Nu de campermarkt ontploft is wil een béétje autogek natuurlijk niet met een zielloze witte doos in het veld verschijnen. Tijdens het googelen naar een kampeermiddel in een sprekende kleur drong de GMC Motorhome zich steeds op aan Dick Heemskerk, tot hij bezweek voor de aantrekkingskracht van deze extravagante kolos uit de jaren zeventig. Daarmee haalde hij zich een klusobject van ruim acht meter op de hals, maar je wordt ook niet zomaar baas boven baas.
Tekst: Aart van der Haagen • Fotografie: Aart van der Haagen, Dick Heemskerk
Heemskerk noemt zichzelf geen uitgesproken USA-fanaat. “Mijn vorige camper, een moderne Knaus, eindigde abrupt toen in Italië iemand die onoplettend invoegde de hele zijkant eruit roste. Ik zei tegen mezelf: ‘Nu wil ik geen witte meer, zoals al die andere.’ In mijn zoektocht stuitte ik op de GMC Motorhome, gebouwd van 1972 tot 1978. Niet direct het model dat het eerste in me zou zijn opgekomen, maar op de een of andere manier popte hij telkens weer op wanneer ik op internet zat te speuren. Eigenlijk kon ik er niet omheen.” Inmiddels zit de liefde diep. “Pasgeleden nog heb ik hem gebruikt om te kamperen bij de Dutch Grand Prix in Zandvoort en elk jaar maken we er een uitgebreide vakantiereis mee, meestal naar Frankrijk.” Denk nu niet dat de 7,5-liter V8-motor goedkope lpg verstookt. “Voor die 4000, 5000 kilometer vind ik dat de moeite niet waard.”
Corona
De een laat een op eBay gescoorde aanwinst uit de Verenigde Staten verschepen, de ander pakt het nog wat grondiger aan. “Ik besloot eens rustig te overleggen met een specialist in Orlando die een paar van zulke GMC’s Motorhome in consignatie had staan. Deze specifieke van 1977 verkeerde in een redelijk nette staat en alles functioneerde. Ik achtte het wel verstandig om preventief de 455-motor en de automatische versnellingsbak in Amerika te laten reviseren. Daarna leek het mijn vrouw en mij een aardig idee om met de GMC Motorhome rond te reizen door de Verenigde Staten. Toen corona uitbrak en we niet meer die kant op mochten vliegen haalde ik de camper deze kant op.” Er lag wel een aardig lijstje met aandachtspunten. “Vooral het interieur had zijn beste tijd gehad. Ik koos voor een andere sfeer die óók in de catalogus stond, namelijk Sequoia.” Vanwege de verteerde spaanplaat bouwde Heemskerk het binnenwerk vanaf de grond opnieuw op. “Alle maten kloppen exact, met uitzondering van het bed achterin: dat staat een klein stukje hoger, om daaronder meer ruimte te scheppen in de ‘garage’.”
Paste niet
Wat een verschijning, die appeltjesgroene GMC Motorhome. De jaren zeventig spatten ervan af. “De tint die de fabriek gebruikte was feller”, zegt Heemskerk. “Meer ‘Kawasaki-groen’, wat ik net even te veel van het goede vond. Moest ik nog wel de juiste tint laten mengen door de spuiter, Peter Popeijus van Autoschade Wielhoven in Dordrecht. De GMC paste bij hem niet in de cabine; hij moest de job bij een naastgelegen bedrijf uitvoeren.” Wat een apparaat: 8,15 meter lang, 2,44 meter breed en maximaal beladen 5,7 ton zwaar. “Met de door mij gemonteerde monopointinjectie kom ik niet gunstiger uit dan een verbruik van 1:4. Ach, wat maakt het uit? Alles beter dan een witte camper.”
Meer lezen over deze indrukwekkende camper? Het complete artikel, met restauratiefoto’s, vind je in het oktobernummer van Auto Motor Klassiek. Die ligt nu nog in de winkel.
EM-50 Urban Assault Vehicle 😎
Prachtige vormen!
Groen is de kleur van hoop indrukwekkend avontuurlijk project
geweldig, ik had een 1975 Olds Toronado , zelfde voorkant. Zelfs toen was de benzine niet aan te slepen, heb er jaren van genoten.
Er zijn er hier een paar in Tsawwassen, waar Citroen active suspension is ondergebouwd .
ooit had Hans te P zo een ding in Hilversum.
Ik vind ze schitterend en vooral met zo een bedaard kleurtje er op, je kan bijna incognito reizen.
Hulde aan de eigenaar en zijn vrouw, zonder haar was dit apparaat echt niet naar Nederland verscheept.
Bas.
Gave camper,! Zo zie je maar dat vergroenen ook heel leuk kan zijn 😉