augustus de postbank gesloten is voor motoren en verder alleen doordeweeks te rijden is voor ons maar niet in het weekeind. En net nu het mooi weer is begin jij over einde seizoen. Was dan wel heeeeeeeel kort dit jaar.
Een mooie ‘di Dolpho’ beschouwing, overal te plaatsen in de kalender m.i. en herkenbaar voor iedereen die comfortabel gezelschap kan hebben aan zichzelf.
En dan doet zelfs een japanse LTD (vind ze allemaal spuuglelijk) daar niks van af: het is de reis, niet het rijwiel.
Wacht maar: straks zijn ook LTD’s goud waard. Maar gelukkig gaat het niet over financiele waardes. Geluk is onbetaalbaar
Ik zal vast iets mankeren, maar ik rijd het liefst in de winter, maak dan ook veruit de meeste kilometers op mijn twee- en driewielers. Bovendien kun je dan ook nog onbekommerd zwaaien, zoveel mede-idioten zijn er niet. ’s Zomers is zwaaien naar mederijders niet te doen, je rijdt dan zowat de hele dag met maar 1 hand aan het stuur. Nee, geef mij maar de winter, rijdend met die overheerlijke gevoerde Belstaff met als extra zijn binnenjas van Pandabont.
Goed bezig. Zeker met een driewieler. Sinds mijn 65ste vermijd ik ’s winters rijden zoveel mogelijk en mag mij Belstaff de winterslaap in. Het voorjaar is vaak nog nat genoeg voor hem!
Kibbeling, kippeling, eind van het motorseizoen of niet. Een Kawa 454 LTD (ieder zijn meug…) 23 echte ouderwets werkzame pk’s, een niet te versmaden sigaar, etc. Het maakt allemaal niet uit. Een geweldige en plastische schets van hoe het zich allemaal afspeelt! Ik doe mijn ogen dicht en ik zit meteen midden in het verhaal. Een geweldige column weer Dolf!!👍🏼
Allemaal herinneringen en overpeinzingen uit 50 jaar vrij ongecoordineerd motorrijden. Een soort zinvolle zinloosheid. Net als het gewone leven/
Ik moet toegeven, je bent iets vroeg met deze column Dolf…
De mussen donderen hier nog dood vd stuurhut…
Heeft iets te maken met AI, automatische inplanning, vooruitwerken en een spanningsveld tussen in het systeem zetten en publicatie. Ach, gezelligheid kent geen tijd. Het is hier ook erg zomers. En nat. Dus heel veelslakken die de tuin opeten. Mijn Lief vangte ze tijdens een avondronde en gooit ze i de GFT bak. Daat hebben we voor de slakken nu een menulijst op hangen. Klimmen ze er straks zelf in.
Hè?! Einde motorseizoen..?!
Dolf-mien-jong; daar zitten we nog middenin..
Zo tegen november gaan bij mij de plugjes eruit, en blijft alleen de AWO-mit-Boot in dienst.
Daarvan ligt het blok op de werkbank; even een frisse krukas etc erin geregeld, de ‘oude’ was uit ’73 en had wat speling.
Nog wat klein laswerk aan het frame (blokoog is afgebroken), dan staat ze weer paraat.
Kippeling of kibbeling is beide goed te doen, een knisperend haardvuur heb ik nog niet gedaan…warm zat nog in huis.
Ook bij pblicatieplanning gaat er wel eens was mis. Ik zit ook nog in de korte broek p de brommer!