Een nieuw jaar is aangebroken. Dat betekent dat een aantal belangrijke auto’s dit jaar de vijftigste verjaardag viert. En 1972 bracht veel nieuwe automodellen. Traditiegetrouw zetten wij een aantal nieuwelingen van weleer in de schijnwerpers. Vandaag presenteren wij deel één. En daarin lichten wij de Alfa Romeo Alfetta, de Honda Civic, de Renault 5 en de Fiat 132 uit.
Alfa Romeo Alfetta (berlina)
Aan het begin van de jaren zeventig had Alfa Romeo een prachtig sedangamma, dat qua modellenlijn nog lang in productie zou blijven. De Italianen stonden echter ook voor vernieuwingen. In 1972 verscheen de Alfetta, een stoere berlina met tal van technische aanpassingen. De meest belangrijke daarvan waren de transaxle transmissie en de toepassing van een De-Dion As. Zo zorgden de Italianen voor een optimale gewichtsverdeling. Deze configuratie paste Alfa Romeo vanaf 1974 ook toe op de feitelijke Bertone opvolger. Dat was de op de Alfetta gebaseerde Alfetta GT én -GTV reeks.
Alfetta 2.0
De Alfetta verving de Berlina 1750. Hij kreeg de 1779 cc motor van zijn voorganger, die in de Berlina 2000 zijn andere opvolger kende. De Alfetta debuteerde dus als 1.8 en kreeg enkele jaren later gezelschap van de 1.6, die bijvoorbeeld met enkele koplampen werd uitgerust. In 1977 verscheen ook de Alfetta 2000 op het programma, als vervanger van de Berlina 2000. De tweeliter Alfetta kenmerkte zich onder meer door rechthoekige koplampen, en het ontbreken van een extra raamstijl in de de voorportieren. Later werd de Alfetta nog enkele keren gefacelift en bracht Alfa Romeo nog (Turbo)dieselversies en enkele speciale versies (waaronder de Quadrifoglio Oro) uit. Deze Alfa’s hadden ten opzichte van hun zwierige en lichtvoetiger voorgangers een ander en gewichtiger karakter, maar reden eveneens prachtig. Niet voor niets prijkte de Alfa Romeo Alfetta regelmatig bovenaan op de voorkeurslijstjes. In 1984 werd hij opgevolgd door de Alfa Romeo 90.
Honda Civic
De Japanse auto industrie verwierf zich tijdens het begin van de jaren zeventig definitief een niet meer te negeren positie. Honda was één van de fabrikanten die daarop inspeelde en inhaakte op de trend van de Supermini’s. In 1972 verscheen de Civic: een kleine voorwiel aangedreven auto die wereldwijd voor succes zou zorgen. Van meet af aan toonde de Civic een verrassende mate van volwassenheid en technische precisie. Hij debuteerde met een 1170 cc motor met bovenliggende nokkenas en een koetswerk met twee of drie deuren. Later volgden nog een grotere vierdeurs- (met langere wielbasis) en een stationversie, de Civic Van. De 1500 motor kwam, en deze was vanaf modeljaar 1974 leverbaar in de grotere Civic modellen. Verder was het mogelijk om de Civic met een vijfbak uit te rusten. Daarnaast was er de onthaastende Hondamatic (twee versnellingen).
Tijd vooruit: de CVCC motor
Voor Japan en Amerika ontwikkelde Honda bovendien de Civic met CVCC motor. Deze krachtbron stootte dankzij de voorverbranding van rijk mengsel uiteindelijk minder schadelijke stoffen uit. De carburateur en de cilinderkop waren zo ontwikkeld, dat het mengsel in twee fasen in de krachtbron terechtkwam, wat een gunstiger verbruik opleverde. In 1977 paste Honda de Civic technisch en cosmetisch aan, en verscheen ook met een vijfdeurs carrosserie op het programma, de vierdeurs versie verdween uiteindelijk medio 1978. In de aanloop naar de jaren tachtig werd de eerste Civic opgevolgd door de tweede generatie. Hij had zijn diensten voor Honda ruimschoots bewezen, en het pad voor de Japanse fabrikant definitief geplaveid.
Renault 5
Het was een schot midden in de roos. In februari 1972 presenteerde Renault de nieuwe R5. De Franse Supermini maakte aanvankelijk gebruik van diverse technische R4 componenten en kreeg uiteraard- en in de geest van de tijd- ook voorwielaandrijving. Toch was de R5- en dat is overbodig om te stellen- een wezenlijk andere auto dan de nog altijd geliefde Renault 4. Zo had de R5 een zelfdragende carrosserie en was het één van de eerste auto’s die met kunststof schildbumpers werd uitgerust. De eerste R5 modellen hadden allemaal de paraplupook, die later alleen nog een aantal jaren bleef voorbehouden aan het instapmodel. De R5 debuteerde met 782 cc (voor bepaalde markten, vanwege fiscale redenen), 845 cc en 956 cc motoren.
Uitbreiding
Later breidde Renault het programma van de R5 danig uit. De LS, de TS, de GTL en de Automatic brachten de R5 naar met grotere motoren en een completere (of sportievere) uitrusting naar een hoger niveau. De klappers in het gamma werden uiteindelijk de Alpine-uitvoering en de in de jaren tachtig gelanceerde Turboversies. Overigens werd de R5 in 1979 gewijzigd. Er kwam (voor bepaalde uitvoeringen) een nieuw dashboard. Verder kwam er een vijfdeurs versie op het programma. Renault zat met de blijvend populaire R4 en R5 ijzersterk in de kleine klasse. Het publiek omarmde de fraaie, moderne en Frans eigenzinnige R5 razendsnel. Binnen twee jaar verkocht Renault 500.000 stuks van de R5 en hij bleef onverminderd populair. Hij werd liefst vijf en een half miljoen keer gebouwd en kwam in 1999 in de kandidatenlijst van de Car of the Centuryverkiezing. In 1984 werd de R5 opgevolgd door de Supercinq.
Fiat 132
In 1972 verscheen de Fiat 132 als opvolger van de (Italiaanse) 125. De markante en krachtige 125 modellen waren lang populair en de verwachtingen ten aanzien van zijn opvolger waren hooggespannen. De 132 maakte deze in de ogen van de pers en de potentiële kopers niet waar. De wegligging en vormgeving van de door Gandini getekende wagen werden bepaald niet gewaardeerd. De achterwiel aangedreven Fiat 132 debuteerde met 1600 en 1800 DOHC Lampredi motoren en met een conventioneel onderstel. Fiats verkopen bleven echter achter bij de ramingen. De Italianen wijzigden de 132 al snel. In 1974 verbeterde Fiat de wegligging en de 1800 DOHC motor kreeg een nieuwe cilinderkop. Alle versies kregen een vijfversnellingsbak en waren optioneel leverbaar met de drietraps automaat van General Motors uit Straatsburg. In optische zin paste Fiat de 132 ook aan. Zo vielen de nieuwe achterlichtunits en de grotere raampartijen op. De Fiat 132 ging er anno 1974 in de ogen van velen dus op vooruit.
Derde serie wordt topmodel van Fiat
De meest fraaie 132 serie (al blijft dat natuurlijk subjectief) was de derde, die in 1977 werd gepresenteerd. De 130 verdween, en de aanvankelijk zo verguisde Fiat 132 werd nu Fiats’ topmodel en kreeg alsnog het beoogde én verdiende aanzien. In de geest van de tijd verdween het nodige chroom, dat plaats maakte voor meer zwarte accenten. Er kwamen 2 liter en 2.5 liter dieselmotoren. De nieuwe 2 liter benzinemotoren (mét en zonder injectie) stuurden de aloude 1.8 met pensioen. De 1.6 motor bleef, met een licht gewijzigde cilinderinhoud. Zo liep de Fiat 132 van 1977 tot in 1981 door. Hij vormde (ook in optische zin) de basis voor de opvolger: de Argenta. Ondanks het feit dat de 132 nooit helemaal uit de verf kwam werd hij min of meer een wereldauto. Polski-Fiat, Zastava en Seat bouwden de auto in licentie. En Kia bouwde de auto ook, in een kleine oplage. Een Panorama (station) kwam nooit verder dan de conceptfase. Uiteindelijk bouwde Fiat in Italië meer dan 650.000 exemplaren van de Fiat 132.
Nou, blij dat ik nu ‘n abonnement heb (wat tijd werd, na al dat gratis lezen van al dat naar nostalgie dampende auto-nieuws), maar taalfouten moeten er niet in staan, dat heeft met verzuring niets te maken. ‘t Blijft anders hangen in niveau ‘schoolkrant’, en dat is niet te rijmen met ‘t hoge niveau van de inhoud waar ‘t redactie, wat auto’s betreft, a priori om te doen is.
Nu even over die Alfa’s. De ’75’ en de Alfa ’90’ (prachtige koets!) zouden in een volgend artikel ‘es mooi tegen ‘t daglicht kunnen worden gehouden. Ook dat is weer een volgend hoofdstuk waard, na alle info over de Fiats die min of meer hetzelfde segment bestreken als voornoemde Alfa types..
Die Meneer Straus toch, Heb ik 4 heerlijke dagen gehad in 2022, wil net naar bed en zie dat meneer S misschien zelfs wel af zou moeten haken, vanwege de schrijffouten en de slordige rommelige presentatie. Waar heeft de man het over. Het komt gratis in de brieven bus, staat vol met leuk spul, en ik sta versteld hoe al deze enthousiaste Boys and Girls dit iedere dag doen Free of charge
Its wonderful, thank you all behalve Mr Straus.
He Straus, grow up!
Bas
Leuk artikel over 4 opzienbarende automobielen die allemaal geschiedenis schreven. Ook apart te melden dat de Alfetta reincarnatie als Alfa90 voortleefde tot 1987, de 132 reincarnatie als Argenta en ook de oerVijf tot 1985. Over een lange adem gesproken…. de Civicjes met Hondamatic waren trouwens knap snel in de stad, ze waren in elk geval niet bij te benen toen ik mocht lesrijden in een E30 320i.
De Alfetta was en is een auto, waar ik helemaal warm van wordt. Jammer dat ze bijna allemaal uit het straatbeeld zijn verdwenen. Dit ten opzichte van de Honda en de Fiat.
Ik lees het ook elke dag met plezier ! En ik heb ook een abonnement op AMK .dus niet zeuren over taalfouten of iets dergelijks ik zeg ga zo door.
Iets wat “gratis” ter beschikking wordt gesteld en dat iedere dag opnieuw inclusief de feestdagen.
En dan commentaar geven. Foei
Het verhaal zoals hierboven omschreven betreffende de 1750 Alfa Romeo en de Alfetta is niet heel erg duidelijk. Het is volgens mij niet geheel ondenkbaar dat het verhaal een foute stelling omvat. De Alfetta is nooit de opvolger van de 1750 geweest. Dit voor wat betreft de Alfa Romeos 4 cilinders: De opvolger van de 1750 was de 2000 (berlina etc). De Alfetta is nooit vanaf zijn introductie de opvolger van de Giulia geweest maar werd naast de Giulia en de 2000 in de catalogus gevoerd. Toen de 2000 uit productie ging werd zijn rol overgenomen door de Alfetta, waarbij de 1600 Alfetta de rol van de Giulia kreeg en de 2000 Alfetta die van de 2000 berlina.
Beste Lorenzo.
Bedankt voor jouw reactie. De Berlina 1750 werd wel degelijk vervangen door de Alfetta 1.8, dat gebeurde samen met de Berlina 2000. De Alfetta 1.6 kwam een paar jaar na de Alfetta 1.8 in het programma. De 1.6 kreeg een aangepaste motor uit de Giulia Nuova Super 1600. De Giulia werd overigens nooit vervangen door de Alfetta, maar zat altijd een niveau lager binnen het zo fraaie Alfa Romeo programma van destijds. De Giulia (Nuova) en de Alfetta bestonden dus naast elkaar. De Giulietta (modeljaar 1978) werd de werkelijke opvolger van de Giulia.
De Fiat 132, wat een prachtige auto was dat.
Beste mensen, Ik lees al een poos deze dagelijkse nieuwsbrief. Met gemengde gevoelens overigens, de inhoud is interessant, maar het wordt allemaal rommelig en slordig gepresenteerd. Ik wil het niet hebben over de vele taalfouten. Maar neem nu het artikeltje over Deel 1 van de auto’s uit 1972. Prachtige foto’s in een grote veelvoud. Nu kan ik best een Fiat 132 van een Alfa Romeo onderscheiden, maar om welke typen Fiat 132 gaat het ? Elke keer ontbreken de bijschriften. Dat moet toch niet al te veel moeite kosten of is het pure luiheid ? Van welk jaar zijn bijvoorbeeld de diverse Alfa types. Bij Honda idem dito. Vorige week ging het op dezelfde manier met Mercedes Benz. Jammer, want ik moet steeds afhaken. En dat kan niet de bedoeling zijn.
Meer details en een uitvoerigere beschrijving van deze artikels kan u steeds terugvinden in het AMK tijdschrift, via abonnement of ook gewoon te koop in de kiosk.
Beetje zielig om zo negatief te zijn over deze mooie en leuk geschreven artikels die ons dagelijks gratis aangeboden worden.
Beste Cees, als je de brief met gemengde gevoelens leest, zeg dan jouw abonnement van deze nieuwsbrief op Dan erger je jouzelf en ons lezers die het wel waarderen niet. Je bent of was toevallig leraar, want daar doet jouw stijl mij wel aan denken. Betweters die verzuurders en verziekers van leerlingen zijn. Maar één ding vergeet je wij allen zijn volwassen en doen deze nieuwsbrieven uit passie en dan hoeft dat niet persé perfect te zijn.
Have a nice day.