De waarde van onze klassiekers? Feitelijk is die maar net wat de gek ervoor geeft. En in een tijd van lage rentes zijn er heel wat goed gestoffeerde gekken die genegen zijn ‘veel’ te geven. Maar dat doen ze maar in een klein deel van het spectrum. Leuk klassieker rijden? Nostalgie kan nog steeds heel prettig geprijsd zijn.
En hoe zwaar je daarbij op ‘originaliteit’ moet koersen?
Dat is een vrije keuze. Maar daarbij steekt de vraag de kop op: “wat is origineel?“ En voor liefhebbers met een ruim denkraam gaat er daarbij een wereld open.
Want als je de wereld vanuit een onbevangen nostalgische blik bekijkt, als je de tijd van toen bekijkt en in je herinneringen duikt, dan besef je dat niet iedereen op MV viercilinders, Honda zescilinders en Z1300’s reed. Dat je ook op een toen al wat oudere 1000 cc vierpitter een hele vent was. En dat die viercilinder bij jou was aangekomen nadat hij al een paar baasjes had gehad? Dat hij niet meer in showroomstaat verkeerde? Dat hij serieus aangepakt was om hem nog indrukwekkender te maken? Ach, er waren in de jaren zeventig en tachtig al heel wat liefhebbers die hun nieuwe motorfiets voor aflevering stevig lieten aanpakken. De volgende eigenaren deden dat naar eigen budget en in eigen beheer.
We hebben het dan over de tijd dat iedereen met een pijpenbuigmachine vier-in-een uitlaatsystemen maakte en het werken met glasvezelmaten en polyesterhars zowat een volksvermaak was geworden. Natuurlijk waren er ook serieuze fabrikanten van al dat moois, maar het was een tijd dat bijna alles nog kon en mocht. En veel dikke Kawaski’s, Suzuki’s en dikke Honda viercilinders kregen instant updates waardoor ze zoveel lawaai gingen maken dat ze er nog sneller door leken. Bij het monteren van zo open mogelijke uitlaatsystemen werden sproeierbezettingen over de natte vinger ingeschat omdat rollentestbanken alleen nog maar voor echte professionals waren. Gelukkig waren de Japanse viercilinders zo goed dat ze heel veel mishandeling konden doorstaan.
En dat alles om maar zo snel mogelijk te lijken
Want de motorrijders van toen gingen voor snelheid. Niet voor burgerlijk ongemakkelijk als toerisme.
Voor de looks waren er tanks, zitjes en tank/zit combinaties (of loze tankcovers). Aan de voorkant kwamen clip ons, ‘broomstick’ of ‘hangoren’ stuurtjes. Er was een flink aanbod van setjes om de voetsteunen en het rem- en schakelpedaal verder naar achter en omhoog te brengen. Tot in het perverse aan toe.
Intussen komt dit soort machines met een onregelmatige regelmaat op de markt
Je kunt ze nu echt klassiek noemen. Net als dat met Tritons, Tribsa’s en dergelijke wordt gedaan. Als het motorblok er woest doorsleuteld uitziet, dan is het zinnig om zo’n vondst maar te laten staan. Het reviseren van een klassiek Japans viercilinderblok kost serieus geld. En goede gebruikte blokken vind je ook niet meer voor een paar knaken. Maar als het blok blijkbaar nog wat onderhoud heeft gehad en goed loopt? Dan kun je zomaar voor net zo weinig een fantastische basis hebben om iets heel leuks van te bouwen. Nostalgia rules. De motor op de foto staat of stond bij mijn vriend Marco. De vraagprijs was € 1.250.
Zijn mijn foto’s.
Was mijn motor.
Wil hem terug kopen.