De Volkswagen Kever werd in de loop van zijn lange loopbaan regelmatig op talloze punten aangepast. Jaar in, jaar uit voerde Volkswagen modificaties door aan Typ 1. De diverse generatiewisselingen zorgden er desondanks nooit voor, dat de Typ 1 zijn herkenbaarheid en sympathieke imago verloor. Dat gebeurde ook niet bij de gewijzigde typen voor het modeljaar 1965, dat liep van 3 augustus 1964 tot 2 augustus 1965. Het kenmerkte zich door vele modificaties. De 1965-Kever is tevens één van onze favorieten, omdat hij in zijn tijd de Keverhistorie en -toekomst vertegenwoordigde.
De VW 1200, leverbaar als “A”, de Luxe en Cabriolet, werd herzien. Wij noemen een aantal mutaties, die bij aanvang van- én tijdens het modeljaar werden toegepast. In technisch opzicht werd (tijdens het modeljaar) de ontsteking voorzien van een koperen kern. Verder werden de nokjes voor de contactpunten in een asymmetrische setting opgesteld. Ook werden modificaties aan de stelmogelijkheden van de remmen doorgevoerd. Zo waren er meerdere kleine, maar handige en doeltreffende ingrepen, zoals een olie aftap mogelijkheid bij de achterwiellagers. Het waren subtiele wijzigingen, die de onderhoudsvriendelijkheid ten goede kwamen.
Motorisch blijft alles bij het oude
In motorisch opzicht was er voor wat betreft de 1200 varianten weinig nieuws onder de zon, want de 1192 cc boxermotoren bleven in varianten van 30 PK (voor de Standaard of “A” versie) en 34 PK leverbaar. De waarden verschilden van elkaar als gevolg van afwijkende compressie verhoudingen. Overigens was het modeljaar 1965 het laatse waarin de Kever louter met een 1.192 cc motor was uit te rusten. Daarnaast verdween voor modeljaar 1966 de 30 PK versie. Opvallend was verder dat Volkswagen definitief besloot om de Kever vanaf augustus 1964 af fabriek een volledige wax conservering te geven. Eerder gebeurde dat gedeeltelijk, al werden ook de laatste Dickholmers ook al uitgerust met de complete beschermingsbehandeling.
Interieurwijzigingen
Ook binnen het interieur waren wijzigingen zichtbaar. Zo bestond de mogelijkheid om de leuning van de achterbank om te klappen. Verder kreeg de Kever zwenk bare zonnekleppen. De temperatuur in de Kever was vanaf nu in te stellen met twee aan de handrem bevestigde hendels, een simpele maar doeltreffende aanpassing. Verder creëerden de ingenieurs van VW enige ruimtewinst achterin, en werden de bekledingspanelen in het interieur met een mooie chromen strip afgewerkt. Aan de buitenzijde werden de (aangepaste) ruitenwissers met de nieuwe verende bladen gemonteerd, waarbij de ruststand nu links was. De motorkap liet zich vanaf augustus 1964 door middel van een uit verchroomd edelstaal gefabriceerde drukknop openen.
Vergrote ruiten
De wijziging die het meest in het oog sprong was het aan alle zijden vergrote ruitoppervlak. Dat gaf Volkswagens’ kleinste en meest succesvolle type een nieuwe uiterlijke karakteristiek, en droeg ook bij aan een verbeterd zicht rondom. Wat bleef waren de lange kofferklep en dito motorkap. Ook de vlakliggende koplampen en de gladde bumpers bleven behouden. Voornamelijk het vergrote glasoppervlak, de behouden sierlijke kenmerken van oudsher, de subtiele technische aanpassingen én de uitstekende basiskwaliteiten passen bij de tijdsgeest, waarin deze Kever werd gebouwd.
Een uitgebreide reportage over een in originele staat teruggebrachte VW 1200 de Luxe uit 1965 leest u in AMK 5-2018.
Ik ben een kever fan en ik wil me graag inschrijven voor de nieuwsbrief
Dat kunt u doen via https://amklassiek.nl/nieuwsbrief/