Met heel nieuw geconstrueerde iconische klassiekers uit het verleden brengen – vooral de (ooit) Britse – autofabrikanten peperdure nieuwe oldtimers aan de man. En zo kun je zomaar gaan shoppen. Als je snel bent. Want doorgaans zijn de ‘eerbetonen’, ’tributes’ of ‘continuation series’ beschikbaar in beperkte oplages. En vaak al voor het eind van de productie bij intekening verkocht. Niet aan liefhebbers – mogelijk uitgezonderd Jay Leno –, maar gewoon aan mensen met onvoorstelbare hoeveelheden geld.
Helemaal identiek
Zo zijn er 100% detailgetrouwe en maar iets verbeterde Bentley Blowers uit 1929 tot en met perfecte replica’s van de Aston Martin DB5 uit Goldfinger. Inclusief alle gadgets. En zo zijn er intussen een heel stel fabrikanten of de rechtenhouders van ooit belangrijke merken die allerlei enorm hebberig makende klassiekers helemaal opnieuw nabouwen. Voor wie? Voor mensen die van gekkigheid niet weten wat ze met hun geld moeten doen. Intussen zijn er trouwens ook 100% af ‘works’ vernieuwde Range Rovers en zo. Maar dat is natuurlijk kleingeld. Een zo goed als echte AC Cobra kost gelukkig weer heel veel. Maar daar krijg je dan ook een bewijs van echtheid voor.
Hoe echt is echt?
Het toppunt van echt is natuurlijk als zo’n marketingtechnisch hoogstandje chassis- en motornummers heeft die helemaal in lijn liggen met de historische nummers. En het was Jaguar dat daar een kunststukje heeft uitgehaald. De Jaguar D-types wonnen drie keer op rij – van 1954-1956 – de 24 uur van Le Mans. Uit homologatie overwegingen moest Jaguar 25 van die auto’s in straatversie produceren. De competitie D-type werd gebouwd en die 25 homologatie exemplaren waren vooraf al verkocht. De meeste kopers daarvan zaten trouwens in de VS. Maar toen ging de Jaguar fabriek in Browns Lane in de fik. Die 12e februari 1957 was de dag dat er van de 25 geplande en gemaakte Jaguar D-Types er negen in vlammen opgingen. Dat maakte de veilingwaarde natuurlijk alleen maar hoger. En toen besloot Jaguar de ‘vrijgekomen’ negen chassisnummers waarvan de documentatie nog beschikbaar was gewoon nog een keer te gebruiken om de 25 alsnog vol te maken.
De markt werd overspoeld….
Toen er besloten werd maar liefst 12 nieuwe 1929’er Bentley 4,5 liter blowers te maken waren in elk geval de vier eigenaars van de nog bestaande echte exemplaren niet blij. Ze hoeven daarbij gelukkig niet bang te zijn voor ontmoetingen met de verse naslagexemplaren. Omdat die toppers van toen 100% (of iets meer) identiek zijn aan de originelen zitten ze qua bouwjaar helemaal in de verkeerde hoek. Zo zou zo’n Bentley Blower of Bugatti of lichtgewicht E-type moeten voldoen aan de huidige veiligheids- en milieueisen. Maar ach: als Abu Dabi je thuisbasis is en je de beste vriend van de neef van de zwager van de vriend van de ook van een lid van de lokale Sheik bent, dan kom je er wel mee weg.
Overigens is er in Engeland een bedrijf dat zich er op voor laat staan dat ze ook dit soort auto’s op kenteken kunnen krijgen. Dat is dan inclusief het onzichtbaar aan-, in- en ombouwen van allerlei listigheden zoals katalysators en zo. Kost ook weer een paar ton. Kijk. Dan kun je je Blower Bentley tenminste weer gewoon gebruiken om naar de Action te gaan om olie te halen.
Leuk artikel weer, Dolf!
Wat een belachelijke titel van dit stukje onzin.
Heeft de schrijver inzage in de verkopen van de desbetreffende bedrijven en daarbij informatie over de klanten die daar een aankoop hebben gedaan??
Man man wat een triest verhaal.
Wat zit een mens (ik) soms triest in elkaar:
Ik gun de rijken van harte een naslag model, hoewel ik het zelf een beetje een zielige vertoning vind.
Maar het voorbeeld van Jaquar vind ik weer uiterst gaaf:
We maken er nog 9 want dat hebben we ooit eens belooft!
Hoe natuurgetrouw hij ook moge zijn, de Trumpen van deze wereld zullen je voorhouden dat je rijdt in een fake Bentley.